NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

'Werkwijze van commissie onterecht en onacceptabel'


In het rapport van de commissie Bijlmerramp krijgt de Raad voor de Luchtvaart scherpe kritiek. Voorzitter Müller reageert.

Door onze redacteur JOOST ORANJE

DEN HAAG, 12 MEI. Voorzitter E. Müller van de Raad voor de Luchtvaart (RvdL) kijkt peinzend uit het raam van zijn werkkamer boven de Utrechtsebaan in Den Haag. De vraag was hoe hij de openbare verhoren van de enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer heeft ervaren. "Leerzaam", zegt Müller. Even later is hij duidelijker: "Wij zijn een college dat het eigenlijk niet past om kritiek te geven op een enquêtecommissie, maar dit kunnen we niet zomaar laten passeren."

Müller doelt daarmee op de passage in het eindrapport waarin onderdelen van het onderzoek van de RvdL naar de oorzaak van de Bijlmerramp 'onvolledig en oppervlakkig' worden genoemd. Daarbij gaat het niet om de reden van de crash zelf (een constructiefout in de ophanging van de motoren waardoor een breekpen kon breken en de motoren van de vleugel vielen), maar wel om de wijze waarop de RvdL in Tel Aviv het onderhoudsprogramma van El Al onder de loep heeft gelegd. Volgens de commissie hebben de Nederlandse onderzoekers niet scherp genoeg gekeken of de inspecties van de Israelische luchtvaartmaatschappij naar de motorophanging wel volgens de regels verliepen. Als bewijs daarvoor werd aan de betrokken onderzoeker, H. van Klaveren, tijdens zijn openbare verhoor een document getoond dat niet correct bleek te zijn ingevuld. "Van Klaveren werd daardoor onder het licht van de camera's rauw overvallen", zegt Müller nu. "In het voorgesprek had de commissie hem hier niets over gezegd, dus hij was er niet op voorbereid. Maar achteraf heeft hij zijn documentatie bekeken en blijkt alles te verklaren. Hij heeft wel degelijk gezien dat die papieren niet volledig waren ondertekend, maar is er óók achter gekomen dat dat punt helemaal niet zo relevant bleek. El Al heeft deze specifieke inspectie goed gedaan en de papieren afhandeling is afgetekend door daartoe bevoegde personen. Zowel hij als ik hebben daar later speciaal nog een brief over aan de commissie gestuurd, maar daarvan vind ik niets terug in het rapport. Dat vind ik onterecht en onacceptabel."

Blijkbaar blijven die twijfels over de inspecties van El Al naar de motorophanging overeind, een conclusie die wordt gedeeld door fabrikant Boeing, gezien hun schriftelijke bevestiging aan de commissie.

"Boeing heeft die twijfels nooit hard kunnen maken, anders hadden ze wel een voorbehoud bij ons rapport gemaakt. Bovendien kunnen wij heel goed uitleggen waarom er door ons zo met deze situatie is omgegaan, maar daar is de commissie kennelijk niet in geïnteresseerd. Ik ben daar erg teleurgesteld over omdat het de kern van onze werkzaamheden aantast."

Heeft u zelf achteraf geen enkele twijfel over uw onderzoek? "Zeker niet waar het gaat om de oorzaaksvinding. Die staat als een paal boven water en wordt ook niet betwist. De relatie die de commissie trouwens legt met eventueel slecht onderhoud en de ramp vind ik een misvatting. Er zijn talloze voorbeelden waarbij vliegtuigen die prima onderhouden zijn toch mankementen krijgen. In dit geval kan niemand hard maken dat El Al ondeugdelijk onderhoud pleegde, óók de commissie niet. Dan moet je ook geen suggesties wekken."

El Al monteurs hebben verklaard dat er weleens toestellen de lucht ingingen waar twijfels over waren.

"Natuurlijk is dat reden tot zorg, maar die verklaringen hadden niets met het ramptoestel te maken. En het was niet de opdracht van de commissie om het totale onderhoudsplaatje te onderzoeken. Hadden ze dat willen doen, dan had het op een heel andere manier gemoeten. Andere maatschappijen bekijken, wederhoor per geval vragen. Nu is er een sfeer opgeroepen waar nauwelijks iets over is terug te vinden in de eindconclusies. Logisch trouwens, want als je dit soort zaken ongefundeerd naar buiten brengt staat er een batterij advocaten klaar. Het is mij onduidelijk waarom ze zich op dat terrein van het onderhoud hebben begeven. Ze hadden de kennis ervoor gewoon niet in huis." Er is meer kritiek: de route van de El Al-Boeing is verkeerd ingetekend, u had aangifte moeten doen van de verdwenen cockpit voice recorder, er hadden betere instructies moeten worden gegeven over het bergen van de wrakstukken ...

"Achteraf had de berging beter gekund, maar dit zijn toch details. Die verkeerde route is irrelevant, het betrof de allereerste momenten van de vlucht, toen er nog niets aan de hand was. Aangifte doe je alleen maar als er sprake is van een strafbaar feit, wat niet zo was."

De commissie zet vraagtekens bij de betrokkenheid van grote, invloedrijke partijen bij ongevallenonderzoek omdat dat geen garantie geeft voor onpartijdige conclusies. Terecht?

"Nee. Het is internationaal geaccepteerd dat veel partijen naar een ongeval kijken om zo veel mogelijk expertise op deelgebieden te verzamelen. De finale conclusie wordt opgemaakt door een onafhankelijke onderzoeksinstantie zoals wij. Dat dit systeem toelaat dat, zoals de de commissie schrijft, deze partijen controverses in der minne schikken is onjuist en bovendien noch bewezen, noch aannemelijk gemaakt. Sterker nog: in het Bijlmeronderzoek heeft de commissie ons werk voor het overgrote deel ondersteund. Onze hoofdtaak, de oorzaak onderzoeken, hebben we goed gedaan. Maar wij zijn niet uit op pluimpjes, hoor."

Wat heeft u van de Bijlmerramp geleerd?

"Als organisatie moeten we opener zijn en de pers uitgebreider informeren, hoewel het nu al beter is dan destijds. Verder heb ik waardering voor een aantal aanbevelingen van de commissie, zoals de roep om meer coördinatie en het verder kijken dan alleen de oorzaak van het ongeval. En ik zou het toejuichen als er studie zou komen naar de mogelijkheid dat wij rechtstreeks contact kunnen hebben met de Tweede Kamer en niet alles via de minister moeten laten lopen. Dat zou de transparantie van ongevallenonderzoek ten goede komen. "

NRC Webpagina's
12 MEI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad