Politietop wil DNA standaard in databank
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 15 JAN. Het DNA-
profiel van iedere verdachte die in verzekering wordt gesteld in verband
met een misdrijf waarop vier jaar cel of meer staat, moet standaard in
de DNA-databank van justitie komen.
Dit schrijven de Raad van Hoofdcommissarissen en het
Korpsbeheerdersberaad aan de vaste Kamercommissie voor Justitie. Een
geplande wetswijziging die de mogelijkheden voor DNA-onderzoek in
strafzaken al verruimt, gaat hun niet ver genoeg.
Volgens de wetswijziging, die naar verwachting eind deze maand in de
Kamer wordt behandeld, kunnen verdachten in voorlopige hechtenis alleen
worden gedwongen tot een DNA-test als een rechter-commissaris of
officier van justitie dit 'in het belang van het onderzoek' acht.
Volgens de hoofdcommissarissen en korpsbeheerders betekent dit ten
onrechte dat DNA alleen kan worden ingezet voor het strafbare feit
waarvan een verdachte "op dat moment" wordt verdacht. Daarmee zou de
mogelijkheid van een DNA-test als de verdachte al heeft bekend,
vervallen. Ook als de politie het vermoeden heeft dat een verdachte meer
delicten heeft gepleegd, kan zijn DNA-profiel dus niet meer in de
databank belanden ter vergelijking met sporen uit andere misdrijven.
Het voornaamste argument om een DNA-profilering even ruimhartig toe te
passen als nu met vingerafdrukken het geval is, is volgens de brief aan
de Kamer dat de DNA-databank daardoor beter kan worden gevuld. Dit zou
de kans op het aantal hits tussen DNA-profielen van verdachten en
DNA-profielen uit sporen van misdrijven vergroten.
Kamerleden reageren verdeeld. VVD-woordvoerder Nicolaï erkent dat
"de hele DNA-methode bedoeld is om ook andere zaken te kunnen oplossen
dan die waarin een persoon verdachte is" en steunt het voorstel.
Volgens Kamerlid Halsema (GroenLinks) toont het voorstel aan aan hoe
"overspannen" de verwachtingen over DNA-onderzoek in strafzaken zijn.
Zij wijst erop dat de opslag van DNA en de verspreiding van DNA-
profielen onder de politie nog niet door een onafhankelijke instantie
wordt gecontroleerd. Tot die tijd is "grote terughoudendheid" geboden,
aldus Halsema. PvdA-woordvoerder Swildens wijst erop dat de bepaling 'in
het belang van het onderzoek' in de komende wetswijziging nog niet
nader is ingevuld. " En het is maar zeer de vraag of de tekst van de wet
zich zal verzetten tegen wat de hoofdcommissarissen willen." Ook
volgens het ministerie van Justitie biedt de nieuwe regelgeving onder
bepaalde omstandigheden al de mogelijkheid een bekennende verdachte te
verplichten tot een DNA-test.D66-Kamerlid Dittrich, pleitbezorger van
verregaande verruiming van DNA-onderzoek in strafzaken, heeft
"aarzelingen" over het voorstel een gedwongen DNA-test te
standariseren: "Ik vind dat het de officier van justitie of de rechter-
commissaris moeten blijven die bepalen of een DNA-test zinvol is." Zijn
collega Nicolaï sluit een "juridische tussenvorm" daartoe niet uit,
maar vindt deze niet noodzakelijk.