|
Transcriptie van Clintons verhoor voor de Grand Jury (17 aug. 1998). Ook als zip-bestand te downloaden. Clintons reactie op het Starr Report |
Tegenslag voor Clinton in affaire-Lewinsky
Door onze correspondent
WASHINGTON, 28 MEI. Twee vooraanstaande
adviseurs van president Clinton moeten getuigen over hun gesprekken met
Clinton en zijn echtgenote over de affaire-Lewinsky. Zij kunnen zich
niet beroepen op een verschoningsrecht. Dat heeft een rechter in
Washington bepaald.
De uitspraak, die gisteren bekend werd, is een nieuwe tegenslag voor de Amerikaanse president en een overwinning voor de onafhankelijke aanklager Kenneth Starr. Starr onderzoekt onder meer of Clinton een verhouding heeft gehad met de voormalige stagiaire Monica Lewinksy en of hij daarover onder ede gelogen heeft in het proces van Paula Jones. Ook onderzoekt Starr of Clinton Lewinsky tot meineed heeft aangezet en of hij anderszins de rechtsgang heeft tegengewerkt. Bruce Lindsey, sinds vele jaren een vertrouweling en vriend van Clinton, en Sidney Blumenthal, een voormalige journalist van The New Yorker die vooral Hillary Clinton adviseert, weigerden eerder dit jaar om opening van zaken te geven over de gesprekken die zij met de president en zijn vrouw hebben gevoerd over de kwestie. Aanklager Starr en zijn medewerkers hadden hen gedagvaard om te getuigen voor een grand jury, de kamer van onderzoek die moet bepalen of er voldoende aanleiding is om iemand in staat van beschuldiging te stellen. Nu heeft rechter Norma Holloway Johnson bepaald dat de gesprekken van Lindsey en Blumenthal met de president ,,bijzonder ter zake doen en belangrijk bewijsmateriaal'' voor het onderzoek kunnen opleveren. Immers, stelde de rechter, als een president erop uit zou zijn om de rechtsgang tegen te werken - en dat is waar Starrs onderzoek zich op richt - dan zou hij dat doen via zijn naaste adviseurs. Daarom kunnen zij noch de president in dit geval een beroep doen op het zogeheten executive privilege, waarmee de uitvoerende macht informatie kan achterhouden in het nationale belang. Lindsey, die advocaat is, deed bovendien een beroep op het attorney-client privilege, dat vertrouwelijke contacten tussen een advocaat en zijn cliënt beschermt. Rechter Johnson erkende dat een president bepaalde gesprekken met adviseurs geheim moet kunnen houden, ook als het over zijn persoonlijke gedrag gaat, en dat het beroep op het executive privilege gerechtvaardigd is. ,,De president moet persoonlijke zaken benaderen in de context van zijn officiële besluiten'', aldus de rechter. Ook gesprekken met de first lady vallen volgens de rechter onder het executive privilege. Maar, oordeelde de rechter, in dit geval weegt de noodzaak van Starr om de twee getuigen te horen zwaarder dan het executive privilege, omdat de aanklager zijn informatie nergens anders kan krijgen. Uit de beschikking van de rechter blijkt ook dat de gesprekken waarover Lindsey en Blumenthal niet wilden getuigen, onder meer gingen over ,,officiële kwesties zoals mogelijke afzettingsprocedures.'' Amerikaanse televisiestations berichtten gisteravond dat Clinton al een paar keer afwijzend gereageerd heeft op een verzoek van Starr om vrijwillig over de kwestie te getuigen voor de grand jury. Herhaaldelijk heeft Clinton tegenover de pers verklaard dat hij zijn volledige medewerking aan het onderzoek van Starr geeft. Het Witte Huis zou nu met de aanklager in onderhandeling zijn over een eventueel verhoor van de president. In andere kwesties die Starr onderzoekt, en ook in de Paula Jones-zaak, heeft Clinton wel al getuigd.
|
NRC
Webpagina's 28 mei 1998
|
Bovenkant pagina |
|