|
Transcriptie van Clintons verhoor voor de Grand Jury (17 aug. 1998). Ook als zip-bestand te downloaden. Clintons reactie op het Starr Report |
Rechts begrijpt niets van steun voor Clinton
Door onze correspondent JUURD EIJSVOOGEL
Het gebeurt niet vaak dat de scherpzinnige Amerikaanse columnist William Safire erkent dat hij ergens geen antwoord op heeft. Maar de impeachment van president Clinton heeft een raadsel opgeleverd waar zelfs deze ervaren politieke waarnemer geen afdoende verklaring voor kan geven. Met een mengeling van fascinatie en afgrijzen legde de conservatieve Safire het probleem gisteren op de opiniepagina van The New York Times voor aan zijn lezers. Hoe is het mogelijk, zo vragen Safire en talloze Republikeinen met hem zich tandenknarsend af, dat Clinton nog altijd zoveel steun geniet — van zijn kabinetsleden, van zijn partijgenoten, van zijn vrouw en van het Amerikaanse volk? Waar komt die fenomenale loyaliteit aan Bill Clinton toch vandaan? ,,Daar staat hij in het beklaagdenbankje', schrijft Safire, ,,geïmpeached voor meineed, zeker van nog meer terechtwijzing, en zelfs door zijn politieke bondgenoten volmondig veroordeeld voor de zwakheden waarmee hij zijn ambt heeft bezoedeld. Maar niet één van zijn assistenten heeft zich tegen hem gekeerd. Niet één van de mensen die hij benoemd heeft, is walgend afgetreden. En niet één naaste medewerker of advocaat is onder de dreiging van gevangenisstraf gezwicht om tegen hem te getuigen.' Het is niet alleen onbegrijpelijk voor veel Republikeinen, het is ook om gek van te worden. Safire, die in de jaren zeventig het Watergate-schandaal meemaakte als medewerker van president Nixon, herinnert zich nog maar al te goed dat zijn voormalige baas op zulke loyaliteit niet hoefde te rekenen. Nixons juridische adviseur John Dean getuigde tegen hem. En in het Congres stemden sommige partijgenoten voor zijn impeachment. Een van de Republikeinen die zich uit morele verontwaardiging voor afzetting van hun eigen president uitspraken, was het kersverse lid van het Huis van Afgevaardigden voor Maine William Cohen, als minister van Defensie tegenwoordig een van de steunpilaren van president Clinton. Volgens Safire inspireert Clinton tot een loyaliteit die in Amerika nog nooit vertoond is. Worden de partijgenoten van de president gemotiveerd door gedeelde politieke doelstellingen? Voelen zijn medewerkers zich gebonden aan een ouderwets soort trouw aan de baas? Wordt Hillary gedreven door blinde liefde? Denkt het Amerikaanse volk alleen maar aan de voorspoedige ontwikkeling van de economie? Er moet, beseft Safire, meer zijn dat ,,de ongelooflijke genegenheid van deze grote natie voor deze on-grote man' verklaart. Kan het zijn dat de generatiegenoten van Clinton, net als hij kinderen van de jaren zestig, koste wat kost willen voorkomen dat de oude knarren alsnog winnen? Safire komt er niet uit, maar met die laatste verklaring raakt hij een gevoelig punt. Leon Panetta, Clintons voormalige stafchef in het Witte Huis, zei gisteren op de publieke televisie dat de loyaliteit aan Clinton helemaal niet zo mysterieus is. ,,Clinton blijft onderwerpen aan de orde stellen waar mensen om geven; dat bezorgt hem grote populariteit. Ondanks alle aanvallen op hem blijft hij zich concentreren op zijn werk; als je ziet dat je baas dat weet op te brengen, dan is het moeilijk om hem in de steek te laten. En ten slotte: de hoge toon waarop zijn tegenstanders hem veroordelen, stuit velen tegen de borst.' Dat laatste is iets wat de Republikeinen maar met moeite onder ogen kunnen zien. Zelfs áls een medewerker zich van Clinton zou willen afkeren, dan nog bedenkt hij zich wel twee keer omdat hij waarschijnlijk in geen geval de geestverwanten van Kenneth Starr en de Republikeinse zedenmeesters wil helpen. En het Amerikaanse volk? Een Republikeinse opiniepeiler, Linda DiVall, opperde in hetzelfde programma van de publieke televisie dat veel Amerikanen beseffen dat ze zelf ook gelogen zouden hebben als ze in Clintons situatie verkeerden. De Republikeinen, aldus DiVall, zullen een manier moeten vinden om over gezinswaarden te spreken zonder dat iedereen meteen denkt dat ze zich willen bemoeien met hun privé-leven.
|
NRC Webpagina's 12 januari 1999
|
Bovenkant pagina |
|