ECB krijgt het tij niet mee
Door onze redacteur MAARTEN SCHINKEL
AMSTERDAM/FRANKFURT, 4 NOV. Tot tweemaal toe weigerde de euro gisteren te gehoorzamen aan steunacties van de ECB. De bank in de rol van Marten Toonders tij-wisselaar.
Geduld is een belangrijke eigenschap voor centrale bankiers. En het lijkt er op dat ze in Europa die eigenschap hebben verloren. Het tweetal interventies dat de Europese Centrale Bank gisteren pleegde ten behoeve van de koers van de euro, heeft niet de gewenste koersstijging opgeleverd. De euro eindigde de dag gisteravond op 0,8660 dollar, en dat was maar een fractie hoger dan de munt de dag begon.
Als de euro gisteren de beslissende zet naar boven had moeten krijgen dan is de ECB daar niet in geslaagd. Wat ging er mis? Volgens het boekje is een interventie effectief als er met de stroom mee wordt geroeid. Dat gebeurde ook. De geplaagde Europese munt was juist bezig om op eigen kracht te herstellen van een dieptepunt van 0,8228 dollar vorige week woensdag tot rond de 0,8630 euro gistermorgen. Maar even makkelijk kan de indruk worden gewekt dat de centrale bank die op dat moment ingrijpt, de koersstijging niet erg vertrouwt, en er kennelijk beducht voor is dat de koers weer daalt. Het heldere, zelfstandige herstel van de euro kan sinds gisteren bezoedeld zijn door de interventies die de munt juist hadden moeten helpen.
Tweede ongeschreven regel is dat de interventie door beide kanten van de wisselkoers moet worden gesteund. De ECB greep gisteren eigenhandig in in de euro-dollarkoers zonder hulp van de dollar-partner, de Federal Reserve van de Verenigde Staten. Bij de vorige interventie op 22 september deden de centrale banken van al de G7-partners mee. En zelfs dat geweld keerde de eurokoers destijds niet. De Amerikaanse afwezigheid wierp gisteren al meteen een schaduw over de effectiviteit van de steunoperatie, die de ECB nu op eigen houtje uitvoerde. Hoewel de Amerikaanse minister van Financiën Summers gisteren zei ,,de zorg van de ECB te delen'', is op de valutahandel niet duidelijk welk gewicht die woorden hebben.
Twee weken gelden gaf Duisenberg in een interview nog toe dat hij Summers er tijdens de vorige interventie niet toe had kunnen bewegen om af te zien van de uitspraak dat ,,een sterke dollar in het belang is van de Verenigde Staten''. Juist de twijfel over de overtuiging van de VS maakte toen dat de interventie alsnog mislukte. Nu zal de markt opnieuw gissen: waarom vier dagen vóór de Amerikaanse presidentsverkiezingen op eigen houtje ingegrepen? Omdat Amerikaanse deelname ook na de verkiezingen niet zeker is?
Regel drie zou moeten zijn dat de interventie in een steriele omgeving plaatsvindt. Dat wil zeggen dat er geen majeure nieuwsfeiten mogen zijn die de effectiviteit van de ingreep kunnen bedreigen. Dat is niet gebeurd. De eerste interventie vond vlak voor het middaguur plaats, terwijl drie uur later om half drie de Amerikaanse werkgelegenheidscijfers over oktober zouden worden gepubliceerd. De banengroei in de VS viel weliswaar wat tegen, maar de werkloosheid bleef met 3,9 procent op het laagste peil in dertig jaar. Na die bekendmaking viel de euro onder de 0,86 dollar, hetgeen een tweede interventie door de ECB noodzaakte.
Nu de ECB de lezing heeft omarmd dat de kapitaalstromen van de EU naar de VS de boosdoener zijn voor de lage eurokoers, en dat die kapitaalstromen het gevolg zijn van het verschil in economische groei in Amerikaans voordeel, had zij misschien beter kunnen wachten tot de markt het zelf had opgelost. De Amerikaanse economische groei over het derde kwartaal van 2000 kwam vorige week vrijdag binnen op 2,7 procent. Dat zou voor het eerst lager kunnen zijn dan de economische groei over het derde kwartaal in Euroland, die verwacht wordt meer dan drie procent te bedragen. Vorige week vrijdag was niet toevallig het keerpunt in het lot van de euro, die sindsdien zonder bankiershulp herstelde.
Blijft dus de vraag: waarom gisteren? Als het Amerikaans-Europese groeiverschil inderdaad terugloopt, herstelt de euro volgens de theorie die Frankfurt zelf aanhangt, vanzelf en droogt de kapitaalstoom die de euro nu nog neerdrukt langzamerhand op. Maar als de Amerikaanse zwakte tijdelijk blijkt, en de economie daar weer aantrekt, heeft unilateraal interveniëren in de eurokoers onder de huidige omstandigheden even weinig zin als aan het strand gaan staan om, net als Marten Toonders tij-wisselaar, eb en vloed proberen te regelen.