Stap naar productie geneesmiddelen; Gekloond schaap heeft menselijk
gen
ROTTERDAM, 25 JULI. Schotse onderzoekers zijn erin geslaagd om vijf
lammeren te klonen, die een menselijk gen dragen. Hiermee zijn ze weer
een belangrijke stap dichter bij de techniek om snel en gemakkelijk een
veestapel op te bouwen die geneesmiddelen voor mensen produceert.
Door onze redactie wetenschappen
De Schotse onderzoekers, verbonden aan het Roslin Instituut en het
bedrijf PPL Therapeutics in Roslin, maakten in februari wereldnieuws met
de presentatie van het gekloonde schaap Dolly. Een kloon is een
identieke kopie van het moederdier. Hoewel Dolly een technisch
hoogstandje is, droeg het schaap nog geen menselijk gen. Dat geldt wel
voor het nu gekloonde lam Polly en haar vier zusjes. Het is de eerste
keer dat de twee technieken, klonen en genetisch manipuleren, met elkaar
gecombineerd zijn. Het ingebrachte stukje menselijk DNA moet het
mogelijk maken dat Polly en haar zusjes een menselijk geneesmiddel in
hun melk gaan produceren. Met het klonen van mensen houdt dit experiment
geen verband.
Dolly is ontstaan uit een uiercel van een volwassen schaap die werd
versmolten met een eicel waaruit de celkern was verwijderd. De
versmolten cellen werden in de baarmoeder van een ander schaap geplaatst
en groeiden uit tot schaap Dolly. Voor Polly en haar vier zusjes
gebruikten de wetenschappers geen uiercellen van volwassen dieren, maar
bindweefselcellen van een schapenfoetus. “Die cellen kunnen we in het
laboratorium makkelijker kweken dan uiercellen. En ze laten zich
eenvoudiger genetisch manipuleren”, aldus een woordvoerder van het
bedrijf PPL Therapeutics. In de bindweefselcellen brachten ze een
menselijk gen in - de woordvoerder wil in afwachting van publikatie van
hun onderzoek niet zeggen welk gen. Daarna versmolten de onderzoekers
een bindweefselcel met een eicel waaruit de celkern verwijderd was.
Vanaf dat moment is de procedure hetzelfde als bij schaap Dolly. De
methode is volgens de woordvoerder van PPL Therapeutics aanzienlijk
sneller dan de klassieke manier om dieren genetisch te manipuleren.
Hierbij wordt in een reageerbuis menselijk DNA in een bevruchte eicel
gespoten. De eicel wordt daarna in een draagmoeder geplaatst.
Pas als het embryo twee tot drie maanden oud is kan via
vruchtwaterpunctie gekeken worden of de genetische manipulatie gelukt
is. “Bovendien zijn eicellen in kleinere hoeveelheden voorradig dan
bindweefselcellen. Je kunt minder experimenteren in het laboratorium”,
zegt de woordvoerder van PPL Therapeutics. “Uiteindelijk kost het je
via de klassieke methode bijna drie jaar om een veestapel te krijgen die
een gewenst menselijk geneesmiddel in zijn melk produceert. Met onze
nieuwe methode duurt het slechts 18 maanden.