Belastingplan 2001
Handel en musea tegen heffing kunst
Door onze kunstredactie
ROTTERDAM, 13 JAN. Zowel de
Nederlandse musea als de kunsthandel hebben zich gekant tegen een nieuwe
belastingheffing op particulier kunstbezit, zoals opgenomen in de
Belastingvoorziening 2001.
Op kunstvoorwerpen, die als belegging in bezit zijn van particulieren of
die via vererving als belegging worden bewaard, moet jaarlijks 1.2
procent belasting worden geheven. Staatssecretaris Vermeend van
Financiën wil op deze manier tegengaan dat er oneigenlijk gebruik
wordt gemaakt van het feit dat kunstbezit is vrijgesteld van
vermogensbelasting en inkomstenbelasting. Straks dient de eigenaar bij
de inspecteur Inkomstenbelasting te bewijzen dat zijn kunstbezit niet
als belegging is aangekocht en/of als zodanig wordt bewaard.
De overheid gaat ervan uit dat kunst, net als vermogen, jaarlijks
vier procent in waarde toeneemt. Over die vier procent zal, als de
Tweede Kamer daar eind januari mee akkoord gaat, dertig procent
belasting worden geheven, de zogenoemde
Vermogensrendementsheffing. Sinds 1892 zijn voorwerpen van kunst en
wetenschap vrijgesteld om zodoende 'het beoefenen van kunst te
bevorderen'. De Nederlandse Museumvereniging, de Vereniging Rembrandt en
de Stichting NedArt, waarin de grote veilinghuizen, vele kunsthandelaren
en galeriehouders zijn vertegenwoordigd, hebben zich schriftelijk
'vierkant' gekeerd tegen de plannen van Vermeend. Het verzamelen van
kunst wordt door die nieuwe belastingheffing ontmoedigd, schrijven ze.
Er zal minder kunst aan musea worden uitgeleend en particuliere
verzamelaars zullen gaan afzien van schenkingen en legaten aan musea.
De Nederlandse musea, die vele aanwinsten danken aan particulieren,
vrezen dat kunstbezit onzichtbaar wordt, dus ook onbereikbaar voor
studie. "De voorgestelde fiscale maatregelen staan niet in verhouding
tot het doel dat zij dienen", aldus de Nederlandse Museumvereniging, die
er bovendien op wijst dat het onmogelijk is een betrouwbare schatting
van datzelfde particulier kunstbezit te maken.
De Stichting NedArt is bovendien bang dat privé-collecties naar
het buitenland verdwijnen, dat er een zwart geldcircuit ontstaat en dat
Nederlands cultuurgoed verkwanseld gaat worden. De stichting wijst
verder op de onduidelijke termen 'belegging', 'aard' en 'hoeveelheid'
die in het plan ten aanzien van kunstcollecties worden gehanteerd.
"Mensen kopen kunst niet uit beleggingsoverwegingen, maar met het hart",
zegt de Haagse kunsthandelaar W.J. Hoogsteder, die als "kunstminnend
persoon" en namens NedArt het woord voert. "Die mensen worden straks dus
overgeleverd aan de grillen van een locale belastinginspecteur.
Aangezien kunst aan modes onderhevig is, is er ook vaak helemaal geen
sprake van waardevermeerdering. Zo'n nieuwe heffing maakt kopschuw en
wantrouwend jegens de overheid. En net op een moment waarop musea,
kunsthandelaren en particuliere verzamelaars - steeds betere contacten
met elkaar onderhouden."