'Onderknuppel zit hier in plaats van bank'
SNS voorbode Clickfonds
De rechtszaak rondom de SNS-
bank die de afgelopen twee dagen diende, geeft een goed voorproefje van
alle andere Clickfondszaken die de komende maanden nog voor de rechter
komen. Grijpt justitie te hoog, of wordt er een nieuwe norm gezet?
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 29 SEPT. Is het spierballenvertoon van justitie? Of gaat het
om de consequentie van een door de politiek gewenst beleid voor meer
integriteit in de financiële sector? Dat waren de cruciale vragen
die na twee lange zittingsdagen in de Amsterdamse rechtszaal bleven
hangen. Urenlang had de rechtbank, die speciaal is vrijgemaakt voor de
afwikkeling van het beursfraudeonderzoek ('Operatie Clickfonds'), zich
gebogen over de zaak waarbij drie voormalige medewerkers van SNS Bank in
de beklaagdenbank zaten. Zij moesten zich verantwoorden voor hun gedrag
tijdens de beursgang van (toenmalige) post- telecombedrijf KPN in 1994,
waar SNS voor het eerst 'co-manager' van het emissiesyndicaat was.
Daar was inderdaad wel wat over te zeggen. In haar enthousiasme een rol
te kunnen spelen in de lucratieve emissiemarkt bleek er binnen SNS een
opmerkelijke methode te zijn bedacht. De bank betaalde provisies uit aan
enkele effectenhuizen in ruil voor het aanbrengen van klanten die KPN-
aandelen wilden hebben. Dat had een aantal gevolgen. SNS kreeg een veel
groter aantal aandelen dan de andere syndicaatsleden en dus meer
commissie. Bovendien, zo redeneert justitie, was er bij de
effectenhuizen geen drang om hun klanten bij andere co-managers aan te
bieden. Daarnaast is leadmanager ABN Amro benadeeld. Zij had
immers minder commissie aan SNS moeten betalen als de effectenhuizen hun
klanten, zoals het volgens de regels hoort, rechtstreeks bij ABN Amro
hadden aangemeld. Iets doorgeredeneerd zou zelfs de Staat, de
oorspronkelijke bezitter van de te plaatsen aandelen, kunnen zijn
benadeeld.
Het betalen van provisies was volgens het emissieregelement verboden.
Daarom werd er binnen SNS nog een andere truc bedacht: de provisies
werden als obligatietransacties in de boeken gezet. Valsheid in
geschrifte, volgens het OM, die het juridische plaatje verder inkleurde
met de delicten oplichting en oneerlijke concurrentie en de affaire als
"een zeer sprekend voorbeeld van beursgerelateerde fraude" omschreef.
Die redenering toont de hardere opstelling van het OM tegen
financiële criminaliteit aan. Officier van justitie H. de Graaff
wees tijdens de rechtszaak nog eens fijntjes op de wens van de politiek
voor meer integriteit in deze sector: "En dan moet je ook niet dit soort
personen uit de wind houden." In dat licht leverde de zitting een
boeiende botsing op tussen de sfeer van vroeger en het aangescherpte
klimaat van nu. Tekenend was de getuigenverklaring in het dossier van
een van de branchegenoten van SNS over de gewraakte handelingen: "In die
tijd, in 1994, waren er veel vrijheden." En een vertegenwoordiger van de
beurs schetste de sfeer van het 'zelfregulerende toezicht': de schending
van de emissieregels had kunnen worden opgelost door "een pittig
gesprek" of korting op de commissie voor SNS. Die tijd is echter
voorbij, zo lijkt het OM te willen onderstrepen. En dus werden de
overtredingen via het zware middel van het strafrecht aangepakt en
moesten de drie volgens justitie verantwoordelijke mannen voor het hekje
komen.
Zeker voor personen uit de financiële wereld is dat een drama, zo
bleek ook gisteren weer. Alle verdachten, die elkaar overigens de schuld
in de schoenen schoven, zeggen getekend te zijn door de affaire. Baan
kwijt, reputatie weg en zwaar beschadigd door het langdurige onderzoek.
Een wrange constatering, onderstreepten de advocaten, zeker als je
daarbij neemt dat de de drie geen persoonlijk financieel gewin hadden
bij de laakbare acties. Het echte voordeel lag immers bij de bank zelf,
maar die had in een vroeg stadium een schikking getroffen. Waarom dan
niet met onze cliënten, zo vroegen de raadslieden zich af. Het OM
betoogde dat bij een langlopende strafzaak tegen SNS veel onschuldige
klanten en relaties de dupe waren geworden. Reputatieschade voor een
bank kan nu eenmaal een sneeuwbaleffect hebben. Dat was natuurlijk ook
de reden dat SNS in 1998 de schikking van 1,7 miljoen gulden in
recordtempo afsloot. Voor schikking zijn dus valide argumenten. Maar als
het om de principiële kwestie van de integriteit op de
financiële markten gaat is de vraag over het gelijkheidsbeginsel
wel degelijk relevant. Of zoals een van de advocaten sneerde: "Dan moet
je niet zo'n onderknuppel als mijn cliënt nemen, maar de bank." Dat
is een opmerking die ook in breder verband in het Clickfondsdossier
vaker aan de orde zal komen. Ook de zakenbank Bank Bangert Pontier kon
in no time schikken terwijl twee directeuren wel vervolgd worden.
Waarom is de zaak rond pensioenfondsbeheerder Fred H. van Philips inzake
fiscale fraude nooit in de openbaarheid voor de rechter gebracht, maar
afgedaan met een forse transactie? En waarom wordt de Kas Associatie,
waar 'getrapt' coderekeningen liepen niet vervolgd en een
effectenkantoor als Leemhuis en van Loon wel?
Het gelijkheidsbeginsel zal een van de terugkomende thema's zijn in de
komende Clickfondsrechtszaken, die nu eindelijk een beetje op gang
lijken te komen. De SNS-zaak was daarvan een aardig voorproefje omdat er
een aantal typische 'Clickfondsindicatoren' aan bod kwamen. Zo was er,
naast het gelijkheidsbeginsel, veel kritiek op de proportionaliteit en
de lange duur van het onderzoek. Bovendien, en ook dat lijkt traditie te
worden, kwamen er weer een aantal slordigheden van het OM bovendrijven.
Het zijn allemaal aspecten die ook in andere Clickfondszaken spelen.
Alleen daarom al kijken alle betrokkenen met spanning uit hoe de
rechtbank al dit soort elementen in haar oordeel op 18 oktober zal
meewegen.