U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier DNA

Nieuws

DNA-bank

Klonen

Humane Genoom

Chromosomen

Links

Korthals aarzelt in zaak-Vaatstra

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 24 OKT. Pas als het openbaar ministerie er vrijwel zeker van is dat het onderzoek leidt tot identificatie van de dader is een grootschalig DNA-onderzoek in de zaak van de vermoorde Marianne Vaatstra acceptabel. Is dit niet het geval dan tast zo'n onderzoek alleen maar de 'klassieke grondslagen' van het opsporingsonderzoek aan. Ook leidt het tot onzorgvuldig gebruik van de schaarse capaciteit voor DNA-onderzoek.

Dit antwoordt minister Korthals (Justitie) op vragen uit de Tweede Kamer. Deze dringt er bij hem op aan alle bewoners in een straal van 15 kilometer rond het weiland in Veenklooster waar Vaatstra op 1 mei 1999 vermoord werd gevonden alle mannen op vrijwillige basis aan een DNA- onderzoek te onderwerpen. Volgens Korthals staat de wet zo'n grootschalig onderzoek niet in de weg maar moet aan een aantal eisen worden voldaan voordat een officier van justitie daartoe kan besluiten. De beslissing om zo'n onderzoek te doen is ook aan het openbaar ministerie en niet aan hem, aldus Korthals die de Kamer wel belooft haar te informeren over de overwegingen en de beslissing van het OM.

In het opsporingsonderzoek werd al eerder van bijna tweehonderd mannen DNA-materiaal afgenomen om te dat te kunnen vergelijken met het DNA dat op het slachtoffer werd aangetroffen. Daarbij was ook het DNA-materiaal dat in Turkye bij een in het begin verdachte bewoners uit het asielzoekerscentrum in Kollum werd afgenomen. Dat onderzoek leverde tot dusver geen dader op. Onder meer op aandrang van misdaadverslaggever P.R. de Vries, die een kort geding tegen het OM heeft aangespannen, zou het onderzoek moeten worden uitgebreid tot de mannen in de regio.

In zijn antwoord aan de Kamer noemt Korthals de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan voordat in redelijkheid tot zo'n grootschalig DNA-onderzoek kan worden besloten. Het OM moet er vrijwel zeker van zijn dat de dader tot de kring van de te onderzoeken groep behoort en niet op een andere manier op te sporen is. Ook mag de groep niet groter zijn dan strikt noodzakelijk is. Daarbij moet er rekening mee worden gehouden dat het meedoen alleen op vrijwillige basis kan geschieden en dat dit bovendien gebeurt op basis van maar een beperkt aantal gegevens. Korthals heeft er bezwaar tegen de groep al te groot te maken omdat dan "de klassieke grondslagen van het strafrechtelijk opsporingsverzoek worden verlaten. Tegen de onderzochte personen bestaat immers individueel niet de geringste aanwijzing van betrokkenheid bij het misdrijf".

NRC Webpagina's
24 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad