Europese sancties leidden tot afname steun nieuwe
munt
Oostenrijk nu euro-sceptisch
Aanvankelijk was er in
Oostenrijk veel enthousiasme voor de euro. Maar de Europese boycot tegen
de regeringscoalitie van ÖVP en FPÖ heeft kwaad bloed gezet.
Door onze redacteur JOOP MEIJNEN
WENEN, 13 FEBR. Het lekkers van patisseriezaak Ch. Demel's Söhne is
dubbel geprijsd. De Kirschtorte kost nu 50 shilling; over minder
dan elf maanden gaat zij voor 3,63 euro over de toonbank. "Dan kunnen de
klanten er vast aan wennen", zegt hoofdverkoopster Christine Reisinger.
Problemen verwacht ze nauwelijks, ook niet voor de twintig serveersters.
"Het afrekenen duurt in het begin misschien wat langer, maar daar hebben
ze wel ervaring mee. U kunt bij ons nu ook al terecht met dollars,
marken en lires."
De gerenommeerde Hofzuckerbcker (sinds 1786) aan de Kohlmarkt in
Wenen is een uitzondering. Voor het leeuwendeel van het traditioneel
sterk vertegenwoordigde midden- en kleinbedrijf in Oostenrijk moeten de
voorbereidingen op de nieuwe munt nog beginnen. Verwonderlijk is dat
niet, want het aanvankelijke enthousiasme over toetreding tot de
Europese Unie (1995) en kwalificatie voor de muntunie is het afgelopen
jaar danig bekoeld.
Debet daaraan zijn de (bilaterale) diplomatieke sancties die de veertien
andere EU-landen een jaar geleden troffen. De nieuwe coalitie de
conservatieve ÖVP en de rechtspopulistische FPÖ kon in hun
ogen geen genade vinden. Er moest een heuse Commissie van Wijzen aan te
pas komen om het boze buitenland tot inkeer te brengen. Maar toen was er
meer dan een half jaar verstreken en Oostenrijk geduikeld naar de
laatste plaats in de eurobarometer die de publieke steun voor de nieuwe
munt weergeeft.
Daar komt nog iets bij. De nieuw-rechtse coalitie onder leiding van
kanselier Wolfgang Schüssel moet fors bezuinigen op de
overheidsuitgaven. Gebeurt dat niet dan overtreedt Wenen de spelregels
van de muntunie. Bovendien moet het corporatistische bestel van de
Alpenrepubliek op de helling omdat het op gespannen voet staat met de
voltooiing van de gemeenschapplijke interne markt. Beide ingrepen doen
pijn en vergroten de onzekerheid. Ze komen het Europese sentiment niet
ten goede en versterken de gehechtheid aan de shilling.
Temidden van deze scepsis moet de Oostenrijkse regering zien de
voorkomen dat de basis voor de overgang naar de euro niet nog smaller
wordt. Ze heeft een speciale wet (Eurowhrungsangabegesetz, EWAG)
uitgevaardigd. Daarin staat dat alle producten en diensten uiterlijk per
1 oktober dubbel geprijsd moeten zijn (tot het einde van de
overgangsperiode op 28 februari 2002).
Een belangrijke bondgenoot is de VKI, de Oostenrijkse consumentenbond.
Zij maakt zich de meeste zorgen over afronding naar boven en afwenteling
van de kosten (zoals van dubbele boekhouding en extra kassa's) op de
klanten. "In de supermarkten zal het wel loslopen", voorspelt Max Reuter
van de VKI, "daar komen de mensen vrijwel dagelijks en is de onderlinge
concurrentie scherp. Maar elders zal veel afhangen van de alertheid van
de klanten." De VKI zal speciaal voor klachten van consumenten een euro-
hotline en een e-mailadres openen. Zondaren moeten rekenen op
negatieve publiciteit. Reuter: "Firma's die heimelijk de prijzen
verhogen nagelen we aan de schandpaal."
Vanuit het Kanzleramt aan de Ballhausplatz, waar nog elke week
enkele tientallen tegenstanders van de zwart-blauwe coalitie komen
demonstreren, leidt Rainer Newald de campagne die een soepele overgang
naar de euro moet waarborgen. Drie jaar zijn ze daar al mee bezig.
Periodiek evalueren zij de stand van zaken en bespreken zij de
knelpunten.
Newald: "We hebben zes doelgroepen geselecteerd die we intensief
bewerken met een breed scala aan activiteiten. Parallel daaraan mikken
we met klassieke campagnes op een ruime verspreiding van euro-informatie
onder alle lagen van de bevolking." De doelgroepen zijn midden- en
kleinbedrijf, consumenten, ouderen, jongeren, gemeenten en 'speciale
groepen' (gehandicapten, toeristen en minderheden).
Een paar voorbeelden. Voor ondernemers worden per regio en per branche
roadshows verzorgd die antwoord geven op de vraag: hoe stel ik
mijn bedrijf het beste in op de euro? Voor scholen is een reizende
tentoonstelling samengesteld. En voor gemeenten is een competitie
opgezet waarvoor een jury een scorebord bijhoudt met bijbehorende
publiciteit na elke tussenronde. De Eurotrain met
publieksinformatie, afgelopen november al een groot succes, spoort later
dit jaar opnieuw kris-kras door het land. Voor bezoeken aan bedrijven is
er een Euromobil.
Van de in totaal 15 miljard eurobiljetten komen er bij de start 340
miljoen beschikbaar voor de Oostenrijkse markt; van de 50 miljard
euromunten krijgt het land er 1,5 miljard. Ondernemers kunnen vanaf 1
september een 'startpakket' met euromunten ter waarde van ongeveer 2.000
shilling (320 gulden) kopen. Medio december komen er voor de burger 33
euromunten (ter waarde van circa 200 shilling) beschikbaar om alvast te
oefenen. "De bedoeling is dat die vanaf 1 januari in omloop komen en
niet als souvenir worden bewaard", zegt Newald.
Oostenrijkers krijgen sowieso meer met munten te maken. Hun kleinste
biljet is nu 20 shilling waard. Bij de nieuwe valuta staat op het
kleinste biljet 5 euro, bijna 70 shilling. "Maar daarmee krijgen de
Italianen het nog veel moeilijker dan wij", lacht Nikolaus Chiari van
het eurobureau. Met een koers van 1 euro tegen 13,7603 shilling beveelt
hij enige oefening aan. "Het is lastig omrekenen", zegt Chiari. Het
populaire Lotto-kansspel heeft al besloten de kleinste inleg van
10 shilling om te zetten in 1 euro. Chiari: "Het zou catastrofaal zijn
als iedereen op die manier naar boven gaat afronden." De Lotto-directie
heeft andere zorgen. Zij vreest omzetverlies, omdat in euro's veel
minder vaak een aanlokkelijke 'miljoenenwinst' in het vooruitzicht kan
worden gesteld.
Achtste deel in een serie over de voorbereidingen op de komst van de
euro in twaalf Europese landen. Eerdere afleveringen verschenen op 20,
24, 26 en 30 januari, 2, 6 en 8 februari.