Onderzoekers klonen schaap van zes jaar, debat laait op
Door onze redactie wetenschappen
ROTTERDAM, 24 FEBR. Britse onderzoekers hebben een zes jaar oud
schaap gekloond. Ze deden het door een onbevruchte eicel van zijn
genetisch materiaal te ontdoen en die lege eicel te fuseren met een cel
uit de uier van het zwangere volwassen dier. De fusiecel groeide in de
broedstoof in het laboratorium uit tot een beginnend embryo.
Na implantatie in een draagmoederschaap werd er een gezond lam uit
geboren dat Dolly werd genoemd. Dolly is nu zeven maanden oud,
ontwikkelt zich normaal en leeft op het Roslin Institute in Edinburgh,
een agrarisch onderzoeksinstituut waar het hele experiment werd
uitgevoerd.
Het experiment brengt het klonen van hogere zoogdieren, en dus ook van
mensen, een flinke stap dichterbij. “Het onderzoek is gedaan met
schapen, maar bijna iedere techniek die bij zo'n zoogdier kan worden
toegepast, kan ook bij mensen worden uitgevoerd”, zei onderzoeker dr.
Ron James van het Roslin Institute gisteren tegen het Britse persbureau
Reuter. De reacties in Groot-Brittannië, waar het nieuws gisteren
bekend werd, richtten zich direct op de potentiële mogelijkheden
van de techniek bij mensen. “Er is een mooi technisch probleem
opgelost, maar wat is daarvan de waarde als daardoor het risico ontstaat
dat een of andere halve gare zichzelf probeert te klonen”, aldus dr.
Richard Nicholson, redacteur van het Bulletin of Medical Ethics.
Nicholson vroeg zich af waarom de Britse overheid het experiment had
toegestaan. Dr. Patrick Dixon, schrijver van het boek The Genetic
Revolution voorziet 'afgrijselijke' gevolgen: “Waarschijnlijk zullen we
stervenden kunnen terugwinnen uit hun lichaam voor het sterft. Ouders
met een kind dat op sterven ligt zouden bijvoorbeeld een koolstofkopie
van hun kind kunnen laten maken.” Het klonen van mensen is overigens
verboden in Groot-Brittannië en in andere landen met wetgeving op
dit gebied.
De onderzoekers van het Roslin Institute zeggen echter uitsluitend de
belangen van de agrarische sector op het oog te hebben bij het
ontwikkelen van de techniek. De onderzoekers zijn ook commercieel
geïnteresseerd in het resultaat. Het tegen het Roslin Institute
aanhangende bedrijf PPL Therapeutics is opgericht om vondsten van het
instituut te commercialiseren. Volgens teamleider dr. Ian Wilmut is het
klonen van volwassen dieren voor de veeteelt belangrijker dan het klonen
van embryo's. Agrariërs kunnen produktieve en ziekte-resistente
volwassen dieren selecteren om er een kloon van te maken. Bij het klonen
van embryo's, wat nu al wijdverbreid is in de veeteelt, worden vaak
embryo's van goede moederdieren en beroemde vaderdieren gesplitst en in
draagmoederdieren geïmplanteerd. Daarbij is het altijd nog maar
afwachten of de nakomelingen de goede eigenschappen van hun ouders over
zullen nemen.
De volgende stap die de onderzoekers van het Roslin Institute willen
zetten is het klonen van transgene schapen. Bij transgene schapen is een
gen ingebracht waardoor ze humane eiwitten in hun melk aanmaken. Het aan
het onderzoeksinstituut verbonden bedrijf PPL Therapeutics doet met
schapen wat het Nederlandse bedrijf Pharming (bekend van de transgene
stier Herman) met koeien doet: de dieren genetisch zo veranderen dat ze
bruikbare eiwitten in hun melk produceren. PPL Therapeutics heeft een
kudde genetisch veranderde schapen die in hun melk een eiwit produceren
dat wordt getest als medicijn voor patiënten met cystische fibrose.
Pagina 4: Kloon was toevalstreffer
De Britse onderzoekers van het Roslin Institute in Edinburgh kwamen
vorig jaar maart al in het nieuws met hun genetisch identieke lammeren
Megan en Morag. In tegenstelling tot veel kalveren en lammeren
ontstonden Megan en Morgan niet uit een embryo dat in losse cellen werd
gesplitst die in het laboratorium ieder weer tot een pre-embryo
uitgroeiden. Zulke gesplitste embryo's worden nu al routinematig na een
paar dagen geïmplanteerd in draagmoederdieren, waaruit na de
drachttijd normale lammeren worden geboren. De tweeling ontstond echter
uit embryo's ontstaan uit een celfusie van in het lab gekweekte
embryocellen met eicellen waar de celkern uit was verwijderd. Het is
dezelfde fusietechniek waarmee nu lam Dolly is geboren. Alleen
gebruikten de onderzoekers nu een cel van een volwassen schaap.
De fusietechniek opent de mogelijkheid om veel meer nakomelingen uit
één embryo te verkrijgen dan het tiental dat nu uit een
gesplitst embryo kan worden gewonnen. Dolly is in zekere zin een
toevalstreffer, het levende resultaat van 277 pogingen om een lege eicel
met een cel uit melkklierweefsel van een schaap te fuseren.
Wetenschappelijk gezien is een belangrijke uitkomst van het
Dolly-experiment dat het kennelijk mogelijk is uit een gespecialiseerde
cel (in dit geval afkomstig uit een schapenuier) toch weer een compleet
individu te laten ontstaan. De kern van iedere lichaamscel bevat
weliswaar een compleet pakket DNA met alle erfelijke informatie, maar
het is niet goed bekend of er iets onomkeerbaar aan het DNA wordt
veranderd als een cel zijn specialisatie tot bijvoorbeeld lever-,
hartspier- of uiercel verkrijgt. Algemeen wordt aangenomen dat een cel
zijn specialisatie verkrijgt door interactie tussen de celkern en de
omgeving van de cel, waarbij vooral het aflezen van genen wordt
beïnvloed. Blijvende veranderingen aan het DNA zouden onnodig zijn.
Of dit helemaal waar is, is na de geboorte van Dolly nog steeds onzeker.
Maar kennelijk zijn de veranderingen niet zo ingrijpend dat uit een cel
van een volwassen dier niet een op het oog gezond lam kan groeien.
PPL Therapeutics, het aan Roslin Institute gelieerde bedrijf, wil de
celfusietechniek gebruiken voor het vermeerderen van zijn verschillende
lijnen transgene schapen. Als een medicijn uit schapenmelk, zoals het
menselijke eiwit AAT uit schapemelk dat nu bij patiënten met
cystische fibrose wordt getest, echt aanslaat, ontstaat er een probleem,
omdat het jaren kan duren voordat een kudde transgene productiedieren
groot genoeg is om aan de vraag te voldoen. Een nog groter probleem met
transgene dieren is dat er meestal maar één goed stamdier
is. Bij een kruising is het afwachten of de kunstmatig ingebrachte
eigenschappen behouden blijven. Klonen kan de problemen rond snelle
kuddevorming en raszuiverheid oplossen.