DNB levert munitie aan Clickfonds-
verdediging
Interne stukken van De
Nederlandsche Bank over de beursfraude geven een aardig kijkje achter
de schermen van 'Operatie Clickfonds'.
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 31 OKT. Advocaten van verdachten in het beursfraudeonderzoek
(Operatie Clickfonds) kunnen zich in de handen wrijven. Eindelijk
hebben ze, na een intense juridische strijd, de gespreksverslagen in
hun bezit die De Nederlandsche Bank (DNB) opmaakte aan het begin van het
Clickfondsonderzoek in 1997. De inhoud is interessant juridisch
materiaal voor de raadslieden, vooral omdat ze er een onderbouwing in
zullen zien van een aantal theorieën die ze al jaren verkondigen.
Een ervan luidt dat justitie in 1997 op de keper beschouwd maar heel
weinig 'harde verdenkingen' had die een zo drastisch ingrijpen in de
Amsterdamse financiële wereld rechtvaardigden. Justitie had
destijds in ieder geval hoge verwachtingen, zo blijkt uit de stukken en
wilde, in de woorden van officier van justitie De Graaff "voor de markt
een duidelijk voorbeeld stellen". Frontrunning (een vorm van
voorwetenschap), verbindingen met drugshandelaar 'de Hakkelaar',
witwassen: justitie bracht het allemaal naar voren. Het openbaar
ministerie (OM) was kennelijk zo zeker van zijn zaak dat het op 24 juni
1997, drie maanden voordat het beursfraude-onderzoek in de publiciteit
kwam, al in het overleg met DNB aankondigde dat het effectenhuis
Leemhuis en Van Loon zal worden gesloten. Toch is nergens te lezen of
de vermoedens voor de zware delicten op dat moment ook worden
ondersteund door harde bewijzen. Logisch, zo zal de verdediging
betogen: die harde bewijzen waren er namelijk niet. Daarbij wijst zij op
de resultaten van het Clickfondsonderzoek tot nu toe. Die zijn immers
vooral te vinden in de sfeer van belastingfraude. Ernstig genoeg, maar
omvangrijke voorwetenschapszaken, witwassen van crimimele gelden via de
beurs of aantoonbare omkoping is (nog) steeds niet ter tafel gekomen.
Het is een punt van kritiek dat al lang speelt, getuige het verslag van
12 december 1997. Onder het kopje 'media' staat te lezen: "Volgens de
officier van justitie zouden de advocaten de media bespelen met als
doel de zaak te bagatelliseren tot een eenvoudige belastingfraude. Het
OM zal hier niet op reageren."
De documenten, die via de rechter zijn vrijgekomen, geven een aardig
beeld van de onderzoeksopzet van justitie. Het OM blijkt zich te hebben
laten verrassen door de complexiteit van het onderzoek. Zo wordt
gesteld dat twee directieleden van Bank Bangert Pontier al in januari
1998 zullen worden voorgebracht. Uiteindelijk is slechts
één van hen, twee weken geleden, in de rechtszaal
verschenen. Daarnaast zullen de raadslieden ondersteuning vinden voor
een ander vaak gehoord bezwaar. Justitie zou het gelijkheidsbeginsel
hebben geschonden door bijvoorbeeld een gerespecteerde instelling als
de Kas-Associatie (de vroegere bank van de beurs) niet te vervolgen
voor het aanhouden van zogenoemde 'coderekeningen' en een klein
effectenhuis als Leemhuis en Van Loon wel. Bij de Kas-Associatie, een
gespecialiseerde bank in afwikkeling en administratie van
effectentransacties, liepen destijds coderekeningen, onder meer via de
in Zwitserland woonachtige vermogensbeheerder D. de Groot. De Fiscale
Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) concludeerde eerder al dat "
deze werkwijze werd gehanteerd met als doel de ware identiteit van de
rekeninghouders te verhullen." De Kas-Associatie, aldus de FIOD, "is
betrokken bij valsheid in geschrifte en mogelijk deelnemer van een
criminele organisatie." Een FIOD-medewerker erkende onlangs in een
getuigenverhoor dat de bank als verdachte werd gezien. Maar justitie
heeft deze zienswijze nooit geëffectueerd.
Uit de gespreksverslagen blijkt dat ook DNB vraagtekens zet. De
toezichthouder stelt dat de Kas-Associatie "onvoldoende adequate
acceptatieprocedures" hanteert. Het "rekeningencomplex rondom de heer
De Groot" werd immers " opgeschoond", maar soortgelijke coderekeningen
liepen tot oktober 1997 gewoon door via Leemhuis en Van Loon (LvL). DNB
stelt dan ook dat de Kas-Associatie " via de rekeningen van LvL nog
steeds diensten aan niet geïdentificeerde personen leverde." Het
zijn passages die de verdediging bij de komende rechtszaken dankbaar
zal oppakken om aan te tonen dat de Kas-Associatie ten onrechte niet is
vervolgd.
En zo zitten er talloze pikante details in de stukken. Bijvoorbeeld de
overweging om hoofdverdachte H. Vermeulen voor een tweede keer te
arresteren. Of het feit dat de FIOD "vergeten" is "twee jaar aan
stukken" in beslag te nemen bij het effectenhuis NIB Securities. Of een
inkijkje in de verhoudingen tussen toezichthouders DNB en STE, als
blijkt dat de STE Leemhuis en Van Loon een verklaring van goed bestuur
heeft gegeven. Tegen de zin van DNB, waarvan een medewerker stelt dat
de STE "chaotisch te werk gaat". Verder heeft het OM blijkbaar zulke
hoge verwachtingen van de vermeende beursfraude-aspecten bij Leemhuis
en Van Loon (witwassen en misbruik van voorkennis) dat de fiscale zaken
niet tot op de bodem zijn uitgezocht. Officier van justitie De Graaff
meldt in juni 1997 namelijk dat "de vier directeuren-eigenaren van
Leemhuis en Van Loon belastingtechnisch schoon zijn. Dit is namelijk
reeds onderzocht. " Terwijl juist de belastingontduiking later een van
de 'harde' punten zal blijken te zijn.