Nieuwe belastingen...
HET DYNAMISCHE DUO Zalm en
Vermeend heeft het voor elkaar gekregen. Een grote meerderheid van de
Tweede Kamer is akkoord gegaan met een van de belangrijkste wetgevende
activiteiten van het tweede kabinet-Kok, de herziening van het
belastingstelsel. Nederland neemt per 1 januari volgend jaar afscheid
van een stelsel waarbij alle inkomensbronnen bij elkaar worden opgeteld,
en stapt over op een analytisch stelsel waarbij inkomen uit arbeid,
eigen bedrijf en vermogen apart worden belast.
De drie 'boxen' van Zalm en Vermeend zijn het antwoord op de gestage
uitholling van de belastinggrondslag. Doordat steeds meer fiscale
uitzonderingen waren gecreëerd en de aftrek van hypotheekrente en
pensioenbesparingen onaantastbaar waren verklaard, was van de
doelstelling tot vereenvoudiging van de vorige grote belastingherziening
steeds minder overgebleven. Het Nederlandse belastingstelsel kenmerkt
zich door hoge tarieven en royale aftrekmogelijkheden. Aan deze situatie
maakt de Belastingherziening 2001 rigoureus een einde. Inkomen uit
arbeid en het eigen huis worden in 'box 1' belast, besparingen en
vermogen vallen in 'box 3' en het aanmerkelijk belang van ondernemers in
'box 2'. Er bestaat geen mogelijkheid voor 'box-hoppen', dat wil zeggen
inkomensverschuivingen naar de box met het gunstigste tarief. Het
hoofddoel van Zalm en Vermeend - een bredere basis waarover belastingen
wordt geheven tegen lagere tarieven - wordt hiermee bereikt.
OP DE PLANNEN is van verschillende kanten een variëteit aan
kritiek geleverd. De bezwaren betreffen vooral de belasting op vermogen
en de beperkingen van de aftrekmogelijkheden. Beleggen, verzekeren en
sparen zijn straks niet meer afhankelijk van de wijze van financiering
en daarmee verdwijnt de fiscale ratio van aanbiedingen om aandelen te
leasen, de overwaarde van het eigen huis te beleggen of maximale
lijfrentes af te sluiten. De oppositiepartijen in de Kamer hebben zich
beklaagd dat Vermeend en Zalm hun plannen te snel doordrukken. Dat valt
mee: in 1997 kondigden de bewindslieden de schets van hun
belastinghervorming al aan. Sindsdien is er veel aan de technische
details gesleuteld, maar de hoofdlijnen zijn niet veranderd. Het CDA,
dat een lange traditie heeft van banden met belastingadviseurs en de
verzekeringsbranche, heeft zich van zijn slechtste kant getoond door
zich te laten gebruiken als het loket voor bezwaren van lobbygroepen.
Uiteindelijk heeft de Kamer toch nog een aantal toezeggingen van de
bewindslieden losgekregen. Voor een deel inhoudelijke verbeteringen,
maar voor een deel ook concessies aan deelbelangen. Vermeend toonde
hierbij zijn tomeloze creativiteit in het bedenken van handigheidjes
waarvoor op het ministerie van Financiën niet bij iedereen evenveel
begrip bestaat. Een van de gevolgen is dat de lastenverlichting stijgt
tot 5,8 miljard gulden. Een ander gevolg is dat er door de aanpassingen
op het laatste moment technische onvolkomenheden in de wetgeving zitten
en het ministerie van Financiën zelfs moet toegeven rekenfouten te
hebben gemaakt.
NIETTEMIN: over het geheel genomen is de belastingher vorming een
belangrijke verbetering vergeleken met het oude stelsel. Het nieuwe
stelsel is een verstandige afweging tussen draagkracht, haalbaarheid en
maatschappelijke aanvaardbaarheid. Belastingontwijking of regelrechte
belastingvlucht zullen erdoor worden ontmoedigd of onmogelijk gemaakt.
Bij dit oordeel vallen twee kanttekeningen te maken. Ten eerste bevat
het nieuwe systeem vreemde elementen. Zo komt er een regeling voor de
bijtelling van lease-auto's, waarvoor een kilometerboekhouding moet
worden bijgehouden die uitnodigt tot fraude. De
vermogensrendementsheffing, een belasting van dertig procent op een
fictief rendement van vier procent, kan tot onverwachte situaties
leiden. Het zou kunnen aansporen tot risicovoller beleggen om daarmee
een hoger rendement te behalen. Ten tweede zal het volgende kabinet
opnieuw moeten kijken naar de tarieven. Dan kan een aftopping van de
aftrek van de hypotheekrente worden afgeruild tegen verdergaande
lastenverlichting. Want ook na de verlaging in 2001 heeft Nederland voor
de inkomstenbelasting relatief hoge tarieven. Het politieke streven
moet zich richten op een toptarief duidelijk onder de vijftig procent.
Verder gaan volgend jaar de BTW- en energieheffingen omhoog in het kader
van de ver schuiving van de belasting op arbeid naar belasting op
consumptie. Van de energieheffingen is het de vraag of ze zullen leiden
tot het gehoopte gedrag en van de BTW-verhoging is het de vraag of deze
verstandig is, gezien de tarieven in bijvoorbeeld Duitsland. Bij
aanhoudende economische groei en begrotingsdiscipline komt de ruimte
voor verdergaande lastenverlichting vanzelf in zicht. De
Belastingherziening 2001 kan dus vloeiend overgaan in de herziening
2003.
...afwezige politiek
MET HET NIEUWE
belastingstelsel heeft de paarse coalitie een van haar belangrijkste
wetsvoorstellen tot stand gebracht. Het is een politiek feit van de
eerste orde dat sociaal-democraten en liberalen erin zijn geslaagd
consensus te bereiken over zo'n belangrijk onderdeel van het economisch
beleid; een onderwerp dat beide stromingen in het verleden sterk
verdeelde.
Des te opmerkelijker was dan ook dat dit tijdens het grote
belastingdebat nauwelijks politiek is vastgesteld. De beraadslagingen
hadden veel weg van een commissievergadering in een veel te grote zaal.
Het betrof vanzelfsprekend een technische materie. Maar dat neemt niet
weg dat er aan de belastingoperatie een principiële politieke keuze
ten grondslag ligt. Als politici er niet meer in slagen die vraag
centraal te stellen, geven zij een brevet van onvermogen af.
Het debat over het belastingplan heeft van het begin af aan een uiterst
technocratische benadering gekend. De bewindslieden van Financiën,
ware 'junks' als het over belastingen gaat, waren samen met de
specialisten uit de Tweede Kamer voornamelijk in gesprek met de fiscale
wereld. Zo is het onderwerp geannexeerd en voorts gedepolitiseerd.
DE EINDRONDE in de Tweede Kamer heeft hierin geen ver andering
gebracht. D66-leider De Graaf klaagde eerder deze week dat de
fractievoorzitters zo weinig in de Tweede Kamer met elkaar in debat
zijn. Ze werden inderdaad node gemist de afgelopen dagen.