Euro werd Amerikaans belang
Door onze redacteur MAARTEN SCHINKEL
PRAAG, 23 SEPT. Dat Europa en Japan de euro te hulp schieten is begrijpelijk. Maar wat
is het Amerikaanse belang? Het stabiliseren, niet het opdrijven van de euro
moet het motief zijn geweest.
Twee grondregels voor een militaire operatie: verras de tegenstander en
kom met een overmacht.
De steunoperatie die de belangrijkste centrale banken ter wereld gisteren
uitvoerden ten behoeve van de euro was er een uit het boekje. De overmacht
was er: niet zozeer de naar schatting 5 miljard euro aan steunaankopen die
gisteren in twee golven op de valutamarkt inbeukte maakte gisteren indruk,
maar het feit dat elke centrale bank er aan mee deed.
De Europese Centrale bank natuurlijk, maar ook de Bank van Japan, de Bank
of England, de Canadese centrale bank en als cavalerie de Federal Reserve
Bank van New York die voor de Amerikaanse centrale banken de marktoperatie
uitvoert.
De verrassing was er ook. Lunchtijd, wanneer de dealingrooms minder goed
bemand zijn en de omzetten op de markt laag zijn, is de perfecte tijd om zoveel
mogelijk effect te sorteren. Bovendien komen vandaag in Praag de zeven grootste
industrielanden bijeen, met de euro hoog op de agenda. Interventies op de
valutamarkt vóór dat overleg hadden niet veel handelaren verwacht.
Maar de grootste surprise kwam van de deelname van de Amerikanen. Het gros
van de analisten was van mening dat zeven weken voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen
een ingreep politiek gezien hoogst onwaarschijnlijk was. En Amerikaanse deelname
werd onontbeerlijk geacht voor een succesvolle steunoperatie voor de euro.
Dat de ECB de verzwakking van de euro, die woensdag nog een bodem bereikte
van 0,8530 dollar, wilde tegengaan is evident. Dat Japan, dat een moeizaam
economisch herstel doormaakt, geen baat heeft bij een ijzersterke yen tegenover
de euro, ook. Maar waar is het Amerikaanse belang? De sterke dollar heeft
er toe bijgedragen dat de inflatie redelijk in toom is gehouden bij de hoge
economische groei van de laatste jaren, die juist dit jaar piekt op ruim 5
procent. Bovendien is de sterke, aantrekkelijke dollar, nodig om het buitenland
te blijven verleiden om het gapende tekort van 4,2 procent op de betalingsbalans
te financieren. En dan is er ook nog het politieke risico dat vice-president
Gore loopt in de verkiezingsrace. De sterke dollar wordt geassocieerd met
de voorspoed in de Nieuwe Amerikaanse economie, en het moedwillig verzwakken
van de munt door de regering-Clinton in de VS heeft de regering het laatste
woord over valuta-interventies - kan Gore kwetsbaar maken tegenover
zijn rivaal Bush.
De Amerikaanse minister van Financiën, Summers, zal zich morgen na
afloop van de G7-vergadering in bochten moeten wringen om de stap te verkopen.
Gisteren, voor zijn vertrek naar Praag, zei hij dat de interventies zijn gepleegd
uit een ,,gedeelde zorg over de mogelijke implicaties van de recente bewegingen
van de euro voor de wereldeconomie'. Maar hij herhaalde ook dat ,,een sterke
dollar in het belang is van de Verenigde Staten''.
De enige verklaring die deze twee uitspraken met elkaar kan verenigen is
dat de stap van gisteren niet is gedaan om de euro op te drijven tegenover
de dollar, maar om de eurokoers te stabiliseren. Deze week maakten zowel Gilette
als McDonald's bekend dat hun winst lijdt onder de lage eurokoers, waarin
hun Europese resultaat wordt terugvertaald in dollars. Maar alarmerender is
dat de hevige fluctuaties en de telkens verder afkalvende koers van de euro
een risico kunnen vormen voor de gezondheid van de internationale financiële
markten. Het indekken van valutarisico's is door de wilde bewegingen onevenredig
duur geworden. En de eurokoers moet in de ogen van de centrale banken steeds
speculatiever tekenen begonnen te zijn vertonen, waardoor een vrije val van
de munt aannemelijker werd.
Centrale bankiers die al langer meegaan, weten nog heel goed dat het Deense
' nee' tegen de Economische en Monetaire Unie in 1992 het startschot bleek
voor de grootscheepse valutacrisis van dat jaar. Komende donderdag stemmen
de Denen wederom over deelname aan de euro, en een negatieve uitkomst kan
de eurokoers zwaar beschadigen en dollar nog verder opdrijven.
Bij de centrale banken heerst het adagium dat het niveau van een wisselkoers
hen niet zo veel uitmaakt, maar dat instabiliteit van een wisselkoers reden
is voor verhoogd alarm. De stap van gisteren zal voorlopig moeten worden uitgelegd
als een streven naar stabiliteit. Een vrije val van de euro mag dan schadelijk
zijn, het alternatief, een te plotselinge en hevige verzwakking van de dollar
is een nachtmerrie.