Oudere Portugezen mikpunt criminelen
Pater Perreira praat over God en de euro
In Portugal werkt de katholieke
kerk mee bij de introductie van de euro. De geestelijkheid komt op
plaatsen waar de overheid de weg niet kent.
Door onze redacteur STÉPHANE ALONSO
LISSABON/OURIQUE, 28 FEBR. Pater Luís Perreira toont de
terreinwagen waarmee hij de ruige heuvels van de Alentejo
bedwingt. Elke maand bezoekt de geestelijke alle gehuchten bij hem
in de buurt ten minste één keer. De kaarsen, het altaar,
het crucifix en het beeld van de Heilige Maagd gaan mee, evenals de
kalenders met foto's van het bedevaartsoord Fátima. In tot
kerken omgetoverde schoollokaaltjes predikt Perreira het evangelie. En
sinds kort ook de euro.
Als enige Europese lidstaat heeft Portugal voor de fysieke introductie
van de Europese munt samenwerking gezocht met de kerk. De
geestelijkheid is er een half jaar geleden bijgehaald om ouderen en
analfabeten op het platteland te behoeden voor oplichters. De
Comissão Nacional do Euro in Lissabon ontvangt dagelijks
tientallen verzoeken om promotiemateriaal van geestelijken zoals
padre Perreira. Volgens doctor Henrique Antunes Ferreira,
die binnen de commissie de contacten met de kerk onderhoudt, hebben
vijftien van de twintig bisdommen in Portugal inmiddels steun
toegezegd.
De commissie besteedt ook speciale aandacht aan de oorlogsinvaliden in
Portugal. Het land, dat zo'n tien miljoen inwoners telt, heeft veel
verminkte veteranen als gevolg van langdurige koloniale oorlogen in
Mozambique en Angola. "Ze hebben specifieke informatie nodig, in
brailleschrift of op audiocassettes", aldus doctor Ferreira, gezeten
aan zijn bureau, met achter zich een levensgroot euroteken op groezelig
landbouwplastic. Onlangs is een samenwerkingscontract gesloten met de
grootste organisatie van Portugese oorlogsinvaliden, die 15.000 leden
telt.
Via de kerk en de oorlogsinvaliden beslaat de eurocommissie het hele
Portugese territorium, inclusief de Kaapverdische eilanden en Madeira.
"Ik ben geen katholiek, maar socialist", benadrukt doctor Ferreira.
"Maar ik moet erkennen dat de kerk nog steeds grote invloed heeft,
vooral in het veld." De altijd al dunbevolkte Alentejo vergrijst snel;
jongeren verruilen de olijfbomen, varkens en schapen voor een
stadsleven. Onder de achterblijvers zijn veel analfabeten. In heel
Portugal kan 5,2 procent van de mannen en 10 procent van de vrouwen
niet lezen en schrijven; in buurland Spanje zijn die percentages veel
lager, 1,4 en 3,2 procent.
"In de Alentejo wonen simpele, pure mensen - zonder beschaving", zegt de
jonge pater Perreira (36). De padre zelf woont in Ourique, een
van de grotere dorpen in de streek, tweeënhalf uur rijden van
Lissabon. De bewoners van Ourique hoeft Perreira niets uit te leggen,
maar in de omliggende heuvels wonen vergeten mensen. Zwendelaars zijn
er eerder dan het nieuws uit de hoofdstad.
Perreira schetst het scenario: "Oplichters met stropdassen. Ze
achterhalen eerst de namen van de bewoners, lopen het gehucht binnen en
spreken de mensen bij naam aan. Zo winnen ze het vertrouwen van mensen
die van nature wantrouwend zijn. Ze vertellen dat ze informatie komen
geven over de euro - dat ieders banktegoeden zullen worden omgewisseld
in de nieuwe munt. 'Dat is aardig van u, maar ik breng nooit geld naar
de bank, ik bewaar het thuis', antwoorden de mensen in al hun onschuld.
Een paar dagen later keren de schurken met pistolen terug en wordt het
gehucht beroofd."
In het noorden van Portugal zijn zwendelaars gesignaleerd die hun
slachtoffers Portugese escudos laten inwisselen tegen valse euro's,
maar in de Alentejo gaat het er veel ruiger aan toe. Perreira kent een
oude meneer in de bergen die door zijn overvallers met ijzerdraad was
vastgebonden aan het bed. "Je kunt schreeuwen wat je wilt, in de bergen
hoort niemand je."
Het afscheid van de escudo valt de Portugezen niet zwaar. "We hebben een
praktische houding ten opzichte van onze valuta, zij vertegenwoordigt
geen sentimentele waarde", zegt centrale bankpresident Vitor
Constancio, tronend op een antieke armstoel in de Banco de Portugal in
Lissabon. De biljetten zijn bedrukt met historische gebeurtenissen,
zoals de reizen van Vasco da Gama. Maar veel verband tussen dat
roemrijke verleden en het heden is er niet meer. Bovendien, zo vinden
veel Portugezen, is Europa goed voor Portugal. Mede dankzij Europees
geld ligt er een snelweg tussen Lissabon en Porto; er is een begin
gemaakt met een zuidelijke snelweg. Portugal is in zeer korte tijd
ogenschijnlijk welvarend geworden.
De aanpassing aan de nieuwe munt zal gemakkelijk zijn, verwacht
Constancio. Het bedrijfsleven is goed voorbereid. De vele
middenstanders in de smalle straten van Lissabon zijn amper
geautomatiseerd. De banken in Portugal werken al langer met een uniform
en daardoor gebruikersvriendelijk systeem van pinautomaten.
In 1998, toen Portugal een aanloop nam naar de eurozone, was de
belangstelling voor de nieuwe munt veel groter dan nu. Er was veel
animo voor de campagne die destijds werd gehouden en de anticlimax op 1
januari 1999 was des te groter. "Er waren op die datum natuurlijk nog
geen euro's", zegt Constancio. "De nieuwigheid is er nu van af."
Op het platteland blijft voorlichting hard nodig. Volgens pater Perreira
steken de officiële voorlichters echter een veel te ingewikkeld
verhaal af. " Ik zeg de dingen op een simpele manier." De geestelijke
haalt geregeld na afloop van de mis kartonnen eurobiljetten
tevoorschijn en laat de kerkgangers hardop eenvoudige berekeningen
doen. Hij deelt, naast de Fátima-kalenders, informatieve folders
uit en stelt de mensen gerust. "Ik vertel dat ze nog twintig jaar lang
hun escudo's mogen inwisselen."
Dat de boodschap langzaam doordringt, ondervond de pater onlangs
opnieuw. Toen hij de kerk wilde verlaten, vroeg een oud vrouwtje of zij
niet alvast wat eurobiljetten van hem kon krijgen. Ze zag de kartonnen
exemplaren van Perreira aan voor echt papiergeld.
Twaalfde aflevering van een serie over de komst van de euro in
Europa. Eerdere afleveringen verschenen op 20, 24, 26 en 30 januari,
13, 15, 20 en 23 februari.