Discipel van de euro
Door Michèle de Waard
De euro zakt naar nieuwe dieptepunten. Vooral voor Duitsers, die hun geliefde
D-mark toch al met tegenzin afstaan, is dat zuur. De scepsis groeit maar president
Ernst Welteke van de Bundesbank vindt veel negatieve verhalen over de nieuwe
munt onzin. ,,Europa is beter af met de euro''.
Het is zwaar weer voor Ernst Welteke, president van de Bundesbank. Elke
avond om acht uur melden de nieuwslezers van de Tagesschau op televisie met
een grafstem nieuwe diepterecords van de euro.
Sinds de invoering van de Europese munt op 1 januari 1999 - eerst
in het papieren betalingsverkeer - werd voor de euro heel even 1,18
dollar betaald, daarna is het snel bergafwaarts gegaan. Bondskanselier Gerhard
Schröder mag lakoniek reageren, oud-kanselier Helmut Schmidt mag oproepen
tot gelatenheid - de koersdaling van de euro gaat onverminderd voort.
De euro zou ,,zo hard'' worden als de D-mark, was de Duitsers die hun geliefde
mark helemaal niet kwijt willen, beloofd. Nu horen ze dagelijks het tegenovergestelde.
'Beleg uw geld snel in aandelen in plaats van in euro's', adverteren de sceptici
in de dagbladen, die altijd al tegen invoering van de Europese munt waren.
De boulevardkrant Bild wees begin deze maand enkele 'daders' aan. Het blad
beeldde Europese politici af, die de geboorte-akte van de euro (het Verdrag
van Maastricht) mede ondertekend hadden, zoals de Franse oud-minister Roland
Dumas (Buitenlandse Zaken), zijn voormalige Italiaanse collega Gianni de Michelis
en de vroegere premier van Frankrijk, Pierre Beregovoy. 'Vele mannen, die
hem invoerden, mislukten in hun beroep en in hun leven', schreef het blad.
Rust er een vloek op de euro?
Onzin, vindt Welteke. Het tegendeel is het geval. Europa is beter af met
de euro. De Duitse centrale bankier wordt niet moe te verklaren waarom.
,,De Europese Monetaire Unie heeft tot nu toe succesvol gewerkt'', zegt
Welteke (58) in een gesprek met internationale media in Berlijn. Ruim een
jaar geleden loste Welteke Hans Tietmeyer af als Bundesbankpresident. Welteke,
sociaal-democraat en vakbondsman, wijst graag op de ,,sociale dimensie'' in
de economie. Tegelijkertijd past hij volledig in de jarenlange traditie van
de Bundesbank die voor alles geldstabiliteit predikt. Het zijn vooral z'n
hardnekkigheid, doorzettingsvermogen en gevoel voor politieke wilsvorming
waardoor Welteke is opgevallen. Eigenschappen die hij in de huidige 'eurocrisis'
volop inzet. Dat de euro goed is voor Europa, staat voor de Bundesbankpresident
ondanks de zwakke koers - als een paal boven water.
,,Toen we in de jaren negentig nog volop het debat voerden over het Verdrag
van Maastricht, had Europa een inflatie van gemiddeld 5,4 procent. Enkele
landen kenden zelfs prijsstijgingen van ver boven de 10 procent. Nu bedraagt
de inflatie slechts 2,4 procent in Europa, terwijl de olieprijs bijna verdrievoudigd
is. In Duitsland was de inflatie vorig jaar zelfs 1 procent. Hoe kunnen sommigen
beweren dat de euro geflopt is?''
De Europese Centrale Bank (ECB), waarvan Welteke tevens bestuurslid is,
heeft de afgelopen anderhalf jaar haar taak ,,voortreffelijk'' vervuld. Centrale
opgave van de ECB is immers het garanderen van prijsstabiliteit, niet van
de wisselkoers. Dat honoreren ook de financiële markten, stelt de bankpresident
vast, en hij verwijst naar de lage risicotoeslag op de kapitaalmarkt. De lange
rente is relatief laag, wat erop duidt dat de markten groot vertrouwen koesteren
in de kundigheid van de ECB om de prijzen duurzaam stabiel te houden.
,,Bovendien had Europa vóór invoering van de euro zelf veel
meer last van koersschommelingen dan nu'', meent Welteke. ,,Momenteel wordt
een veel kleiner deel van de economie getroffen door de koersverschillen tussen
euro en dollar. We hebben vandaag de dag geen valutaschommelingen tussen de
Europese landen. Het lijkt wel alsof niemand zich dat realiseert'', zegt Welteke,
bijna verontwaardigd. ,,We hebben nu tussen Porto en Rostock geen koersschommelingen.
Tussen Italië en Duitsland bestaan geen koersverschillen. Als vroeger
de koers tussen dollar en D-mark fluctueerde, was er onmiddellijk sprake van
schommelingen in Europa. Dat is nu niet meer het geval.
De meeste Duitse ondernemers, die in de buitenlandse handel actief zijn,
worden volgens Welteke door de schommelingen van de eurokoers helemaal niet
geraakt. Meer dan de helft van de export van de Bondsrepubliek gaat tenslotte
naar de lidstaten van de Europese Muntunie.
,,Dat is toch een reuze voordeel. En de schommelingen van de wisselkoers
- dat heeft nog niemand van de euro-sceptici kunnen aantonen -
hebben toch niets te maken met de invoering van de euro of de Europese Centrale
Bank. Dat kan werkelijk niemand beweren'', vindt Welteke.
Natuurlijk is de euro ondergewaardeerd, moet ook hij toegeven. En natuurlijk
zien ook centrale bankiers liever een sterke munt dan een zwakke. Een sterke
munt stimuleert prijsstabiliteit, terwijl een zwakke munt ertoe neigt prijsstijgingen
in de hand te werken.
,,Maar de belangrijkste verklaring voor de zwakke euro is nu eenmaal dat
Amerika er beter voor staat dan Europa. De verwachtingen over de economische
groei tussen de Verenigde Staten en Europa zijn verschillend. Amerika beleeft
de langste economische boom in haar geschiedenis. De VS hebben al jaren achtereen
voortdurend hoge groeicijfers van het bruto binnenlands product bij gematigde
prijsstijgingen. Intussen gelooft bijna niemand meer, op een enkeling na,
dat er aan deze ontwikkeling een einde komt. Verwacht wordt dat juist door
de hoge stijging van de productiviteit als gevolg van de informatie- en communicatietechnologie
het bruto binnenlands product blijvend verder zal stijgen zonder dat het tot
sterke inflatiestijging komt.'' Daardoor stromen directe investeringen en
beleggingen van Europa naar de VS waarmee het tekort op de Amerikaanse betalingsbalans
wordt gefinancierd.
Toch is er ondanks de sterke Amerikaanse economie alle reden eerder optimistisch
dan pessimistisch te zijn over de ontwikkeling van de euro, stelt Welteke.
,,De vooruitzichten voor economische groei in Europa zijn beduidend beter
dan enkele jaren geleden. Duitsland heeft aanhoudend goede exportcijfers.
De buitenlandse opdrachten zijn nu twintig procent hoger dan vorig jaar. De
groei wordt niet alleen meer gedragen door de uitvoer. Ook de investeringen
trekken aan, evenals de binnenlandse consumptie.''
De Bundesbank gaat er dan ook vanuit dat de economie in de Bondsrepubliek,
de grootste economie in de Europese Unie, zowel dit jaar als volgend jaar
drie procent zal groeien. ,,Dat is twee keer zo hoog als de gemiddelde groei
van 1,5 procent in de jaren tachtig'', onderstreept Welteke. Ook de werkloosheid
daalt in bijna alle landen van de muntunie.
Tevens heeft Europa een begin gemaakt met noodzakelijke structurele hervormingen,
die voorheen uitbleven. ,,In Duitsland zelf is eindelijk een belangrijke belastingverlaging
doorgevoerd en de hervorming van het pensioenstelsel staat op de agenda.''
Ook wijst Welteke op een aantal hervormingen in de structuur van de Duitse
economie.
,,Privatisering van Deutsche Telekom heeft enorme dynamiek op de telecommarkt
tot gevolg. De privatisering van de post en de spoorwegen staat voor de deur.
Al deze ontwikkelingen dragen bij aan positieve perspectieven voor de groei''.
Enkele internationale prognoses voor het jaar 2001 gaan er zelfs van uit
dat de Europese groei die van de Verenigde Staten zal overtreffen, zegt hij.
Maar helaas is momenteel sprake van een asymetrische waarneming van informatie.
Goede berichten uit de VS worden benadrukt, slechte berichten uit Europa ook.''
Desondanks verwacht Welteke dat zodra de Amerikaanse presidentsverkiezingen
deze herfst achter de rug zijn en de verwachtingen voor de Europese groei
zich doorzetten, ook de koers van de euro weer zal aantrekken. Of de sterk
stijgende olieprijzen roet in het eten gooien?
,,Ik had graag gezien dat de Europese landen zich eenduidig tegen de door
demonstranten geëiste lastenverlichting hadden verzet. Helaas is dat
niet gebeurd. Verschillende landen vinden het nodig op de protesten tegen
de hoge benzineprijzen met fiscale maatregelen te reageren.'' Maar als het
beeld van Europa wordt bepaald door demonstrerende boeren of vissers, die
niet eens door de milieubelasting worden getroffen, moet men zich niet over
de zwakte van de euro verwonderen, meent Welteke.
De stijging van de olieprijs zal weliswaar een remmend effect op de groei
hebben van een half procent, verwacht de Bundesbank. Maar in Duitsland wordt
deze daling volgens Welteke goedgemaakt door de binnenlandse vraag, die aantrekt.
Wel waarschuwt Welteke ervoor dat de stijgende olieprijzen in combinatie met
de zwakke euro uiteindelijk ook op de consumentenprijzen zullen neerslaan.
Daarom heeft de ECB vorig jaar successievelijk de rente verhoogd tot in de
zomer dit jaar en bestudeert de bank behoedzaam welke instrumenten zoals interventies
- verder kunnen worden ingezet.
Eén ding is in ieder geval duidelijk. De stijgende olieprijzen zijn
niet te vergelijken met de oliecrises in de jaren zeventig. ,,Er zijn overeenkomsten,
maar ik zie een belangrijk verschil. De afhankelijkheid van industrielanden
van de olie-exporterende landen is aanzienlijk verminderd. Begin jaren tachtig
werd nog 4,5 procent van het bruto binnenlands produkt voor import van olie
gebruikt, nu is dat nog slechts 1,5 procent. Het effect op de prijzen is tot
nog toe gering. De olieprijs is verdriedubbeld, maar desondanks hebben we
in de euro-landen stabiele prijzen. Dat was tijdens de oliecrisis heel anders.''
Over de toekomstige ontwikkeling van de euro is Welteke optimistisch, hoewel
geduld is geboden. ,,Zodra de Europese munt over anderhalf jaar werkelijk
cash te krijgen is als dagelijks betaalmiddel wordt gebruikt, zal de scepsis
van de bevolking verminderen'', voorspelt Welteke. ,,Dan profiteren ook de
burgers van de voordelen van één munt waarmee ze tussen Rostock
en Porto kunnen betalen.''
Voor de Duitsers, die de traumatische hyperinflatie in 1923 en 1948 nog
hebben meegemaakt, heeft de bankpresident nog een douceurtje: een gouden D-mark.
,,Iedereen krijgt een gouden munt om het pijnlijke afscheid van de geliefde
mark te verzachten.''