Bedrijfsleven zou het liefst vandaag nog overstappen
op de euro
Scandinavië twijfelt over Brussel
De meeste Zweden en Denen moeten
nog niets hebben van de euro. Ze vrezen dat hun 'Scandinavisch
bestuursmodel' wordt verpletterd. Maar het bedrijfsleven betreurt dat
het niet kan profiteren van de Europese munt.
Door onze redacteur PAUL LUTTIKHUIS
ROTTERDAM, 6 MAART. Nee, de Zweden moeten niet denken dat er straks
euro's uit hun geldautomaten rollen. Alleen uit automaten die nu al
buitenlandse valuta's geven. Zweden doet nu eenmaal niet mee aan de
euro. De website van het ministerie van Financiën is duidelijk.
Pensioenen en studiebeurzen worden uitbetaald in kronen, en alleen in
kronen. Prijzen in Zweedse winkels zullen gewoon in kronen, en alleen
in kronen, worden weergegeven. Mogelijk zal een enkele winkel in een
grote stad of een toeristisch gebied en in die delen van Zweden "die
aan de unie grenzen" ook euro-prijzen vermelden. Maar zij vormen de
uitzondering.
Het deel dat 'aan de unie grenst', is trouwens alleen het noordelijke
puntje, de regio Norrbotten, waar Zweden en Finland elkaar raken.
Noorwegen, met de langste gezamenlijke grenslijn, is geen lid van de EU
en blijft dus buiten de eurozone. En EU-lid Denemarken, sinds de brug
over de Sont tussen Kopenhagen en Malmö ook bereikbaar zonder
boot, houdt voorlopig zijn eigen munt. Uitgerekend in die noordelijke
Zweedse regio is het slecht gesteld met de EU-gezindheid. Bij het
referendum in 1994 stemde hier tweederde deel van de bevolking tegen
toetreding tot de EU. De bewoners, die veertien uur treinen van de
hoofdstad verwijderd zijn, voelden zich al tot de periferie behoren
toen ze nog vanuit Stockholm geregeerd werden. Nu naar hun idee Brussel
de scepter zwaait, is dat gevoel alleen maar groter geworden.
Ulla Olvebro, burgemeester van Lulea, de grootste stad in Norrbotten,
zei onlangs in de Financial Times dat de burgers in haar stad
vinden dat Europa zich veel te veel met hun dagelijks leven bemoeit.
Als voorbeeld noemde ze het verbod om dieren die door ziekte zijn
doodgegaan te begraven, iets wat boeren hier eeuwenlang hebben gedaan.
Nu moeten de boeren het dure transport en de verbranding zelf betalen.
Twijfel over de Brusselse zegeningen is heel gewoon in Noord-Europa. Met
uitzondering van het pragmatische en door zijn geschiedenis met Rusland
getekende Finland, bestaat de aarzeling bij alle Scandinaviërs.
Olie stelde het rijke Noorwegen in staat de EU te negeren. Het kleine
Denemarken kon niets anders dan meedoen, met tegenzin en door zoveel
mogelijk tegen te werken. Allemaal zijn ze bevreesd dat het
'Scandinavische model' in Brussel wordt verpletterd. Grote mate van
sociale zekerheid, hoge belastingen en veel staatsbemoeienis zijn
verworvenheden die zowel de Zweden als de Denen niet graag loslaten.
Beide landen beroemen zich op hun openheid, die ze regelmatig in
conflict brengt met de gesloten deuren waarachter de Brusselse
besluitvorming vaak plaatsvindt.
De Zweedse positie is merkwaardig. Terwijl sommige, vooral Zuid-Europese
landen enige cosmetica nodig hadden om aan de criteria voor toetreding
te voldoen, gebruikten de Zweden juist het nodige kunst- en vliegwerk
om te doen alsof zij economisch niet aan toetreding toe waren. Voor
Denemarken lag dat anders. Dat had, net als Groot-Brittannië,
destijds in Maastricht een uitzonderingspositie bedongen en hoefde dus
niet als het niet wilde. Maar Zweden heeft het verdrag ruimhartig
ondertekend en zal dus op enig moment moeten toetreden. Wim Duisenberg
van de Europese Centrale Bank heeft het bij een bezoek aan Stockholm
begin dit jaar nog weer herhaald: als Zweden aan de criteria voldoet,
moet het land toetreden.
Toen de Denen in september vorig jaar in een referendum de euro afwezen,
was het duidelijk dat de uitslag ook in Zweden nog lang zou nazingen.
Wat de Zweedse premier Göran Persson daarover ook beweerde. Stoer
zei hij na het referendum: "We hebben geen haast. Tegen de tijd dat wij
ons referendum houden, zal niemand nog over het Deense spreken." Maar
peilingen wijzen uit dat het aantal Zweedse voorstanders van de euro is
teruggelopen van zestig procent in 1999 naar ruim minder dan de helft.
Van alle lidstaten zijn de Zweden op dit moment het meest negatief over
de Unie.
Het bedrijfsleven - zowel in Denemarken als in Zweden - treurt over het
uitblijven van de Europese munt. Via het zogeheten Target-
betalingssysteem (Trans-European Automated Real-Time Gross-Settlement
Express Transfersystem) kunnen ook Zweedse en Deense banken deelnemen
aan razendsnelle betalingen in euro's. De banken bieden bovendien
eurobankrekeningen aan - ook voor particulieren. Daarvoor moet
natuurlijke wel extra betaald worden, wegens het financiële
risico.
Na enig touwtrekken heeft de Zweedse regering besloten bedrijven de
mogelijkheid te bieden hun boekhouding in euro's te doen. Maar daar ligt
wel de grens. Het bedrijfsleven wilde ook graag belasting in euro mogen
voldoen. Dat ging echter de Zweedse belastingdienst te ver.
Particulieren zal dit allemaal een zorg zijn. Zoals een commentator
schreef naar aanleiding van het Deense 'nee' tegen de euro: "Een klein
stapje voor de Denen, een grote sprong achterwaarts voor de euro".
Gewone Zweden en Denen zullen weinig merken van de overgang naar de
euro. Als ze naar Finland gaan wisselen ze hun kronen voortaan niet
meer in markka's, maar in euro's. En verder hoeven ze bij een reis naar
het buitenland minder verschillende valuta's in hun portemonee mee te
nemen.
Premier Persson wil de bevolking dit halfjaar de geneugten van de
Europese Unie tonen tijdens het Zweedse EU-voorzitterschap. De Europese
agenda wordt daarom beheerst door drie E's: enlargement, employment,
environment - uitbreiding, werkgelegenheid en milieu. Typisch
'Scandinavische' onderwerpen, vindt Persson.
Het was een beetje zuur dat Romano Prodi, voorzitter van de Europese
Commissie, in januari Persson met de neus op de feiten drukte door in
Stockholm te zeggen dat hij die ene 'E' in het rijtje miste: de E van
euro.
Dertiende aflevering van een serie over de komst van de euro in
Europa. Eerdere afleveringen verschenen op 20, 24, 26 en 30 januari, 2,
6, 8, 13, 15, 20, 23 en 28 februari.