Makkelijk succes OM in Clickfonds
Zijn zaak was 'pleitbaar', maar
toch verkoos een verdachte in het Clickfondsonderzoek om strafvervolging
af te kopen. Het OM nam het schikkingsvoorstel dankbaar in ontvangst.
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 22 DEC. Liever flink financieel bloeden, dan in de
schijnwerpers van de rechtszaal de strijd aangaan. Dat lijkt het devies
te zijn geweest van de vooraanstaande Nijmeegse medisch specialist F.D.,
die onlangs strafvervolging bij justitie blijkt te hebben afgekocht in
het kader van het beursfraudeonderzoek ('Operatie Clickfonds'). Een mooi
winstje voor het openbaar ministerie, helemaal omdat de zaak, zo blijkt
uit het onderzoeksdossier, in juridische termen behoorlijk 'pleitbaar'
was. Met andere woorden: voor de rechter was het nog maar de vraag
geweest of het OM strafrechtelijk wel zo sterk in de schoenen had
gestaan.
De zaak van D. maakt in het complexe Clickfondsonderzoek deel uit van
een een zijtak die maar nauwelijks in de publiciteit kwam: het onderzoek
naar belastingconsulent J.M., waar D. cliënt was. Deze fiscalist
runde een belastingadviespraktijk in de buurt van Nijmegen, maar stapte
later over naar het internationale kantoor Arthur Andersen. M. had
zakelijke banden met een van de hoofdverdachten: de in Zwitserland
gevestigde Nederlandse vermogensbeheerder D. de Groot. Medisch
specialist D. was cliënt van M., zo valt op te maken uit het
vertrouwelijke justitiedossier, en had een effectenrekening lopen via de
Kas Associatie. Maar blijkbaar wilde hij een groot bedrag aan
neveninkomsten niet meteen aan de fiscus ten prooi laten vallen. Als
specialist met internationale reputatie had D., naast zijn
hoogleraarssalaris aan de universiteit van Nijmegen, een behoorlijke
secundaire stroom van inkomsten. Dat geld was afkomstig van onder meer
honoraria tijdens congressen, maar ook van werk dat hij verrichtte voor
de farmaceutische industrie. D. ging te rade bij fiscalist M. die hem
adviseerde de gelden onder te brengen in een via het buitenland beheerde
stichting. De constructie werd in Zwitserland opgezet en De Groot werd
een van de formele bestuurders. Hoewel er uit fiscaal oogpunt
vraagtekens kunnen worden gezet bij de transparantie van de constructie,
is die in de fiscale advieswereld niet ongebruikelijk. Zolang het geld
'stil' in de stichting blijft staan, hoeft er geen belasting over te
worden betaald. Of het zijn bedoeling was, is een tweede, maar als D.
het kapitaal, bijvoorbeeld na zijn pensionering, uit de stichting had
gehaald en opgegeven bij de fiscus, was er hoogstwaarschijnlijk niets
aan de hand geweest. Tekenend daarvoor is dat uit het dossier blijkt dat
zowel een externe adviseur (de hoogleraar belastingrecht prof. D. Juch),
maar ook de Belastingdienst zelf de constructie niet als illegaal
kenmerken.
D. liet het geld echter niet staan, maar onttrok op een bepaald moment
kapitaal uit de stichting. Dat deed hij met de hulp van een medewerker
van De Groot in Zwitserland. Vervolgens maakte hij het geld over naar
zijn zoon in Azië. Zo werd het geld 'actief' en had er belasting
over moeten worden betaald.
Het OM kwam de zaak bij toeval op het spoor toen ze, in het kader van
het Clickfondsonderzoek, in Zwitserland de administratie van De Groot in
beslag nam. Toen D. zijn geld uit de stichting wilde halen om naar
Azië te sturen, moest het stichtingsbestuur immers een formele
'afstandsverklaring' maken. Dit document werd in de administratie
aangetroffen en D. liep tegen de lamp, en met hem zijn belastingadviseur
M. In de Groots papieren werden meer cliënten van hem aangetroffen.
Zo werd een netwerkje zichtbaar van vijf klanten van M., die volgens
justitie allemaal belastingontduiking te laste kon worden gelegd. M.
zelf, die gedwongen vertrok bij Arthur Andersen, zal zich later moeten
verantwoorden. Het OM vindt dat hem medeplichtigheid aan fiscale fraude
kan worden verweten.
De zaak van D. had voor de rechter trouwens nog interessant kunnen
worden, omdat over de strafrechtelijke aspecten nog wel enige discussie
mogelijk is. Immers: met de constructie rond de stichting zelf is
formeel niets mis. Wel - fiscaal - verwijtbaar is het feit dat er geld
uit de stichting werd onttrokken, zonder dat daar belasting over werd
betaald. Maar het bewijsmateriaal voor dat feit heeft justitie in eerste
instantie in Zwitserland vergaard. En documenten uit dat land mogen niet
worden gebruikt voor het aantonen van belastingontduiking. Toch wilde
D., waarschijnlijk bang voor nóg meer reputatieschade in het
kleine medische wereldje, de strijd in de rechtszaal blijkbaar niet aan.
De afgelopen jaren drong hij via zijn raadsman meerdere malen aan op een
schikking. Die is nu dan eindelijk geëffectueerd.
Justitie wil niet ingaan op de vraag waarom andere Clickfondsverdachten,
die minder zwaar de belasting ontdoken, zich wél voor de rechter
moeten verantwoorden en D. er met een schikking vanaf kan komen.
Vermoedelijk is het OM allang tevreden dat de zaak op deze manier kon
worden afgehandeld. Met deze omvangrijke financiële afdoening is
voor justitie waarschijnlijk een maximaal resultaat behaald.