Klonen lijkt alleen eenvoudig
De techniek voor het klonen van
mensen is nog uiterst inefficiënt. Los van ethische bezwaren, is
het de vraag of klonen een alternatieve voortplantingsmethode zal
worden.
Door onze redacteur SANDER VOORMOLEN
ROTTERDAM, 13 MAART. Het klonen van mensen is waarschijnlijk niet veel
moeilijker dan het klonen van andere zoogdieren. Het recept is
eenvoudig: neem een lichaamscel van een volwassene en versmelt deze met
een eicel waar de celkern met het erfelijke materiaal uit is gehaald. De
eicel is door deze behandeling een embryo geworden en gaat zich na een
behandeling met elektriciteit delen. Dan volgt dezelfde procedure als
bij een reageerbuisbevruchting (IVF). Alleen embryo's die er onder de
microscoop gaaf uitzien worden teruggeplaatst in een hormonaal
voorbehandelde draagmoeder. Na negen maanden zwangerschap komt de
menselijke kloon ter wereld.
Deze ogenschijnlijke eenvoud van kloonbereiding is bedrieglijk. Er zijn
nog grote technische obstakels. De kloonprocedure is bijvoorbeeld nog
alles behalve efficiënt, waardoor er grote aantallen draagmoeders
nodig zijn om één jonge kloon te krijgen. Bij dieren is
dat nog overkomelijk, maar bij mensen vormt het al gauw een probleem.
Voor het maken van schaap Dolly, de eerste kloon van een volwassen
zoogdier, waren 277 eicellen geleegd en gevuld. Daarvan zijn er 247 in
draagmoeders geplaatst en uit één daarvan ontstond
uiteindelijk Dolly. De anderen gingen verloren in miskramen en
doodgeboorte. Inmiddels is de techniek aanmerkelijk verbeterd, maar nog
steeds is de efficiëntie laag. Omdat er vele eicellen nodig zijn om
een gezonde kloon te produceren, moeten er dus voor elke kloonpoging
vele vrouwen bereid worden gevonden om eicellen te doneren. Deze vrouwen
moeten, om voldoende eitjes te kunnen oogsten, een hormoonbehandeling
ondergaan om een superovulatie op te wekken. Per donor levert zo'n
behandeling tien tot vijftien eitjes op. Als daar embryo's van zijn
gemaakt gaan er allereerst bij de IVF-procedure al veel verloren. Niet
elke terugplaatsing van een embryo levert een zwangerschap op. Bij
gangbare IVF is het succespercentage tegenwoordig ongeveer twintig
procent. Het is afwachten hoeveel doorgaande zwangerschappen vervolgens
eindigen in een succesvolle geboorte van een gezond kind. Bij
kloneringsprocedures bij zoogdieren zijn regelmatig dieren ter wereld
gekomen die al snel niet levensvatbaar bleken te zijn en spoedig
stierven. Hoe vaak dat bij mensen zal gebeuren is onbekend.
Bij mensen is veel ervaring opgedaan met IVF, waardoor de procedure van
het terugplaatsen van de embryo's bij mensen waarschijnlijk
efficiënter zal verlopen dan bij schapen, muizen, varkens, koeien
of resusaapjes; zoogdieren die tot nog toe met succes gekloond zijn. En
om de grote hoeveelheid donorvrouwen te omzeilen, kan er in de toekomst
misschien ook gebruik worden gemaakt van een nieuwe techniek waarbij een
eierstok van een vrouw wordt uitgenomen om de onrijpe eitjes daaruit in
het laboratorium te laten uitrijpen. Daarmee is de eerste ervaring
opgedaan bij jonge vrouwen met kanker die moeten worden bestraald.
Normaal loopt de vruchtbaarheid sterk terug als ook de eierstokken
moeten worden bestraald. Wanneer die preventief worden uitgenomen kunnen
de vrouwen, als ze hun kanker overleven, later toch nog zwanger worden.
Donoreierstokken kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van vrouwen bij wie
om gezondheidsredenen de eierstok moet worden verwijderd. Op die manier
kunnen grote hoeveelheden eicellen beschikbaar komen.
De grote vraag is hoe efficiënt het klonen van mensen zal blijken.
Dat zal uiteindelijk bepalen of de wilde plannen om dergelijke
experimenten als alternatieve voortplantingsmethode enige kans van
slagen zullen hebben, los van de wettelijke regels en ethische
overwegingen.
Daarnaast bestaan er nog veel vragen over de gezondheid van de
geproduceerde klonen zelf. Schaap Dolly is wat dat betreft het beste
onderzocht. Zij bleek verouderd DNA te hebben. Het ten tijde van het
onderzoek driejarige schaap had verkorte telomeren, vergelijkbaar met
een schaap van negen jaar. De telomeren liggen aan het uiteinde van
ieder chromosoom en verkorten zich bij iedere celdeling. Hoe ouder de
cel, hoe korter de telomeren.
Het is echter onduidelijk of dit effect altijd optreedt bij klonen, want
er zijn gekloonde koeien die juist 'jonger' DNA hadden, met langere
telomeren. De wetenschap heeft geen verklaring voor deze verschillen.
Overigens lijkt schaap Dolly weinig last te hebben van het verouderde
DNA. Ze bleek normaal vruchtbaar en bracht een gezonde dochter ter
wereld, Bonnie. De inmiddels ruim vier jaar oude Dolly leeft nog steeds.
Het dier staat in Schotland sinds twee weken in quarantaine om
besmetting met mond- en klauwzeer te voorkomen.