Weer tegenslag voor justitie in beursfraude-
zaak
Door een onzer redacteuren
AMSTERDAM, 8 NOV. Opnieuw is een
rechtszaak tegen een van de verdachten in het beursfraudeonderzoek
('Operatie Clickfonds') uitgesteld. De behandeling kon gistermiddag niet
beginnen omdat het openbaar ministerie te laat een deel van de
dagvaarding bleek te hebben gewijzigd.
Het gaat om de zaak tegen H. van de K., een ex-medewerker van het
pensioenfonds voor de metaalnijverheid. De raadsman van de verdachte
betoogde dat de dagvaarding zo fundamenteel was veranderd dat hij zich
eerst nader in de materie moest verdiepen voordat hij zijn verdediging
kon voeren. De rechtbank gaf hem daarin gelijk en verdaagde de zitting
tot volgende week.
Van de K. wordt, samen met een drietal andere voormalige werknemers van
financiële instellingen, ervan verdacht lid te zijn geweest van een
criminele organisatie rond hoofdverdachte E. Swaab.
Voordat de zaak tegen Van de K. werd uitgesteld had de rechtbank het OM
niet ontvankelijk verklaard in de zaak tegen een van de andere vier
verdachten, ex-werknemer R. van Z. van SNS Securities. Zijn advocaat
betoogde dat de officier van justitie volgens hem langdurig de indruk
had gewekt dat de zaak tegen zijn cliënt zou worden geseponeerd.
Daartoe zou een advies worden afgewacht van de Tilburgse hoogleraar
strafrecht M. Groenhuijsen. Ondanks herhaalde herinneringsbriefjes van
de raadsman aan de officier werd van dat advies niets meer vernomen.
Vervolgens werd de verdachte Van Z. toch gedagvaard.
De rechtbank oordeelde dat het OM de vervolgingsbeslissing voor de
verdachte afhankelijk had gemaakt van het advies en dat justitie
"gehouden was dat advies zo spoedig mogelijk in te winnen en bij
professor Groenhuijsen te dien aanzien te rappelleren". Nu dat niet
gebeurd bleek te zijn heeft het OM "te kort gedaan aan het recht van
verdachte op een behoorlijke afhandeling van zijn zaak". De verdachte
ging vrijuit. Het openbaar ministerie kondigde aan in appèl te
gaan tegen het vonnis.