NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Nacht van iedereen en niemand

Door onze redacteuren GIJSBERT VAN ES en KEES VAN DER MALEN
DEN HAAG, 3 JUNI. Het Kamerdebat over het Bijlmerrapport eindigde in een anticlimax. Het kabinet overleefde weinig glorieus, de oppositie bleef met lege handen achter.

De ontknoping voltrok zich in luttele seconden. De premier keek naar links, de premier keek naar rechts. ,,Nee'', sprak hij vanachter de regeringstafel tot de oppositie. Nee, de ministers Borst en Jorritsma stapten niet op. Ze hadden dus verder geen mededeling te doen aan de Tweede Kamer.

Het Kamerdebat over het Bijlmerrapport eindigde vanmorgen om half vijf in een anticlimax. Na achttien uur debatteren kon de balans worden opgemaakt. Het demissionaire kabinet had het debat ongeschonden maar weinig glorieus overleefd. De enquêtecommissie was intern slaags geraakt en had daarnaast lijdzaam moeten toezien hoe haar rapport steeds verder was onttakeld. De oppositie had zich als eenheid tegenover de paarse coalitie gemanifesteerd, maar bleef uiteindelijk met lege handen staan.

Het was in feite de nacht van iedereen en van niemand tegelijk. Het was de nacht van Rob van Gijzel, de aanjager van de Bijlmerenquête, en van Rob Oudkerk, de inquisiteur van minister Borst, die in de slotfase van het debat in hun fractie alleen kwamen te staan. Het was ook de nacht van Els Borst, die lang en zwaar onder vuur had gelegen, maar uiteindelijk toch vrij gemakkelijk haar positie wist te behouden. Het was zeker de nacht van Wim Kok, die urenlang had zitten staren en zwijgen, maar uiteindelijk met power play zijn ministers redde. Het was ook de nacht van Ad Melkert, de fractievoorzitter van de PvdA die tot in het laatste uur gevangen zat tussen ministers en fractiegenoten en tenslotte even doorzichtig als ingenieus fractiediscipline afdwong en het kabinet een uitweg bood.

Maar misschien was het vooral de dag en de nacht van het ritueel: van lange monologen en zeer gedetailleerde uitweidingen, van spijt betuigen en beterschap beloven. Zo was de parlementaire enquête Vliegramp Bijlmermeer ook bedoeld geweest als een reinigingsritueel voor politici die jarenlang de noden van 'de mensen in de Bijlmer' hadden genegeerd en voor ambtenaren die langs elkaar heen hadden gewerkt en zich hadden onttrokken aan de leiding van hun politieke superieuren.

Het slotdebat had zijn bekroning moeten vinden in opwekkende gebaren, van Kamer en regering die zouden beloven zich voortaan te gedragen als een bezorgde en zorgzame overheid. Maar het was vooral iets anders dat werd schoongewassen: de paarse coalitie.

Vijftien nachten geleden hadden vijf VVD'ers in de senaat het kabinet op scherp gezet. Kok-II viel per slot door de enkele tegenstem van senator Wiegel. Afgelopen nacht kwam in de Tweede Kamer alles weer goed, hoewel het dit keer vier PvdA'ers waren die langdurig dwarslagen. De bijna bezworen kabinetscrisis scheerde langs een ministerscrisis. Uiteindelijk bonden twee PvdA'ers op tijd in. De twee resterende 'afvalligen' vormden geen bedreiging meer.

Het ging aan het begin van de nacht al spoedig niet meer om de vraag of Borst en Jorritsma konden aanblijven. Het was vooral de vraag of de PvdA-fractie haar verdeeldheid binnenskamers kon houden. De grootste regeringspartij moest kiezen twee loyaliteiten: Bijlmerbewoners en kabinetsleden. Het werd een ongemakkelijke kruip-door-sluip-door. Een motie van eigen woordvoerder Van Gijzel (opsteller: Adri Duijvesteijn), die het totale regeringsbeleid rondom de Bijlmerramp veroordeelde, bleef achterwege. Die motie moest Borst sparen door de politieke schuld collectief te spreiden, maar tegelijk een stevig accent zijn voor een strenge, eigen PvdA-lijn. Premier Kok sprak op het allerlaatste moment — bij overleg met de fractieleiders van de drie regeringspartijen — zijn veto erover uit.

In een nachtelijke schorsing voor fractieberaad, tussen kwart voor drie en half vier, legde Melkert zijn volle gewicht in de schaal om een veel gematigder motie aanvaard te krijgen. Een uitspraak die zich concentreerde op de toekomst. De schuld voor alle fouten uit het verleden werd gespreid over regering en Kamer. Het werd, zei GPV'er Schutte, een motie ,,met goede bedoelingen voor de toekomst en zand over het verleden''.

Melkert moest met de motie flink door het stof. De coalitiepartners lieten hem graag de motie indienen, maar dan wel zonder hun handtekening. De VVD koesterde zich in de comfortabele positie dat zij niks hoefde af te dwingen bij het kabinet. En D66 ontdekte dat het ongemak over haar eigen vice-premier had plaatsgemaakt voor het ongemak van de grootste regeringspartij die verdeeld dreigde te stemmen. Meestemmen met de PvdA, ja dat wilden de coalitiepartners wel. Maar de hoon voor zijn ,,draai'' moest Melkert alleen in ontvangst nemen.

Fractieleider Rosenmöller van GroenLinks constateerde dat de PvdA wel ,,erg snel en kort'' door de bocht was gegaan. ,,En dan vlieg je er meestal uit.'' CDA'er De Hoop Scheffer, de leider van de grootste oppositiepartij, stelde ,,dat de toekomst altijd een gemakkelijke vluchtweg is''. Melkert zag dat anders: de schijnwerpers moesten niet zijn gericht op individuele bewindslieden, maar op de overheid als geheel — ,,op onszelf als Kamer'' dus ook. Zeker, de afhandeling van de ramp had ,,op een substantieel aantal punten tekortkomingen vertoond''. En natuurlijk, de afwikkeling had ,,beter gekund en ook beter gemoeten''. Maar de overheid is nu eenmaal geen ,,stofzuiger'' die alle maatschappelijke problemen kan opruimen, zo leende Melkert een typering van VVD'er Te Veldhuis.

Melkerts woorden schuurden langs de scherpe kritiek die zijn eigen woordvoerder, Van Gijzel, zeer gedetailleerd en vasthoudend over de bewindspersonen had uitgestort. De cruciale conclusies uit de enquête, die Van Gijzel leek te omarmen, wees Melkert faliekant af. Borst en Jorritsma waren uit de gevarenzone gemanoeuvreerd. De fractieleider had zijn werk als meesterknecht van Kok voltooid.

Het kabinet is gered, maar de prijs kan hoog zijn. Borst en Jorritsma zullen worden herinnerd aan hun 'lakse' houding inzake de Bijlmerramp. PvdA-fractieleden die zijn gezwicht voor de monistische ingreep van Melkert zullen mogelijk later de rekening aan hem presenteren. De verzamelde oppositie — van GroenLinks tot en met SGP — heeft de smaak geproefd van gezamenlijk optrekken tegen de paarse coalitie.

NRC Webpagina's
3 JUNI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad