Vragen over opbrengst 'Clickfonds'
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG/AMSTERDAM, 2 OKT. De Socialistische Partij (SP) wil van minister Korthals van Justitie weten
waarom hij afgelopen maandag in antwoord op Kamervragen schreef, dat het 'beursfraudeonderzoek'
('Operatie Clickfonds') ,,de fiscus zo'n honderd miljoen gulden aan boetes
en naheffingen vanwege belastingontduiking heeft opgeleverd.''
Een dag later
bleek uit cijfers van het ministerie van Financiën dat de feitelijk geïnde
fiscale opbrengsten uit het Clickfondsonderzoek tot nu toe 7,9 miljoen gulden
bedragen. Er is voor 88 miljoen gulden aan aanslagen opgelegd, waarvan volgens
Financiën een ,,substantieel deel'' voorlopig, terwijl er tegen verschillende
aanslagen bezwaar is aangetekend. Voor 19,4 miljoen zijn fiscale boetes opgelegd.
De SP wil weten hoe deze feiten zijn te rijmen met antwoorden van Korthals
op eerdere vragen uit de Kamer.
Bovendien vraagt de SP zich af hoe het kan dat het Openbaar Ministerie
(OM) woensdag verklaarde dat het nooit de bedoeling is geweest de indruk te
wekken dat er reeds 100 miljoen aan belastinginkomsten ontvangen is, terwijl
hoofdofficier van justitie J. Vrakking in augustus in NRC Handelsblad onder
meer sprak over ,,de honderd miljoen die we nu al binnen hebben'' en ,,de
honderd miljoen aan belastingopbrengsten''. In juni had Vrakking in de Telegraaf
ook al eens gesteld dat er op dat moment 90 miljoen gulden ,,al door de fiscus
is geïnd of op zijn minst beslag op gelegd''. De verwarring over de belastinginkomsten
kwam gisteren ook aan de orde in een zitting voor de Amsterdamse Raadkamer.
Het OM herhaalde dat nooit is bedoeld dat de honderd miljoen binnen is, maar
dat het wel de verwachting is dat het bedrag kan worden geïnd.
In de Raadkamerzitting diende een van de verdachten, oud-directeur A. van
der R. van het voormalige effectenkantoor Leemhuis en Van Loon, een verzoek
in het onderzoek tegen hem te staken. Van der R., die door het OM op 23 augustus
nog als 'hoofdverdachte' in de Clickfondszaak werd aangemerkt, wordt onder
meer verdacht van valsheid in geschrifte, misbruik van voorwetenschap en deelname
aan een criminele organisatie. Zijn raadsman, V. Koppe, benadrukt echter dat
er ,,nog geen enkel fundamenteel feit'' is aangedragen door het OM. ,,Als
dat, na twee jaar onderzoek de stand van zaken is, moet je gewoon ophouden'',
aldus Koppe, die benadrukte dat de affaire een zware druk op zijn cliënt
legt.
Volgens het OM loopt het onderzoek echter nog en valt er eind dit jaar
een defintief besluit over verdere vervolging. Minister Korthals had de Kamer
deze week overigens al de datum van november 1999 genoemd. Volgens hem is
twee jaar, ,,gegeven de omvang en juridische en feitelijke complexiteit van
zaken niet ongebruikelijk lang''. De rechtbank toonde zich gisteren trouwens
geïrriteerd over het feit dat fraudeofficier H. de Graaff niet zelf naar
zitting was gekomen, maar een plaatsvervanger. Uitspraak is 15 oktober.