Financiën wenste rust bij beurszaak
Door onze redacteur JOOST ORANJE
DEN HAAG, 3 MAART. Het
ministerie van Financiën heeft het openbaar ministerie geadviseerd
uiterst terughoudend te zijn bij de publiciteit rond de beursfraudezaak.
Dat gebeurde kort voordat het OM bekendheid gaf aan de zaak, die als
Operatie Clickfonds bekend is geworden. Dit blijkt uit interne
documenten waarover deze krant via de Wet openbaarheid van bestuur de
beschikking heeft gekregen.
Operatie Clickfonds, het grootste onderzoek naar financiële fraude
dat ooit in Nederland is uitgevoerd, schokte in oktober 1997 de
beurswereld met arrestaties en invallen. In een persbericht sprak
justitie over "omvangrijke witwaspraktijken en beursfraude". Hoewel het
OM ook successen heeft behaald, is van deze harde verdenkingen weinig
overgebleven. Justitie heeft kritiek als zou zij de publiciteit hebben
gebruikt om een voorbeeld te stellen in de financiële wereld,
altijd weersproken.
Het ministerie van Financiën schreef op 23 oktober 1997,
één dag voor de actie, dat men begrepen had dat bij het OM
"het voornemen bestaat rond deze opsporingsactie actieve publiciteit te
genereren". Financiën adviseerde "vanwege de grote gevoeligheid
(..) uiterste terughoudendheid". Mochten er vragen komen dan moest de
woordvoering zich niet uitstrekken "tot de beurs en effectenwereld in
zijn algemeenheid".
Uit de stukken blijkt dat er bij Financiën verschillend werd
gedacht over de zware verdenkingen. Zo wordt over voorkenniszaken
gesteld dat het "nog slechts om een begin van bewijs" gaat. In een
rechtszaak kort na de actie stelde het OM dat deze zaak "rond" was.
Financiën ging pas na de actie na wat de praktijk is rond anonieme
coderekeningen en welke regelgeving hierop van toepassing is.
Vertrouwelijke documenten
NRC Handelsblad heeft
via een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur alle documenten over
Operatie Clickfonds opgevraagd van het ministerie van Financiën.
Dit departement is een belangrijke factor, alleen al omdat de Fiscale
Inlichtingen en Opsporingsdienst (Fiod), die een cruciale rol speelde,
onder dit ministerie valt. Maar daarnaast liggen er ook nauwe banden met
beurstoezichthouder STE en was het ministerie de vertolker van de Haagse
roep om meer integriteit in de financiële sector. Het ministerie
heeft trouwens niet alle documenten afgegeven. Na toetsing door de
bestuursrechter moest een deel, vooral vanwege
vertrouwelijkheidskwesties, geheim blijven.