Wellicht exodus verzamelaars
Door onze redacteur MARIANNE VERMEIJDEN
ROTTERDAM, 14 JAN. Frits Becht, een van de grootste kunstverzamelaars in Nederland, eigenaar van onder
veel meer 140 werken van de schilder en graficus Co Westerik, zal samen
met zijn collectie het land verlaten als de overheid belasting gaat
heffen op zijn kunstbezit, zoals staatssecretaris Vermeend wil.
"En ik ga met Becht mee", zegt Martin Visser, aan wie het Rijksmuseum
Kröller-Müller in Otterlo vierhonderd, binnen- en
buitenlandse, moderne kunstwerken dankt. Net als Becht verzamelt hij al
zo'n vijftig jaar kunst, waaronder werken van vooraanstaande, 20ste-
eeuwse kunstenaars als Bruce Nauman, Anselm Kiefer, Sol Lewitt en Lucio
Fontana. "Ik heb nauwelijks een inkomen", vertelt Visser. "Vanuit mijn
raam zie ik de grens met België liggen. Dus ik weet wat me te doen
staat, als ik word weggejaagd."
'Stom' en 'krankzinnig', zo typeren de kunstverzamelaars het voorstel
van staatssecretaris Vermeend van Financiën, gedaan in diens
Belastingherziening 2001, om zowel kunstaankopen als bewaarde
erfstukken voortaan als vermogen te belasten. Over de jaarlijkse
waardevermeerdering van vier procent moet dertig procent belasting
worden betaald. Vermeend gaat blijkbaar voorbij aan het vorig jaar
verschenen rapport van de commissie Cultuur en Belastingen, die
adviseert kunstverzamelaars vrij te stellen. Een van de redenen die dit
rapport noemt om af te zien van de heffing op
kunstvermogensvermeerdering is dat deze in de praktijk moeilijk
uitvoerbaar is.
Becht wil over een eventuele museale bestemming van zijn circa 1.500
werken, waarover een overheidsfunctionaris hem onlangs polste, "niet
eens meer een gesprek voeren." Andere verzamelaars weigeren verdere
stukken aan musea te schenken als de nieuwe, zogenoemde
Vermogensrendementsheffing van kracht wordt.
"Als de staat verzamelaars gaat dwarszitten, heb ik geen reden om
wéér wat weg te geven", zegt Johan Poort, die vorig jaar
het Van Gogh Museum in Amsterdam Les Brisants de la Mer du Nord
schonk, een zeegezicht uit 1870 met een waarde van een miljoen
gulden.
Over elke miljoen gulden aan kunstbezit moet volgens het belastingplan
van Vermeend 12.000 gulden belasting worden betaald. Een opbrengst die
niet opweegt tegen het op poten zetten van een kunstinspectie en -
belastingapparaat, aldus de Haagse kunsthandelaar W.J. Hoogsteder die
optreedt namens de Stichting NedArt, een overkoepelend orgaan van
veilinghuizen, handelaren en galeriehouders. Gisteren bleken ook musea
en Vereniging Rembrandt fel gekant tegen deze nieuwe heffing.
"Nee, ik zal mijn tekeningen niet schenken", aldus S. Nijstad, voormalig
kunsthandelaar. "Misschien verkoop ik ze wel in het buitenland als mijn
kinderen ze niet willen hebben." Nijstad is eigenaar van de Unicorno-
collectie, Nederlandse en buitenlandse tekeningen vanaf de 16de tot en
met de 19de eeuw, die in 1994 in het Rembrandthuis in Amsterdam
tentoongesteld werden.
"Het is een gevaarlijke maatregel", zegt Poort, die behalve Mesdag ook
diens tijdgenoten verzamelt. "Nu al hoor ik van vrienden met veel meer
kunst bezitten dan ik, dat ze naar het buitenland willen. Ikzelf zal
vooral voorzichtiger gaan kopen en zeker niet zo gemakkelijk meer iets
aan een museum cadeau doen. Juist dat onbelast laten van kunst, heeft
vele musea de afgelopen eeuw breed verrijkt met particuliere
schenkingen. En daar schoot de overheid echt niet bij in." Poort en
Nijstad voorspellen dat jonge mensen met een aardig inkomen zich straks
wel drie keer bedenken voordat ze kostbare schilderijen aanschaffen als
de overheid diezelfde stukken nog jaren belast. Zo worden op langere
termijn niet alleen de musea de dupe, doordat ze minder schenkingen en
legaten krijgen, de kunsthandel zal eveneens een terugval te zien
geven, zeggen zij.
Becht, die zijn beelden en schilderijen van onder anderen Carel Visser,
René Daniels, Gilbert & George, Kusama en Jan Schoonhoven in een
vroeg carrière-stadium van de kunstenaar en voor veelal lage
prijzen aankocht, kan zo'n eventuele belastingaanslag niet eens
betalen, vertelt hij. "Ik kocht in de jaren zestig voor honderdvijftig
gulden werken aan van Joseph Beuys. Die moet ik nu voor een half
miljoen gulden verzekeren als ik ze voor tentoonstellingen uitleen. "In
die vijftig verzameljaren heb ik in totaal drieduizend bruiklenen
afgestaan. Puur liefdewerk, want er stond niets anders tegenover dan
wat aandacht en een catalogus."
Becht, die op dit moment kunstwerken heeft uitgeleend aan musea in onder
meer Nice, Porto, Den Haag en Japan, voorziet ook problemen bij de
taxatie. "Nu al is het lastig om bij de verzekering van
kunsttransporten zo'n bedrag vast te stellen. En gaat het zo'n werk
eenmaal verloren, dan krijg je het er toch nooit meer voor terug.
Overigens zegde staatssecretaris van OC&W Rick van der Ploeg mij
onlangs toe dat hij met collega Vermeend over deze kwestie zou praten.
Kennelijk heeft Van der Ploeg niet veel te vertellen."
Mocht de Tweede Kamer Vermeends plan eind januari goedkeuren, dan zal
Nijstad, die zijn tekeningen nooit als beleggingsobjecten kocht en
evenmin weet hoe hij een aanslag zou moeten betalen, de belasting niet
proberen te ontduiken. " Musea krijgen gewoon minder kunst en
particuliere collectioneurs houden op te bestaan".