NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Bijlmer-enquête

Actueel

Rapport enquete-commissie

Lading

Ondervraging politici

Gezondheid bewoners en bergers

Getuigen

Relatie Israel

El Al

Betekenis parlementaire enquête

Artikelen op datum

Profiel over de Bijlmerramp
(21 jan. 1999)

Ministers blijven na Bijlmerdebat

Door onze redacteuren Door onze politieke redactie
DEN HAAG, 3 JUNI. De demissionaire ministers Borst en Jorritsma kunnen aanblijven in het tweede kabinet-Kok dat na het weekeinde weer volwaardig moet functioneren.

De ministers overleefden vannacht twee moties van afkeuring die de gezamenlijke oppositiefracties in de Tweede Kamer tegen hen hadden ingediend wegens hun optreden in de nasleep van de Bijlmerramp. Borst toonde zich na afloop ,,opgelucht'' en zei dat ze zich niet beschadigd voelde. ,,Ik voel geen kras op m'n ziel.''

Premier Kok had aanvaarding van beide moties ,,met de grootst mogelijke klem'' ontraden. Met nadruk nam hij minister Borst (Volksgezondheid) in bescherming. Kok noemde de tegen haar gerichte motie, ingediend door het Kamerlid Reitsma (CDA) en GroenLinks-fractieleider Rosenmöller, een ,,politieke slag in het gezicht'' van Borst. In de motie tegen haar stond dat ,,de minister te weinig aandacht heeft besteed aan het voorkomen van een toename van aard en aantal van gezondheidsklachten''.

De coalitiefracties PvdA, VVD en D66 stemden tegen de moties, maar telden enkele leden die meestemden met de oppositie. De motie tegen minister Jorritsma (Economische Zaken, voorheen Verkeer en Waterstaat) werd mede ondersteund door PvdA'er Oudkerk en D66'er Augusteijn, beiden lid van de enquêtecommissie. De motie tegen Borst werd ook ondersteund door de PvdA'er Van Gijzel, namens zijn fractie woordvoerder in het Bijlmerdebat.

Binnen de PvdA-fractie bleef tot aan het einde van het debat verdeeldheid bestaan over de wijze waarop het beleid van D66-minister Borst kon worden afgekeurd. Borst had tevoren aangekondigd dat zij zou aftreden als de Kamer zou uitspreken dat zij door ,,te traag'' optreden debet zou zijn geweest aan een toename van gezondheidsklachten in de Bijlmermeer. Vier PvdA'ers, Duivesteijn, Van Gijzel, Middel en Oudkerk, wilden aanvankelijk de oppositionele motie van deze strekking steunen. Duivesteijn en Middel zagen hiervan af onder druk van fractieleider Melkert en premier Kok.

Melkert wist de PvdA-fractie uiteindelijk vrijwel op één lijn te krijgen met een motie waarin zowel regering als Tweede Kamer werd opgedragen ,,lessen voor de toekomst'' te trekken uit de afwikkeling van de Bijlmerramp, die ,,op een substantieel aantal punten tekortkomingen heeft vertoond en beter had gekund en gemoeten''. Deze motie nam wel de aanbevelingen, maar niet de eindconclusies van de commissie over. VVD en D66 steunden de motie. De PvdA'ers Oudkerk en Van Gijzel stemden, met de oppositie, tegen.

De oppositie veroordeelde het aanblijven van de ministers Borst en Jorritsma. Volgens De Hoop Scheffer (CDA) ,,lijkt de macht te worden gered, maar verliest het kabinet aan gezag''. Schutte (GPV) constateerde dat Borst en Jorritsma ‘beschadigd' zijn: ,,En dat mogen ze zichzelf aanrekenen.'' Marijnissen (SP) typeerde beide ministers als ,,aangeschoten wild''. Rosenmöller zei dat de lijmpoging van het kabinet-Kok de uitkomst van het debat heeft bepaald.

NRC Webpagina's
3 JUNI 1999

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad