Barst in een bastion van vertrouwen
De rechter-commissaris in het
Clickfondsonderzoek wil advocaten gespreksverslagen van De Nederlandsche
Bank beschikbaar stellen, tot schrik van deze toezichthouder. Is de muur
van vertrouwelijkheid rond DNB straks niet vanzelfsprekend meer?
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 17 AUG. Het gebeurt niet vaak dat de toezichthouder op het
bankwezen, De Nederlandsche Bank (DNB), wordt betrokken in een
strafzaak. Maar in het 'Clickfondsonderzoek', ook bekend als de
'beursfraudezaak', is het nu wel zover gekomen.
De raadkamer van de Amsterdamse rechtbank moet op 21 september een knoop
doorhakken over een principiële vraag: mag de rechter-commissaris
die het Clickfondsonderzoek leidt vertrouwelijke DNB-toezichtsdocumenten
toevoegen aan het onderzoeksdossier of niet?
Nee, is de voorspelbare reactie van DNB. Toezichtsinformatie uit het
bastion aan het Amsterdamse Frederiksplein is per definitie
vertrouwelijk. Ja, vindt de betrokken onderzoeksrechter, A. Wildenburg.
Hij stelt dat in dit geval niet aan de wettelijke geheimhoudingsplicht
hoeft te worden voldaan, omdat het informatie betreft die niet afkomstig
is van onder toezicht staande instellingen.
De informatie waar het om gaat betreft vooral verslagen van gesprekken
die functionarissen van de centrale bank in het begin van het
Clickfondsonderzoek hebben gevoerd met vertegenwoordigers van justitie
en de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD). Deze
opsporingsdiensten zetten toen hun eerste schreden op het pad dat zou
leiden naar het meest omvangrijke onderzoek naar financiële fraude
ooit.
DNB was destijds niet de enige instantie die bezoek kreeg. FIOD-
ambtenaren vroegen ook beursorganisatie AEX en toezichthouder STE om
inlichtingen. Om wat voor informatie dat precies ging, welke personen of
instanties het betrof of wat de eventuele verdenkingen waren is niet
precies bekend. Hebben de FIOD-mannen bijvoorbeeld aan de centrale bank
gevraagd of zij wist dat een vermogensbeheerder bij de Kas-Associatie,
een instantie die onder haar toezicht staat, coderekeningen aanhield? Zo
ja, wat was het oordeel van de toezichthouder daarover? Waarom werd die
vermogensbeheerder later wel vervolgd en de Kas-Associatie niet? Wat
wist DNB van coderekeningen bij effectenbank Van Meer James Capel, die
later werden overgeheveld naar commissionair Leemhuis en Van Loon? En
heeft de zogeheten 'integriteits-unit' van DNB informatie over
verdachten verstrekt? Of zijn al deze vragen helemaal niet aan de orde
geweest?
De raadslieden van een aantal Clickfondsverdachten wil graag een
antwoord, al was het maar om te constateren dat de vragen niet gesteld
zijn. Met name de advocaten V. Koppe en J. Pen, die beiden een aantal
'Clickfondscliënten' vertegenwoordigen, proberen al geruime tijd
via getuigenverhoren en het opvragen van schriftelijke informatie
inzicht te krijgen in de opzet van het beursfraudeonderzoek. Was sprake
van een gecoördineerde operatie, aangestuurd vanuit de hogere
regionen, met medeweten en steun van de diverse toezichthouders? Of ging
het om een betrekkelijk solitaire actie van justitie, waarbij
uiteindelijk willekeur een grote rol speelde en de dwangmiddelen niet in
verhouding stonden tot de concrete verdenkingen? De raadslieden
vermoeden dat laatste, en vinden uiteraard dat hun cliënten daarvan
de dupe zijn geworden.
Inmiddels is een vertegenwoordiger van DNB als getuige opgeroepen. Dat
verhoor leverde weinig op, behalve diens mededeling dat er
gespreksverslagen waren gemaakt van de bijeenkomsten met de FIOD en
justitie. De advocaten willen nu graag die documenten hebben en ze
krijgen daarin steun van de rechter-commissaris. Uit het
uitleveringsbevel dat hij aan DNB richtte schrijft hij bijvoorbeeld dat
de stukken "van belang kunnen zijn voor de waarheidsvinding". Daarom
moeten ze aan het dossier worden toegevoegd, waarmee ze ook beschikbaar
komen voor de advocaten.
Interessant neveneffect van die wens is dat de situatie een kleine bres
kan slaan in het gesloten bastion dat de afdeling toezicht van De
Nederlandsche Bank nu eenmaal is. DNB betoogt, met de wet in de hand,
dat ze haar werk alleen goed kan doen als dit in vertrouwen geschiedt.
Anders bestaat immers het risico dat een van haar hoofdtaken, het
waarborgen van de stabiliteit van het financiële stelsel in ons
land, in gevaar komt. De keerzijde van die vertrouwelijkheid zorgt er
evenwel voor dat publiekelijk nauwelijks kan worden vastgesteld
óf en hoe goed de toezichthouder haar werk eigenlijk doet.
Als de raadkamer in september besluit dat de gespreksverslagen aan het
Clickfonds-onderzoeksdossier kunnen worden toegevoegd, is een
interessant precedent geschapen. In ieder geval is het dan niet
vanzelfsprekend meer dat alle DNB-toezichtsinformatie binnen muren van
vertrouwelijkheid kan worden gehouden. Deze principiële wijziging
is precies de reden dat de toezichthouder nu alle middelen gebruikt om
die situatie te voorkomen.