Korthals: verruim wet onderzoek naar DNA
DEN HAAG, 24 MAART. Als het aan
minister Korthals (Justitie) ligt, kan DNA-onderzoek straks niet alleen
bij veroordeelden plaatsvinden, maar ook bij personen die zijn ontslagen
van rechtsvervolging en een maatregel opgelegd hebben gekregen. Het gaat
om daders die in een psychiatrisch ziekenhuis of een jeugdinrichting
zijn geplaatst óf tbs met dwangverpleging hebben.
Dat blijkt uit het voorontwerp van de wet DNA-onderzoek bij
veroordeelden, dat Korthals ter kennisneming naar de Tweede Kamer en
belanghebbende organisaties zal sturen. Het voorstel heeft betrekking op
daders van ernstige geweld- en zedenmisdrijven.
De bewindsman beoogt met het voorstel dat veroordeelde zedendelinquenten
en geweldplegers in de toekomst altijd DNA-materiaal afstaan. Dit
materiaal wordt opgeslagen in een DNA-databank zodat justitie
gemakkelijker kan zien of bij een misdrijf een eerdere dader opnieuw in
de fout is gegaan. Korthals denkt dat opname in een DNA-databank
preventief werkt op het gedrag van veroordeelden.
Op het moment dat de wet in werking treedt, mag de afname van
celmateriaal plaatsvinden bij personen die dan zijn veroordeeld en hun
straf uitzitten of nog moeten ondergaan. De nieuwe wet is niet van
toepassing op mensen die hun straf dan al achter de rug hebben. Verder
wil Korthals dat de veroordeelde de mogelijkheid krijgt bezwaar in te
dienen bij de rechter als hij het niet eens is met een DNA-onderzoek.
Korthals had al aangekondigd met een apart wetsvoorstel te komen over
afname van DNA bij reeds veroordeelden. Het staat los van de plannen
voor DNA-onderzoek bij mensen die worden verdacht van een misdrijf
waarop vier jaar cel of meer staat. In deze gevallen kan het DNA helpen
bij de oplossing van het misdrijf. (ANP)