Beursfraude: succes en twijfels
Na de behandeling van twee
rechtszaken tegen medewerkers van SNS en BBP is 'Operatie Clickfonds'
weer een stap verder. Er is succes voor justitie, maar er zijn ook
fouten en twijfels.
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 20 OKT.Nu de rechtszaken in het beursfraudeonderzoek op stoom
komen, wordt de principiële hoofdlijn van 'Operatie Clickfonds'
steeds zichtbaarder. Ging het in eerdere zaken om het bestraffen van
individuen die belastingfraude hadden gepleegd, de afgelopen weken stond
de integriteit in de financiële sector in bredere zin op de
voorgrond.
Woensdag, tijdens de behandeling van de Bank Bangert Pontier (BBP)-
affaire, wees de officier van justitie in zijn requisitoir op "de open
ontmoetingsplaats" die de kapitaalmarkt moet zijn "zonder dat de
marktgangers hebben te vrezen voor dubbele agenda's." Het moet voor het
OM dan ook een goed gevoel zijn dat de rechtbank deze argumentatie
woensdag nadrukkelijk meewoog in de veroordeling van twee werknemers van
SNSBank: "De maatschappij moet erop kunnen vertrouwen dat banken, en met
name hun leidinggevend personeel, volgens de wettelijke en de
fatsoensnormen opereren", aldus het vonnis. Daarmee gebeurt in de
rechtszaal wat minister Zalm (Financiën) voor ogen had toen hij in
1997 zijn integriteitsnota uitbracht waarin als ambititie "een verdere
preventieve en repressieve versterking van de integriteit" werd beoogd.
Zowel de SNS- als de BBP-affaire kan in dat kader worden geplaatst,
ondanks het argument dat het relatief kleine zaken waren. Want er was
natuurlijk wel wat aan de hand. Als SNS-medewerkers documenten
verdoezelen om, tegen de regels, klandizie voor een emissie te
verkrijgen, dan mag dat niet. En als een bank als BBP er een
kasfaciliteit in Luxemburg op nahoudt waar cliënten, via een
schaduwadministratie, geld aan de fiscus kunnen onttrekken, is dat
onwettig. In beide gevallen werd ter verdediging het argument aangevoerd
dat de normen van toen aan de criteria van vandaag zouden zijn getoetst.
Zo werd in de SNS-zaak gesteld dat "er in die tijd veel vrijheden
waren."
En ook in de BBP-affaire was te horen dat de kasfaciliteit stamde uit
een verleden "toen de tijden anders waren." Het is een betoog dat in het
Clickfonds nog vaak te horen zal zijn, bijvoorbeeld als straks de
praktijk van de coderekeningen aan de orde komt. Maar uitgerekend in de
recente zaken gaat het niet op. Rommelen met documenten of
belastingontduiking was immers ook toen strafbaar. Dat justitie
daarnaast de gesloten beursmoraal probeert aan te pakken is, gezien de
Haagse wensen, begrijpelijk. Ergens moet tenslotte een begin worden
gemaakt met de versterking van de integriteit.
Dwingender is de vraag of het OM wel consequent acteert. Zo zou er pas
echt een "preventieve en repressieve" schok zijn als bijvoorbeeld niet
alleen het effectenhuis Leemhuis en Van Loon zou worden aangepakt voor
werken met coderekeningen, maar ook de Kasassociatie, waar die
rekeningen tenslotte liepen. In de Clickfondsaffaire komt daar nog bij
dat justitie een hypotheek met zich mee torst omdat er in 1997 hoog is
ingezet. Van de naar buiten gebrachte beursfraudezaken als voorkennis of
witwassen van criminele gelden is weinig over. Daardoor worden zaken die
wel wat voorstellen gebagatelliseerd en kan nauwelijks worden
voldaan aan verwachtingen die toen gewekt zijn. Bovendien lijkt het OM
te veel hooi op de vork te hebben genomen, waardoor er af en toe
beschamende fouten worden gemaakt. Zo overschreed men in de BBP-zaak de
'redelijke termijn' en werd vergeten om getuigen op te roepen. In de
SNS-affaire bleek de tenlastelegging deels onjuist waardoor uitgerekend
de cruciale passage over 'oneerlijke mededinging' nietig werd verklaard.
Er zijn meer zaken die onzorgvuldigheid verraden: het sturen van
verkeerde dossiers of het laten lopen van hoofdverdachte Swaab. Dat
neemt niet weg dat het Clickfonds effect heeft gehad. Alleen al de
toegenomen aandacht voor het toezicht kan op het conto worden
bijgeschreven. Maar het aanpakken van financiële criminaliteit gaat
wel met vallen en opstaan.