Kritiek op rapport proef
Wetsontwerp DNA berust 'op drijfzand'
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 3 OKT. De plannen van
minister Korthals (Justi tie) om een databank van DNA-materiaal in te
zetten bij de oplossing van inbraken "zijn gebaseerd op drijfzand".
Dat hebben deskundigen gisteren verklaard in het televisieprogramma
Nova. Volgens hen is het wetsontwerp, dat Korthals inmiddels aan de
Tweede Kamer heeft gestuurd, opgehangen aan een rapport dat
"ondeugdelijk en misleidend" is.
Het rapport is opgesteld naar aanleiding van een proef die politie en
justitie twee jaar geleden in de regio's Utrecht, Midden- en West-
Brabant hebben gedaan. Daarbij werd gekeken naar de mogelijkheid om DNA-
vergelijkingen te gebruiken bij het oplossen van inbraken. De
belangrijkste conclusie van de onderzoekers was dat het gebruiken van
DNA-opsporingsmethoden leidde tot een verhoging van het
ophelderingspercentage met zes procent. Op dit ogenblik wordt slechts
één op de tien inbraken opgelost. Ook in de laatste
begroting van het ministerie van Justitie wordt er op gewezen dat alles
moet worden aangegrepen om dat percentage te verhogen.
Volgens onderzoeker B. Rovers van het Nederlands Studiecentrum
Criminaliteit en Rechtshandhaving en professor dr. L.W.J.C. Huberts
(politiestudies) van de Amsterdamse VU bevat het rapport veel fouten.
Bovendien, zo stelt Rovers, blijkt uit het rapport dat de resultaten met
de DNA-techniek zo schamel zijn, "dat je je afvraagt of de reguliere
recherche-technieken niet meer hadden opgeleverd." Een nieuwe berekening
leert volgens Rovers dat het oplossingspercentage hooguit met slechts
0,15 procent in plaats van zes procent omhoog zou gaan.
Huberts verwijt de onderzoekers dat zij met een 'suggestieve conclusie'
zijn gekomen in de richting van een beleidskoers waar zij voorstander
van zijn. "De politie heeft er belang bij dat nieuwe technieken worden
toegepast," aldus Huberts.
Justitie trekt tot en met 2004 bijna zestig miljoen gulden uit voor DNA-
onderzoek in strafzaken. Bedoeling is dat het Nederlands Forensisch
Instituut dan capaciteit heeft voor rond 26.000 DNA-onderzoeken op
jaarbasis.