Centrale-bankdirecteur Yves Mersch: hier geen monetair
patriottisme
Euro bezorgt Luxemburg eigen bank
Luxemburg, het bancaire centrum
van Europa, had tot voor kort geen eigen centrale bank. Met de komst van
de euro is ook de Banque Centrale du Luxembourg er alsnog gekomen.
Door onze correspondent HANS BUDDINGH'
LUXEMBURG, 6 FEBR. In de hifi-winkel aan de Rue Philippe II in het
brandschone centrum van Luxemburg zijn de prijzen in vier nationale
valuta's en in euro's aangegeven. De Europese burger geniet in het
groothertogdom traditioneel alle betaalgemak. Je kunt er niet alleen met
Luxemburgse of Belgische franken afrekenen, maar ook met Duitse marken,
Franse franken of zelfs Nederlandse guldens.
"Mijn grootste zorg is dan ook dat de mensen zo zelfgenoegzaam zijn dat
ze denken het allemaal al te weten", zegt president Yves Mersch van
Banque Centrale du Luxembourg.
De 51-jarige Mersch, die jarenlang bij het Internationaal Monetair Fonds
in Washington werkzaam was, wijst op de jongste 'eurobarometer' van de
Europese Commissie. Daaruit blijkt dat 72 procent van de Luxemburgers
zich goed geïnformeerd acht over de euro, veel meer dan burgers uit
andere landen van de eurozone. Maar de kennis van de Luxemburgers valt
in de praktijk toch tegen. Zo weten volgens Mersch veel Luxemburgers
niet dat nationale symbolen voor Luxemburg de groothertog alleen op
euromunten en niet op eurobiljetten staan.
In de Luxemburgse winkelstraten is nog weinig van de euro te merken. De
kiosk op het station verkoopt wat europarafernalia koffiemokken met het
eurosymbool maar de prijzen luiden slechts in Luxemburgse franken.
De fysieke overgang naar euro's is niet Mersch' enige zorg. Hij heeft
ook een dagtaak aan de opbouw van de centrale bank. Die werd pas op 1
juni 1998 opgericht, tegelijk met de invoering van het Europees stelsel
van centrale banken en van de euro. Luxemburg had door de monetaire unie
met België met een korte onderbreking sinds 1921 - als enige land
van de eurozone geen eigen centrale bank. De Belgische Nationale Bank
bepaalde het monetaire beleid. Soms tot grote frustratie van Luxemburg.
Zo werd de Belgische/Luxemburgse frank in 1982 en 1993 tegen de zin van
de Luxemburgse autoriteiten gedevalueerd ten opzichte van de Duitse
mark.
Mersch verbergt geenszins de spanningen die er tussen België en
Luxemburg zijn geweest in de aanloop naar de Europese muntunie, ofschoon
de betrekkingen altijd uiterst vriendschappelijk bleven. "Steeds drongen
we erop aan het Nederlandse voorbeeld te volgen en de frank te koppelen
aan de Duitse mark, wat de Belgen uiteindelijk in 1989 deden." Volgens
Mersch hebben de Luxemburgers in de jaren tachtig aan de Belgische
autoriteiten meermalen duidelijk moeten maken dat er anders een "casus
belli" zou ontstaan: Luxemburg zou zich uit de muntovereenkomst hebben
losgescheurd. De opbouw van Luxemburg als financieel centrum verdroeg
zich volgens Mersch nu eenmaal niet met een 'zacht' muntbeleid.
Bij de onderhandelingen over het Verdrag van Maastricht waar de
Europese muntunie werd beklonken zette Luxemburg alsnog de stap.
Luxemburg wilde niet het risico lopen niet aan de euro te kunnen meedoen
wegens de slechte financieel-economische situtie van België.
Mersch: "Voor ons was de vraag of we een gijzelaar zouden worden van een
ander land of dat we onze soevereiniteit zouden terugkrijgen. We vonden
dat elk land op zijn eigen merites moest kunnen toetreden. Luxemburg
voldeed toen als enige lidstaat van de Europese Unie aan alle
financiële criteria voor de euro, terwijl deelname van België
helemaal nog niet zo zeker was."
De oprichting van een eigen centrale bank was ook noodzakelijk omdat elk
land met de president van zijn centrale bank in het bestuur van de
Europese Centrale Bank deelneemt. Onder president Mersch is de staf van
de bank sinds 1998 uitgebreid van veertig tot bijna tweehonderd mensen,
waarbij kon worden geput uit de particuliere banksector. Ruim een kwart
van de staf is buitenlander, van wie de meesten Belgen. Alleen voor
bepaalde topjobs is de Luxemburgse nationaliteit vereist. Door de
ontbinding van het Belgisch-Luxemburgse akkoord moet Luxemburg z'n eigen
statistieken verzorgen. Mersch: "Zo gaan we vanaf volgend jaar zelf onze
betalingsbalans doen".
Het grote belang van de banksector voor de Luxemburgse economie is voor
bankpresident Mersch reden om in de periode rond 1 januari 2002 speciale
beveiligde 'euro-wisselcentra' buiten de bankgebouwen in te richten. Zo
wordt voorkomen dat lange rijen ontstaan bij de Luxemburgse banken,
waardoor deze aan het gewone werk niet meer toekomen. Juist in Luxemburg
zal naar verwachting veel geld worden gewisseld, omdat het land
dagelijks wordt overstroomd door forensen uit België, Frankrijk en
Duitsland. "We hebben 250.000 banen op een bevolking van 450.000 mensen.
De forensen halen hun cashgeld in Luxemburg", onderstreept Mersch. Dat
is ook de reden dat Luxemburg relatief veel eurogeld laat maken: 46
miljoen bankbiljetten op een totaal van 14,5 miljard in de eurozone en
120 miljoen munten op een totaal van 50 miljard stuks.
De Luxemburgse autoriteiten hebben voorlichtingsmateriaal in het Frans,
Duits, Engels en (voor de vele Portugese immigranten) in het Portugees
gedrukt. Voor radio en tv zijn ook spotjes in het eigen Letzeburgs
gemaakt.
Bankpresident Mersch spreekt met enige trots over het "geringe monetaire
patriottisme" van Luxemburg, waaraan volgens hem de rest van Europa een
voorbeeld had kunnen nemen. Als het aan Luxemburg had gelegen zouden er
volgens Mersch geen nationale symbolen op de euromunten zijn gekomen.
Hij vreest voor verwarring onder de burgers doordat 96 verschillende
euromunten straks in omloop komen: acht munteenheden met symbolen van
twaalf eurozonelanden. "En in de toekomst komen er door de toetreding
nog landen bij", waarschuwt Mersch.
Zesde deel in een serie over de voorbereidingen op de komst van de
euro in twaalf Europese landen. Eerdere afleveringen verschenen op 20,
24, 26 en 30 januari, en 2 februari.