Koers euro bepaalt toekomst verzorgingsstaat
Melvin Krauss en Lee R. Thomas
Achter de inzakkende koers van de euro gaat een strijd op leven en dood
tussen deze munt en de Europese verzorgingsstaat schuil. Ofwel de euro zal
de verzorgingsstaat te gronde richten of de verzorgingsstaat in Europa richt
de euro te gronde. Ondanks de actuele koerszwakte gokt de verstandige belegger
op de euro. Het bedroevende koersverloop van de munt - een daling van
aanvankelijk 1,18 dollar tot een recent dieptepunt onder 90 dollarcent -
komt grotendeels voor rekening van Europa's aarzeling om via structurele hervormingen
de economische flexibiliteit te vergroten. Otmar Issing, topeconoom bij de
Europese Centrale Bank, schrijft: ,,Duitsland en andere EU-landen zijn aansprakelijk
voor de zwakte van de euro, omdat ze hebben verzuimd hun economie flexibeler
te maken.'' Maar tussen de noodzaak de verzorgingsstaat te temmen en het vermogen
van de euro om dat te doen, gaapt een diepe kloof. Harvard-econoom Martin
Feldstein heeft zelfs gesteld: ,,De gezamenlijke munt wordt een politieke
hindernis voor de invoering van hervormingen.'' ,,Politici,'' zo schrijft
Feldstein, ,,kunnen nu de ECB de schuld geven van de hoge werkloosheid en
klagen dat de Bank een machtscentrum is dat zich onttrekt aan nationale controle.''
Nog een ander gevolg lijkt waarschijnlijker: wanneer anti-competitief beleid
van een land de euro drukt, dan wordt het veroordeeld als 'anti-Europees'.
Voor de politieke leiding van Europa is de euro een onwrikbaar gegeven -
een experiment dat niet kan en niet mag mislukken. Als kortzichtig nationaal
economisch beleid de euro in gevaar brengt, zullen de verantwoordelijken dadelijk
onder krachtige politieke tegendruk worden gezet om hun misstappen ongedaan
te maken.
De recente fusie van Vodafone en Mannesmann kan als voorbeeld dienen. Toen
het Britse Vodafone bekendmaakte het Duitse Mannesmann over te willen nemen,
protesteerde Bondskanselier Gerhard Schröder tegen de fusie omdat die
in Duitsland tot banenverlies zou leiden. Na dit nieuws daalde de euro in
waarde. ECB-topman Wim Duisenberg reageerde briljant en prikte ezeltje Duitsland
een 'anti-Europees' staartje op door te verkondigen dat de euro in gevaar
werd gebracht door Schroeders anti-competitieve optreden. Schroeder, bang
om voor anti-Europees te worden uitgemaakt, bond in. Niet alleen door de verzorgingsstaats-gedachte
gelijk te stellen aan anti-Europese gezindheid zal de euro hervormingen teweegbrengen,
maar ook doordat hij EU-lidstaten dwingt tot onderlinge concurrentie in het
aantrekken van mobiel kapitaal. De euro vergroot de mobiliteit van het kapitaal
in Europa doordat het koersrisico bij intra-Europese transacties vervalt.
Nu ondernemingen zich niet langer door vrees voor nadelige koersbewegingen
aan één land gebonden voelen, kunnen zij zich overal in de euro-zone
vestigen. En dus kunnen ze met de diverse regeringen in onderhandeling gaan
over belastingen, regelgeving en arbeidsvoorwaarden.
Zo zijn de Nederlanders om bedrijven te lokken bereid te onderhandelen
over belasting. In België en Denemarken zijn ondernemingsvriendelijke
wetten en regels aangenomen. De 'race naar de bodem' wat betreft de anti-competitieve
maatregelen zal een gelijkopgaande 'race naar de top' in Europese groeicijfers
te zien geven. Het gevolg kan slechts een sterkere euro zijn.
Europees links heeft dit zien aankomen en doet zijn best om de concurrentie
tussen regeringen te neutraliseren door de Europese Commissie ertoe aan te
zetten de Europese belastingen, regelgeving en arbeidsnormen op hoge, anti-competitieve
niveaus te 'harmoniseren'. De vroegere Duitse minister van Financiën
Oskar Lafontaine heeft vergeefs getracht om met deze harmonisatietruc Duits
kapitaal in Duitsland gevangen te houden. Men zegt dat Brussel zich opmaakt
om de Nederlandse competitieve concessies weg te harmoniseren. Bovenop de
EU-harmonisering willen sommige Europese politici de 'race naar de bodem'
ook nog tegengaan door marktactiviteiten binnen de EU aan restricties te binden.
Op de recente EU-topconferentie in Lissabon stelde Nicole Fontaine, voorzitter
van het Europees Parlement, dat de ,,meedogenloze uitbuiting van de verschillen
in sociale en fiscale wetgeving van land tot land'' restricties op bedrijfsovernames
rechtvaardigde. Zulke geluiden brengen de euro alleen nog maar verder in het
slop.
Niet alle Europese leiders schrijven de zwakte van de euro toe aan structurele
factoren. Sommigen menen dat de Amerikaanse dollar zo sterk staat tegenover
de euro omdat de VS en Europa zich in verschillende fasen van de economische
cyclus bevinden. Als straks de VS gas terugneemt en Europa versnelt, zal de
euro daarvan profiteren. Maar hoewel de Europese economie beter draait dan
de Japanse, heeft de euro ook ten opzichte van de yen drastisch aan waarde
ingeboet.
Andere deskundigen in Europa wijzen op het feit dat de Duitse mark nooit
zo hoog heeft gestaan ten opzichte van de dollar als toen Duitsland met structurele
problemen kampte die nog ernstiger waren dan nu. Maar de mark is de euro niet.
In het verleden gold de Duitse Bundesbank als geloofwaardiger dan de Federal
Reserve. De ECB geldt juist als minder geloofwaardig dan de Fed. Vroeger besteedden
valutamarkten niet zoveel aandacht aan structurele factoren. Thans is het
concurrentievermogen van een economie op mondiaal niveau allesbepalend voor
de waarde van een munt op de valutamarkten. En dat geldt des te sterker voor
de euro als de munt van het 'nieuwe Europa'. Als het 'nieuwe Europa' faalt,
zal ook de euro dat doen. Beseffen de politieke leiders van Europa eenmaal
dat het nalaten van noodzakelijke hervormingen niet alleen de wisselkoers
van de euro, maar ook het bestaan van de euro zelf in gevaar brengt, dan zullen
die hervormingen er komen en gaat de euro met sprongen omhoog.
Melvin Krauss is senior fellow aan the Hoover Institution van Stanford
University; Lee Thomas is senior international portfolio manager bij PIMCO
Newport (Californië).