U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier DNA

Nieuws

DNA-bank

Klonen

Humane Genoom

Chromosomen

Links

DNA alleen is nog niet genoeg


DNA was de afgelopen weken troef in strafzaken. Een bezoek aan het Nederlandse Forensisch Instituut, spil in recente successen. 'DNA is niet zaligmakend'.

Door onze redacteur MARGRIET OOSTVEEN

RIJSWIJK, 28 JUNI. Drie laborantes buigen zich over tafel. Daar liggen een broek en hemdje; bewijsmateriaal in een zedenzaak. Ze turen. Op zoek naar spermasporen, bloed misschien. Wat het blote oog ziet knippen ze uit de stof. Daarna gaat het licht uit voor de 'crime scope'. Iemand klopt op de deur en meldt een spoedklus. De kleding van de tienjarige Nienke komt eraan, het meisje dat vorige week in Schiedam is misbruikt en vermoord. "Oké."

In het donker dwaalt een cirkel fel UV-licht over de broek, die ook de miniemste spoortjes doet oplichten. De laborantes plakken stickertjes met pijltjes op de stof: hier zit misschien geschikt biologisch materiaal voor een DNA-test, daar ook.

Zo snel als het Humane Genoom Project 97 procent van de erfelijke code van de mens wist te ontrafelen (maandag werd het wereldwijd bekend gemaakt), bijna zo snel ook ontwikkelt zich het DNA-onderzoek in strafzaken. De laatste weken was het bijna dagelijks nieuws (zie kader). Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van het ministerie van Justitie in Rijswijk vervult in dit alles een hoofdrol. Hier worden voor het justitiële onderzoek DNA-profielen gemaakt uit sporen die op de plaats van het delict zijn aangetroffen. Hier staat ook de veelbesproken databank met DNA-profielen van verdachten en veroordeelden, waarmee het DNA uit sporen wordt vergeleken in de hoop op cruciale overeenkomsten, een match. Is met zo'n match bewezen dat de betreffende verdachte de dader is? Dat is het grootste misverstand omtrent DNA in strafzaken, wordt duidelijk op het NFI. Het antwoord is nee.

"DNA is niet zaligmakend", zegt Richard Eikelenboom. Hij is op het NFI coördinator-cold cases, onopgeloste oude moord- en zedenzaken. "Andere opsporingsmethoden blijven even noodzakelijk."

"De kans dat iemand een delict heeft gepleegd, daar kunnen wij op grond van DNA-onderzoek helemaal niets over zeggen", zegt Marjan Sjerps. Zij is op het NFI statisticus.

Biochemicus en DNA-deskundige Ate Kloosterman verschijnt namens het NFI geregeld als getuige-deskundige in rechtszalen. "Ik merk ook daar dat het heel moeilijk is om uit te leggen waar het bij DNA om gaat." En dat is griezelig, beaamt hij: over zulk belangrijk bewijsmateriaal moeten getuigen, en je dan soms afvragen of de rechter je wel begrijpt en tot een bewijstechnisch verantwoord vonnis komt. Statisticus Sjerps: "Ik zou rechters en officieren een cursus willen geven. Volgens mij is ze nooit geleerd hoe ze kansrekening van DNA-bewijsmateriaal moeten interpreteren."

Twee weken geleden viel het op tijdens de behandeling van de zaak- Sybine Jansons: rechter en officier van justitie gaven ruiterlijk toe dat ze delen van de uitleg van getuige-deskundige Kloosterman niet begrepen. Bij herhaling vroegen ze hem uit te leggen hoe het DNA- onderzoek naar het uiterst beperkte sporenmateriaal was verlopen. Over 'partiële profielen' ging het, over aangetroffen 'merkers', en over kansberekening. Kansen van 1 op 4.000 bij een eerste DNA-test, kansen van 1 op 6.000 in een volgend onderzoek. Daarna ging het mis in deze krant, met de mededeling dat de kans dat het DNA-bewijsmateriaal in de zaak-Jansons afkomstig was van verdachte Martin C., klein was. Een misvatting: het ging in deze zaak om een kans van 1 op 6.000 dat een willekeurige andere man dan Martin C. hetzelfde DNA-profiel heeft. Waarmee de kans dat Martin C. de dader is, juist aanzienlijk lijkt. Nooit, legt Kloosterman uit, zal hij zelf als getuige-deskundige een uitspraak doen over de vraag of aangetroffen DNA-bewijsmateriaal uit sporen van een delict bij een verdachte hoort - dat is niet wetenschappelijk. Hij kan alleen aangeven hoe groot de kans is dat een willekeurig persoon hetzelfde DNA-profiel heeft. Is die kans heel klein, dan maakt dat de kans dat het celmateriaal van de verdachte is dus heel veel groter. De rest is een kwestie van waarschijnlijkheid. "DNA kan nooit het enige bewijsmateriaal zijn", zegt statisticus Marjan Sjerps. De laatste schakels moeten van overig bewijsmateriaal komen. Daarover beslist de rechter. Maar forensische DNA-technieken worden met de dag verfijnder. Was voorheen ten minste een flinke bloedvlek nodig voor een DNA-test, nu is wat speeksel op een sigarettenpeuk ook goed. Binnenkort voldoen enkele huidcellen. Dat heeft grote gevolgen voor het politieonderzoek. Op de plaats van een delict zal de technische recherche nóg zorgvuldiger te werk moeten gaan - overal kunnen voor het oog onzichtbare huidcellen aan kleven. Een sigarettenpeuk, jarenlang door de recherche bewaard, werd de hoofdverdachte in de moord op Anne de Ruyter de Wildt en Annet van Reen uit Groningen fataal. Stomtoevallig zat er een profiel van een verdachte in de databank op het NFI dat zó overtuigend matchte met recent vastgestelde DNA-sporen op de peuk, dat de verdachte prompt bekende. Kloosterman: "Een peuk, daar kun je het mooiste DNA-profiel uit halen." Richard Eikelenboom: "De medewerkers die in de databank mogen kijken, brengen je een computeruitdraai als ze wat vinden." Hij laat de de bewuste 'cold hit' glunderend zien. Een vel met drie regels vol getallen. Bingo. Grote opwinding op het NFI.

Richard Eikelenboom heeft op het moment ruim tien cold cases onder handen. Dossiers van een meter dik soms, die regel voor regel weer worden nageplozen op de kans nog ergens DNA-materiaal aan te treffen. Personeelsuitbreiding is niet van de ene op de andere dag mogelijk, zegt Kloosterman: "Het specialisme vergt het beste van de meest ervaren mensen. Er zijn nu wel een aantal opgeleiden, maar ze missen de ervaring nog."

Naast het lab waar zogenoemde 'stukken van overtuiging' op sporen worden onderzocht is een ruimte met de vrieskisten. Tienduizenden DNA-sporen liggen er al opgeslagen. Kloosterman zwaait ze open, één kist blijkt leeg. Opgewekt: "Ah, daar is vast plaats gemaakt voor DNA uit cold cases." Door de recente sucessen beginnen politierechercheurs nu oude stukken naar het NFI te sturen. Kleding, een wurgkoord, sigarettenpeuken, haren uit het hele land. Jarenlang blijkt alles zorgvuldig te zijn bewaard. Kloosterman: "Onopgeloste zaken, daar liggen ook rechercheurs echt wakker van."

Een DNA-profiel bracht justitie in Leeuwarden ertoe te melden dat de moordenaar van Marianne Vaatstra uit Zwaagwesteinde vermoedelijk blank is. DNA-profielen bereikten de rechtbank en de Hoge Raad in geruchtmakende zaken als die van de vermoorde Sybine Jansons en de Puttense moordzaak. En het nog maar net begonnen DNA-onderzoek ten behoeve van onopgeloste oude moord- en zedenzaken leidde zeer snel tot een succes: Een bekentenis over de verkrachtingen en moorden op de meisjes Anne de Ruyter de Wildt en Annet van Reen. Waarop de politie in Drenthe en Breda ook twee onopgeloste moordzaken heropende. Het ministerie van Justitie gaat nu alle onopgeloste moord- en zedenzaken inventariseren.

NRC Webpagina's
28 juni 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad