|
Transcriptie van Clintons verhoor voor de Grand Jury (17 aug. 1998). Ook als zip-bestand te downloaden. Clintons reactie op het Starr Report |
Hoger beroep van Paula Jones versus Clinton Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL WASHINGTON, 17 APRIL. Paula Jones gaat in
hoger beroep tegen de uitspraak van een Amerikaanse rechter, die op 1
april beschikte dat haar klacht tegen president Clinton geen rechtszaak
waard is. Jones maakte dat gisteren, met tranen in haar ogen, bekend op
een persconferentie.
,,Ik dacht dat wat meneer Clinton mij heeft aangedaan verkeerd was'', zei Jones, ,,en dat de wet vrouwen beschermt die aan dergelijk machtsmisbruik worden onderworpen.'' Ze beschuldigt Clinton ervan dat hij zich in 1991 seksueel aan haar probeerde op te dringen. Hij was indertijd gouverneur van Arkansas, zij werkte als een lagere ambtenaar voor de deelstaat. Clinton ontkent dat het voorval heeft plaatsgehad. Het kan maanden of zelfs een jaar duren voor het hof van beroep beslist of het proces alsnog kan doorgaan. Mocht het tot een rechtszaak komen, dan is het goed mogelijk dat het presidentschap van Clinton voor die tijd al voorbij is. Zijn ambtsperiode loopt tot januari 2001. De advocaat van de president, Robert Bennett, zei in een schriftelijke reactie op het hoger beroep dat hij erop vertrouwt dat ,,het hof van beroep Paula Jones en haar supporters niet zal toestaan om deze zaak voort te zetten. Het is niettemin betreurenswaardig dat mevrouw Jones en haar politieke en financiële aanhangers kunnen doorgaan ons juridische systeem te misbruiken''. Clinton zelf, die dezer dagen in Chili is, ging zoals gewoonlijk niet op de zaak in. Jones zei dat ze geschokt was toen ze hoorde dat rechter Susan Webber Wright haar zaak had geseponeerd. De rechter oordeelde dat er, zelfs als alle aantijgingen van Jones waar zouden blijken, geen sprake was van seksuele intimidatie in de wettelijke betekenis. Jones (34), die getrouwd is en moeder van twee kleine kinderen, zei dat ze zich had afgevraagd of de kans op een succesvol hoger beroep wel opwoog tegen de druk die van de hele zaak uitgaat op haar privé-leven. Maar, zei ze met haar man aan haar zijde: ,,Ondanks de voortdurende persoonlijke belasting voor mijn gezin en mijzelf, kan ik, nu we zover zijn gekomen, niet lijdzaam toezien hoe het recht mannen die dergelijke dingen doen hun verantwoordelijkheid laat ontlopen.'' Jones las haar verklaring voor van papier, ze beantwoordde geen vragen. Donovan Campbell, een van haar advocaten, zei ervan overtuigd te zijn dat ze juridisch sterk staat. Veel onafhankelijke juristen zijn het daar niet mee eens. John Whitehead, de directeur van het conservatieve Rutherford Institute, zei dat zijn organisatie een deel van de juridische kosten van Jones zal blijven betalen. Het hof in St. Louis, dat het hoger beroep zal behandelen, heeft in deze zaak al eerder een uitspraak van rechter Webber Wright verworpen. Wright bepaalde aanvankelijk dat het proces moest wachten tot Clintons presidentschap voorbij was. Het hof verwierp haar argumentatie en het werd later door het Hooggerechtshof in het gelijk gesteld. Onafhankelijk van het civiele proces van Paula Jones werkt onafhankelijk aanklager Kenneth Starr aan een strafrechtelijk onderzoek naar president Clinton. Starr zei gisteren dat het einde van zijn onderzoek ,,nog niet in zicht'' is. In verband daarmee maakte hij ook bekend dat hij heeft afgezien van een aanbod om decaan te worden aan de rechten- en bestuurskundefaculteit van Pepperdine University, in het Californische Malibu. Vorig jaar verraste Starr vriend en vijand door aan te kondigen dat hij op 1 augustus 1997 naar Pepperdine zou vertrekken. Nadat daarover een storm van verontwaardiging was opgestoken, kwam hij van dat besluit terug. De universiteit maakte daarop bekend dat de post voor hem opengehouden zou worden. Maar de kritiek verstomde niet. Starr werd verweten dat hij een universitaire baan had geaccepteerd, zij het op termijn, die deels gefinancierd was door Richard Mellon Scaife, een van de voornaamste geldschieters van rechtse anti-Clinton-activisten. Daardoor zou hij zijn onafhankelijkheid gecompromitteerd hebben.
|
NRC Webpagina's 17 maart 1998
|
Bovenkant pagina |
|