Doorclicken
HET WORDT OPSCHIETEN voor het
openbaar ministerie van de hoofdstad als het nog iets wil maken van de
Operatie Clickfonds. Dat lijkt een beetje vreemd. Vorig jaar
haalden de voor deze affaire vrijgemaakte officier van justitie De
Graaff en zijn team juist een aardige oogst binnen: diverse
veroordelingen en een serie schikkingen.
Er is enig gesteggel over de precieze opbrengst voor de fiscus, maar dat doet er niet aan af dat de
operatie volgens de gebruikelijke maatstaven heel aardig uitpakt. Daarin
zit hem echter juist de kneep: dit is geen gewone zaak. Dat bleek al in
1997 toen de operatie begon. Die ging gepaard met een ongebruikelijke
publiciteitshausse: vooraanstaande beurshandelaren, ondernemers en
beheerders van pensioenfondsen werden opgepakt en verdwenen achter de
tralies. Er waren invallen bij gerenommeerde banken en effectenhuizen.
Het deed denken aan de affaire van de toenmalige Slavenburg's Bank uit
de jaren tachtig. Toen eiste een Gideonsbende van officieren van
justitie met het nodige publicitaire vertoon een vitale rol op bij het
bewustwordingsproces op het gebied van de integriteit van de
financiële instellingen onder het motto dat het strafrecht er niet
alleen mag zijn voor 'de kleintjes'. Maar er bleek een addertje onder
het gras te zitten. Om het strafrecht tot 'de groten' uit te breiden
zijn een 'straatvechtersmentaliteit' en morele partijdigheid vereist,
zoals het huidige hooglerarenechtpaar Brants noteerde in een gezamenlijk
proefschrift. De Slavenburg-zaak leerde dat deze opstelling zich
moeilijk laat verenigen met de 'magistratelijke rol' die het openbaar
ministerie in dit land is toebedeeld.
In een vraaggesprek met deze krant sprak de nieuwe voorzitter van het
College van procureurs-generaal, De Wijkerslooth, een jaar geleden
duidelijk zijn voorkeur uit voor "goede juristen in plaats van crime
fighters". Deze opdracht vormt een niet geringe handicap voor operaties
als Clickfonds. Want waar gaat deze over? 'Beursfraude' is het trefwoord
in de presentatie naar buiten. Juridisch gezien is al direct het
probleem dat 'fraude' niet zozeer een op zichzelf staand delict is,
alswel een methode om met behulp van bedrog andere discutabele
handelingen af te dekken. Daardoor komt de justitie al gauw terecht in
de sfeer van niet-nakoming van administratieve voorschriften. Dat kan
serieuze verwijten aan het adres van de betrokkenen opleveren, maar deze
zijn toch van een andere orde dan harde termen als fraude en oplichting.
HET BELANG VAN de operatie staat buiten kijf: de integri teit van
financiële dienstverlening die steeds meer voor Jan en alleman
wordt. Dat schept extra verplichtingen voor het beurswereldje. Dat heeft
zich te lang gekoesterd in een 'ons-kent-ons-cultuur'. Dat geldt volgens
waarnemers a fortiori voor de wereld van de pensioenfondsen, die
eveneens in de Operatie Clickfonds zijn betrokken. Er zijn
inmiddels verschillende initiatieven genomen om het toezicht te
verbeteren aan de hand van een stevige beleidsnota die minister Zalm
(Financiën) vlak na het begin van de justitiële operatie
uitbracht.
Voor de officieren van justitie blijft intussen de afronding van hun
aandeel een lastig parket. Het is de vraag of zij de krasse termen van
drie jaar geleden tegen de hoofdpersonen kunnen waarmaken. Zij komen
daardoor bloot te staan aan "het gevaar van overdrijving", zoals het
wordt genoemd in de jongste aflevering van het tijdschrift voor
strafrecht Delikt en Delinkwent: een justitiële
aanpak van vergrijpen die nog maar kort geleden werden opgelost in een
goed gesprek. De werkelijke vraag van Operatie Clickfonds is in hoeverre
het strafrecht een geschikt instrument is om structurele fraude aan te
pakken en of pogingen dit instrument toch te gebruiken de ongelijkheid
die men wil tegengaan niet alleen maar vergroten. Wellicht dacht super-
PG De Wijkerslooth daaraan toen hij in zijn jongste jaarverslag een
lans brak voor een "indringend debat over de keuze die het openbaar
ministerie maakt, evenals een kritische toets van die keuze".