Justitie vestigt hoop op collega's in Zwitserland
Door onze redacteur JOOST ORANJE
ZÜRICH, 23 AUG. Tegen hoofdverdachte E. Swaab uit 'Operatie Clickfonds' loopt nu ook in
Zwitserland een justitieel onderzoek. Of dat het Nederlandse Openbaar Ministerie
zal helpen is de vraag.
'Operatie Clickfonds', het grootschalige Nederlandse onderzoek naar onregelmatigheden
op de beurs, is niet ongemerkt voorbij gegaan aan de Zwitserse justitie. Sinds
oktober 1997 hebben de Zwitsers al enkele rechtshulpverzoeken uit Den Haag
ontvangen, waarin Nederland medewerking vraagt bij enkele concrete aspecten
van het onderzoek.
Voor Zwitserland geldt daarbij één cruciale stelregel: men
verstrekt onder geen beding gegevens die betrekking zouden hebben op fiscale
delicten. Niet voor niets onderstreept de Nederlandse justitie in de rechtshulpverzoeken
telkenmale dat de gevraagde informatie ,,op geen enkele wijze fiscaal-administratief
danwel fiscaal-strafrechtelijk zal worden gebruikt''. Vandaar dat het
Amsterdamse parket, dat Operatie Clickfonds uitvoert, andere delicten aanvoert:
lidmaatschap van een criminele organisatie of betrokkenheid bij criminele
gelden.
Ook in de rechtshulpverzoeken die betrekking hebben op E. Swaab, een van
de vier hoofdverdachten in Operatie Clickfonds, zijn deze omschrijvingen te
vinden. Maar in zijn geval is er een complicatie: Swaab bezit naast de Nederlandse
ook de Zwitserse nationaliteit. Het maakt de Swaab-affaire, waaraan justitie
veel belang hecht, er niet makkelijker op.
Hoofdofficier J. Vrakking noemde de zaak nog onlangs ,,financieel zeer
omvangrijk''. Naast grootscheepse belastingontduiking zou Swaab, volgens het
Clickfondsteam, als directeur van het effectenkantoor FTC jarenlang verdachte
transacties hebben uitgevoerd. Daarbij zou hij afspraken hebben gemaakt met
individuele medewerkers van financiële instellingen. De instellingen
zelf zouden hierbij zijn benadeeld.
Probleem voor justitie is echter dat het Clickfondsteam in oktober 1997
nog niet precies voor ogen had wat voor 'grote vis' Swaab eigenlijk is. Weliswaar
werd huiszoeking gedaan in zijn Amsterdamse woning, maar dat gebeurde omdat
Swaab gezien werd als één van de mensen in het netwerk van een
andere hoofdverdachte. Pas na geruime tijd, toen justitie in de gaten kreeg
dat Swaab zèlf als hoofdverdachte met een heel eigen netwerk moest
worden aangemerkt, kreeg het Clickfondsteam warme belangstelling voor hem.
Maar toen was het te laat. Swaab had zich teruggetrokken in zijn Zwitserse
huis en weigert naar Nederland te komen. Een internationaal opsporingsbevel,
uitgevaardigd in mei 1998, heeft nog geen resultaat gehad. Zwitserland levert
eigen staatsburgers niet uit.
Het Openbaar Ministerie lijkt zijn hoop nu op een andere variant te hebben
gevestigd. Uit het Clickfondsonderzoek blijkt dat Swaab regelmatig zaken deed
met Zwitserse rechtspersonen, zoals de grote Union Bank of Switzerland (UBS).
Daardoor zouden de transacties ook nadelig kunnen zijn geweest voor Zwitserse
bedrijven. Mede naar aanleiding van twee rechtshulpverzoeken is dat voor de
Zwitserse justitie reden geweest een onderzoek te beginnen naar Swaab, die
een paar weken geleden is opgeroepen om te verschijnen voor de onderzoeksrechter.
Swaab beriep zich bij die gelegenheid echter op zijn zwijgrecht. Het onderzoek
concentreert zich op wat in Zwitserland 'ungetreue Geschäftsführung'
wordt genoemd; het handelen in eigen belang ten nadele van de werkgever of
zakenpartner. Mochten de Zwitsers Swaab juridisch willen aanpakken, dan kan
het Clickfondsonderzoek daarvan profiteren, zo is de hoop.
Of dat lukt is nog onzeker. Naar nu pas blijkt heeft UBS, een van de meest
prestigieuze banken ter wereld, zelf ook al een intern onderzoek ingesteld
naar de verdachte transacties van Swaab waar deze bank bij betrokken was.
UBS, geschrokken door het feit dat haar naam voorkwam in de Clickfondszaak,
deed zelfs aangifte tegen Swaab bij de Zwitserse justitie, maar heeft die
inmiddels weer ingetrokken. Een bron binnen de bank stelt dat weliswaar vraagtekens
bleven bestaan over de Swaab-transacties, maar dat er strafrechterlijk niets
laakbaars was te vinden.
Ook de Nederlandse en Zwitserse justitie zullen voor dit probleem komen
te staan. Met de effectentransacties van Swaab is niets mis, ze zijn allemaal
binnen de 'bandbreedte' waarin hij volgens afspraken mocht handelen uitgevoerd.
De verdenkingen zitten hem vooral in afspraken die Swaab zou hebben met medewerkers
van financiële instellingen. Een strafrechterlijk bewijs is er eigenlijk
pas als er belastende verklaringen en/of documenten op tafel komen die de
laakbaarheid van de transacties aantonen. Voorlopig is het nog onduidelijk
of er, zowel in het Nederlandse als het Zwitserse justitiële onderzoek
dergelijke bewijzen zijn te vinden. Justitiële autoriteiten in beide
landen weigeren inhoudelijk commentaar.