NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE




Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Topambtenaar Weck op non-actief

Verwarring over gevaarlijke lading

Door onze redacteuren HARM VAN DEN BERG en FLORIS VAN STRAATEN
Verklaringen over de lading van de neergestorte El Al-Boeing staan diametraal tegenover elkaar. Prangende vragen dringen zich op.

Na een week vol dramatische verhoren omtrent de toedracht van de Bijlmerramp is de onzekerheid daarover eerder toegenomen dan verminderd. De verwarring steeg tot grote hoogte toen de enquetecommissie zelf woensdag onthulde dat er een band bestaat met telefoongesprekken van kort na de ramp. Ruim zes jaar lang had deze band in een kluis gelegen. Hierop verklaart een medewerker van El Al dat er explosieven, munitie, gif en vloeibare gassen in het verongelukte toestel zaten en beloven Nederlandse luchtvaartfunctionarissen desgevraagd dat ze hieraan geen ruchtbaarheid zullen geven.

De onthulling leidde tot emotionele reacties in het hele land en tot honderden telefoontjes naar de stichting Korrelatie. Velen wezen onmiddellijk met de beschuldigende vinger naar de overheid, die ernstig tekort zou zijn geschoten. Bewoners uit de Bijlmer met gezondheidsklachten, die ze toeschreven aan gevaarlijke stoffen die zouden zijn vrijgekomen bij de ramp, veerden op. Eindelijk leken ze gelijk te krijgen.

Maar het nieuws over de tape was nog maar nauwelijks naar buiten gekomen of F.Erhart, die namens de luchtvaartinspectie steeds nauw bij het officiele onderzoek naar de ramp betrokken is geweest, getuigde voor de commissie dat het volgens hem slechts om een misverstand ging.

Met grote stelligheid sprak hij tegen dat er munitie en wapens aan boord zouden zijn geweest. Wel had het El Al-vrachtvliegtuig op zijn vlucht van New York naar Amsterdam explosieven vervoerd voor boorwerkzaamheden op de Noordzee, maar deze waren op Schiphol uitgeladen. ,,Dat weet ik 100 procent zeker'', aldus Erhart.

Ook verklaarde Erhart, die zelf kort na de ramp een etmaal rondspeurde op de plek van het ongeluk, dat hij ondanks zijn deskundigheid op dat terrein geen sporen had aangetroffen van wapens of munitie.

Gisteren deed Erharts baas, H. Wolleswinkel, die destijds de leiding had over het onderzoek naar de ramp, dit nog eens dunnetjes over. Ook Wolleswinkel opperde dat het om een vergissing moest gaan.

Volgens Wolleswinkel was er onmiddellijk na de ramp al een scenario in werking getreden waartoe ook het achterhalen van de samenstelling van de lading behoorde. Een medewerker van de luchtvaartinspectie had die avond samen met een deskundige tot in detail een overzicht doorgenomen van de gevaarlijke stoffen die aan boord van het ramptoestel waren. Samen kwamen ze tot de conclusie dat de stoffen geen gevaar voor de gezondheid vormden. Daarop ging het consigne uit naar burgemeester Van Thijn van Amsterdam en naar andere instanties dat de stoffen aan boord van het toestel geen extra gevaar opleverden voor mensen die bij de reddings- en bergingswerkzaamheden waren betrokken. ,,Die informatie, die verstrekt is, is correcte informatie geweest'', aldus Wolleswinkel. Na zulke op het eerste gezicht geheel tegenstrijdige versies dringen zich enkele prangende vragen op. Welke stoffen vervoerde het verongelukte El Al-toestel nu eigenlijk en hoe gevaarlijk waren die? Zelfs als Wolleswinkel en Erhart gelijk hebben dat El Al en de verkeersleiders die avond een vergissing hebben gemaakt, staat vast dat het toestel wel degelijk aanzienlijke hoeveelheden gevaarlijke stoffen (chemicalien) en militaire spullen aan boord had. Bovendien is van 20.000 kilo lading nog altijd onzeker wat het nu was.

Als Wolleswinkel en Erhart gelijk hebben met hun bewering dat de lading geen extra gevaren heeft opgeleverd voor de hulpverleners ter plaatse, verliest ook de poging van enkele luchtvaartfunctionarissen om de kwestie in de doofpot te stoppen aan betekenis. Die werkten dan immers in het luchtledige: een luchtbel laat zich moeilijk in de doofpot stoppen.

Maar de versie van de twee deskundigen is nog allerminst bewezen. Het is vooralsnog heel wel mogelijk dat El Al zich op de avond van de ramp helemaal niet heeft vergist en juist de waarheid heeft gesproken omtrent de lading. Als dat zo is, dan zal Nederland deze week nog lang heugen. Het doofpottenwerk van de betreffende luchtvaartfunctionarissen is dan een kwestie van de eerste orde: niet alleen lijdt de Nederlandse overheid vreselijk gezichtsverlies, maar ook komen plotseling de fysieke klachten van veel mensen uit de omgeving van de ramp in een nieuw daglicht te staan. De overheid en El Al kunnen op hoge eisen tot schadevergoedingen rekenen.

De enquetecommissie weigerde gisteren haar mening te geven over dergelijke vragen. De opgave om de volledige waarheid te achterhalen lijkt zwaarder dan ooit.

NRC Webpagina's
6 FEBRUARI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad