Moddergooien in Clickfonds
Het Openbaar Ministerie
weersprak gisteren kritiek op het justitieoptreden in de
Clickfondszaak. Toch werden niet alle vraagtekens weggenomen.
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 20 FEBR. Aan verbaal moddergooien tot dusver geen gebrek in
de Clickfondsrechtszaken. Beschuldigde advocaat V. Koppe vorige week
het openbaar ministerie van "klassejustitie" , "dwangmatige
publiciteitsdrang" en "misleiding", gisteren was het de beurt aan
officieren van justitie H. de Graaff en J. Tonino om eens flink uit te
halen. Koppe's betoog werd gekwalificeerd als "lasterlijke
hersenspinsels", " absurde en schandalige speculatie", en "gezwollen
retoriek".
Het geeft aan dat het menens is geworden in de beursfraudeaffaire.
Verklaarbaar, want in de zaken tegen drie ex-medewerkers van Strating-
effecten draait het om elementen waarvan de uitkomst bepalend is voor
andere (hoofd-)verdachten. Volgens de verdediging heeft justitie
Operatie Clickfonds slechts gebruikt om een voorbeeld in de
financiële wereld te stellen, gebaseerd op flinterdun vermoeden en
bovendien selectief toegepast. De Graaff weersprak dit verwijt gisteren
retorisch: "Reputaties van vele personen zijn geknakt, maar is dat wel
ten onrechte?" Waarna hij betoogde dat er niets mis was: er waren
genoeg harde verdenkingen om de actie te ontketenen. Dat de meest
spectaculaire vermoedens, zoals witwassen van criminele gelden of
frontrunning, goeddeels uit het dossier verdwenen zijn, doet
daaraan niets af. Wat overblijft is, volgens het Openbaar Ministerie
(OM), interessant genoeg: een criminele organisatie die coderekeningen
aanbood om de belastingen te ontduiken.
Het OM kondigde aan een aantal onduidelijkheden "voor eens en voor
altijd weg te nemen". Toch bleven er essentiële punten liggen. Los
van de vraag wat er juridisch mis is met een coderekening, blijft
vooral het vervolgingsbeleid de gemoederen bezig houden. Daarbij gaat
het met name om de Kas Associatie, de voormalige bank van de beurs. De
effectenkantoren lieten de coderekeningen via deze bank lopen.
Getuigenverklaringen tonen aan dat de 'KasAss' precies wist hoe de vork
in de steel zat. Dan moet je ook de bank vervolgen, betoogde de
verdediging.
Het OM vond dat geen automatisme. Volgens De Graaff was er ten aanzien
van de KasAss "juridisch gezien een geheel andere verwijtbare
wetenschap". Maar hij gaf tegelijkertijd toe dat de bank "vermoedens
had moeten hebben en mogelijk niet te lichtvaardig met het accepteren
van de subaccounts akkoord had moeten gaan". De Fiscale
Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) merkte de KasAss daarom
oorspronkelijk zelfs als verdachte aan. Vond De Graaff dat destijds ook,
was gisteren de vraag. De officier wilde "vanwege het ontbreken van de
relevantie" geen antwoord geven. Maar uit documenten van het ministerie
van financiën, die NRC Handelsblad deze week via een beroep
op de Wet Openbaarheid Bestuur kreeg, blijkt dat De Graaff de bank in
eerste instantie wel degelijk die status heeft opgeplakt. "Door de
officier van justitie is de Kas Associatie N.V. als verdachte
(functioneel daderschap) aangemerkt", staat letterlijk in een notitie
van 18 maart 1998. En ook in een memo van 15 april 1998 komt die
constatering terug. In die notitie wordt wel gesteld dat de verwachting
is dat er "onvoldoende bewijs zal zijn voor een strafrechtelijke
vervolging." Maar het feit dat het OM de KasAss oorspronkelijk
als verdachte heeft gezien, maar die gedachtengang later weer heeft
ingetrokken, zal regelmatig terugkomen in de verschillende zaken.
Ook een andere kwestie bleef boven de markt hangen. Justitie zou de zaak
van de veroordeelde drugshandelaar 'De Hakkelaar' als breekijzer hebben
gebruikt om de regels voor het verkrijgen van Zwitserse rechtshulp te
omzeilen. Het werd, ondanks een tegengestelde getuigenis van een FIOD-
ambtenaar, door het OM stevig weersproken. Maar wat er, buiten de
officiële documenten, mondeling tegen de Zwitsers is verteld,
bleef onbekend. Daarover kan pas opheldering komen als de Zwitsers een
getuigenis afleggen. Dit verzoek zal morgen, als de rechtszaken verder
gaan, opnieuw door de verdediging worden ingediend.