NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Conclusies enquête Bijlmerramp:

Kamer onjuist en te laat ingelicht

Door onze redacteur JOOST ORANJE
DEN HAAG, 21 APRIL. Opeenvolgende bewindslieden, onder wie de huidige vice-premiers Jorritsma (VVD) en Borst (D66), hebben in de periode 1992 tot 1999 de Tweede Kamer ,,onzorgvuldig, onvolledig, ontijdig of onjuist'' geïnformeerd over de Bijlmerramp.

Dat concludeert de parlementaire enquêtecommissie Vliegramp Bijlmermeer in haar eindrapport dat morgenmiddag openbaar wordt.

Het aantal malen dat de informatiestroom naar het parlement op deze manier heeft plaatsgehad is ,,juist ook gezien de langdurige nasleep van de ramp'' volgens de commissie ,,te groot'' geweest. De commissie stelt dat er een directe relatie is tussen de gezondheidsklachten en de Bijlmerramp. ,,Traagheid en onderschatting bij lokale en landelijke overheden, in combinatie met te weinig uitgaan van klachten en te veel aan mogelijke oorzaken, heeft uiteindelijk de gezondheidsklachten in aantal en aard doen toenemen'', zo schrijft de commissie. Vanaf 1994 was minister Borst verantwoordelijk minister voor Volksgezondheid. Daarnaast staat in het eindverslag dat de regering sinds het ongeluk met de El Al-Boeing op 4 oktober 1992 ,,onvoldoende aandacht'' heeft gegeven aan ,,al dan niet op waarheid berustende maatschappelijke onrust''. Het eindrapport van de enquêtecommissie, die onder voorzitterschap stond van Th. Meijer (CDA), is unaniem op een voetnoot na. Die is geplaatst door commissielid T. van den Doel (VVD) en heeft betrekking op een passage in het rapport die handelt over het verkokerd optreden van de overheid. Een aantal zaken rondom de Bijlmerramp blijft nog onopgehelderd. De commissie is er niet in geslaagd duidelijk te krijgen hoe een deel van de vrachtbrieven van de rampvlucht op de avond van 4 oktober 1992 uiteindelijk in handen is gekomen van de Nederlandse onderzoeksautoriteiten. Wel constateert de commissie dat ,,het inzicht in de vrachtdocumentatie'' door het optreden van de Rijkspolitie op Schiphol is ,,belemmerd''. Deze kwestie wordt momenteel nog steeds onderzocht door het Openbaar Ministerie in Haarlem en Amsterdam en de Rijksrecherche. Ook de verdwenen Cockpit Voice Recorder is nog steeds onderwerp van onderzoek voor justitie. Over de vracht van het ramptoestel zegt de commissie dat er geen uitsluitsel kan worden gegeven over de fysieke lading, maar dat de papieren documentatie geen aanleiding geeft te veronderstellen dat er met de vrachtbrieven van de El Al-vlucht is gefraudeerd.

NRC Webpagina's
21 APRIL 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad