Nederland speelt terecht grote rol in Europese
Bank
De Duitse centrale bank bepaalde
lange tijd het Nederlandse monetaire beleid. Maar door het succes van
het poldermodel zijn de rollen nu omgekeerd. Des te vreemder is het dat
velen nog steeds denken dat De Nederlandsche Bank een verlengstuk van de
Bundesbank is, meent Melvyn Krauss.
Toen Wim Duisenberg in 1997 De Nederlandsche Bank verliet om directeur
te worden van de Europese Centrale Bank ( ECB), bestond in Nederland de
indruk dat hij als het ware 'zijn werk meenam'. De Nederlandsche Bank
zou door de komst van de euro nauwelijks meer een functie hebben, en
niet veel invloed meer kunnen uitoefenen op de Nederlandse economie.
Niets is minder waar.
Omdat de gulden was gekoppeld aan de D-mark had de Nederlandse
monetaire autoriteit vóór de euro weinig manoeuvreerruimte
buiten de Bundesbank om. Het Nederlandse monetaire beleid werd in wezen
bepaald door de Duitse centrale bank. Tegenwoordig heeft Nederland een
buitenproportionele invloed op het monetaire beleid van de ECB.
Nederlanders staan bovenaan in de Raad van Bestuur van de ECB, terwijl
de Duitse invloed is geminimaliseerd.
Door verschillende oorzaken zijn de rollen nu omgekeerd. Het feit dat
Nout Wellink, de huidige president van De Nederlandsche Bank, lang en
intensief heeft samengewerkt met Duisenberg speelt vanzelfsprekend geen
geringe rol. Maar van fundamenteler belang is dat Nederland dankzij haar
florerende economie een stem heeft gekregen waar in de Raad van Bestuur
naar wordt geluisterd. In een recent interview erkende Wellink dat het
succes van het poldermodel - beperking van de sociale uitgaven,
flexibele arbeid en gedecentraliseerde besluitvorming - niet
onbelangrijk was voor de huidige Nederlandse invloed in Frankfurt. Je
kunt wel adviezen geven, aldus Wellink, maar zouden ze ook luisteren als
we dat economische succes niet hadden gehad?
Een zeer belangrijke 'luisteraar' was het hoofd van de Franse centrale
bank, Jean-Claude Trichet. Trichet, de gedoodverfde opvolger van
Duisenberg als president van de ECB, staat bekend als een groot
bewonderaar van het poldermodel. Bovendien is de Franse directeur het op
een groot aantal belangrijke beleidspunten volkomen met Wellink eens -
de noodzaak van een krachtig anti-inflatiebeleid en een sterke munt.
Gezien de nieuwe, nauwere samenwerking tussen De Nederlandsche Bank en
de Banque de France hoeven de Nederlanders niet te vrezen dat hun
invloed in Frankfurt zal afnemen als Trichet president van de ECB zou
worden.
Terwijl de Franse invloed op de ECB is gegroeid dankzij een sterke
economie en een sterke man bij de Franse centrale bank, is de Duitse
invloed afgenomen door het ontbreken van juist die twee voorwaarden. Het
was natuurlijk onvermijdelijk dat de Bundesbank een groot deel van haar
macht zou verliezen als gevolg van de Europese Monetaire Unie. Iedereen
wist het en was erop voorbereid. Maar het verlies aan invloed van de
ooit oppermachtige Duitse centrale bank is versterkt door de zwakke
Duitse economie - op dit moment de zwakste economie in de centrale
eurozone - en door een zwakke leiding van de Bundesbank, in een tijd dat
dit bastion van monetaire stabiliteit een sterke leider nodig had om
'een zachte landing' te kunnen maken.
In ECB-kringen vindt men dat Ernst Welteke, de huidige president van de
Bundesbank, die veel contact heeft met de Duitse minister van
Financiën Hans Eichel, te dicht bij de politici staat. Een
onafhankelijke koers, vrij van politieke invloeden van buiten, is
natuurlijk een sine qua non voor een effectief beleid van een centrale
bank. In navolging van voortreffelijke Bundesbankpresidenten als Hans
Tietmeyer, Helmut Schlesinger en Karl-Otto Poehl noemen zelfs Weltekes
eigen ondergeschikten hem 'de verkeerde man op de verkeerde plaats'. Er
is duidelijk iets mis bij de Bundesbank.
Een hoge functionaris van de Bundesbank aan wie ik vroeg wie de
invloedrijkste leden van de Raad van Bestuur van de ECB zijn, noemde
Wellink als een der eersten, maar de naam van Welteke kwam op zijn lijst
niet voor.
Het is dan ook vreemd dat zowel in Nederland als in het buitenland nog
steeds de indruk bestaat dat De Nederlandsche Bank een verlengstuk van
de Bundesbank is. Wellink is van mening dat die indruk altijd al
overdreven was. Volgens hem stond de oude Bundesbank ondanks haar macht
altijd al alleen, en had ze niet genoeg vrienden. Tegenwoordig werken de
Nederlandse en de Duitse centrale bank samen, maar de relatie tussen De
Nederlandsche Bank enerzijds en de centrale banken van Frankrijk en
Duitsland anderzijds is nu evenwichtiger.
Achteraf praten is altijd gemakkelijk, maar het had voor iedereen allang
duidelijk moeten zijn dat De Nederlandsche Bank in het milieu van de
Europese monetaire eenheid zou gedijen. Want die bank heeft precies wat
de jonge Europese Centrale Bank nodig heeft - een traditie die is gevoed
door vooraanstaande voormalige bankpresidenten als Marius Holtrop, Jelle
Zijlstra en Wim Duisenberg. Een traditie van een consequent beleid
gericht op een sterke munt en tegen inflatie, van ruimte voor
langetermijnbeleid en van een onafhankelijke koers, vrij van politieke
invloeden van buiten. Dat de leden van de Raad van Bestuur van de ECB
advies vragen aan de huidige top van De Nederlandsche Bank hoeft dus
niemand te verwonderen, de Nederlanders al helemaal niet. Maar het zal
wel typisch Nederlands zijn om daar toch verbaasd van te staan.
Melvyn Krauss is verbonden aan het Hoover Instituut van Stanford
University, en emeritus hoogleraar economie aan de Universiteit van New
York.