Belastingplan gunstig voor alle inkomens
Staatssecretaris Vermeend en
minister Zalm (Financiën) hebben gisteren wijzigingen van hun
belastingplan naar de Tweede Kamer gezonden.
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 12 JAN. Alleenstaande ouderen en mensen met een middeninkomens
profiteren het meest van de wijzigingen die het kabinet deze week heeft
aangebracht in het belastingplan. Nagenoeg alle inkomens gaan er na de
wijzigingen meer op vooruit dan in het oorspronkelijke plan. De WW-
premie voor werknemers zal volgend jaar worden verlaagd met 0,9 procent
tot 5,2 procent.
Ouderen en mensen met een middeninkomen zouden er in de oorspronkelijke
plannen het minst op vooruit gaan. Voor AOW-ers met een aanvullend
pensioen van 40.000 gulden is het inkomenseffect nu gecorrigeerd: van
een achteruitgang van 0,6 procent naar een vooruitgang van 1,1 procent.
Mensen met een middeninkomen (70.000 gulden) gaan er 1,0 procent, 0,7
procent-punt meer dan in het oorspronkelijke plan.
Daarnaast is er nog een groot aantal andere wijzigingen doorgevoerd. Zo
wordt de ouderenkorting voor inkomens tot ongeveer 58.000 gulden
verhoogd van 377 naar 442 gulden. Ouderen met een inkomen hoger dan
58.000 gulden zien hun ouderenkorting van 96 gulden echter verdwijnen.
De aflossingsvrije hypotheek met onbeperkte looptijd wordt aangepakt.
Omdat een 'normale' hypotheek een looptijd heeft van gemiddeld dertig
jaar, stellen Zalm en Vermeend de aftrekbaarheid van de hypotheekrente
van een aflossingsvrije hypotheek met onbeperkte looptijd ook vast op
maximaal dertig jaar. Deze hypotheek-vorm, waarbij alleen rente wordt
betaald en het geleende bedrag in principe nooit wordt afgelost, heeft
de laatste jaren aan populariteit gewonnen. In 1994 had 3,4 procent van
de hypotheekgevers een dergelijke hypotheek, in 1998 was dat gestegen
tot 17,5 procent. De arbeidskorting, een belastingaftrek voor werkenden,
gaat voor alle inkomensgroepen gelden. Mensen met een kleine
deeltijdbaan (tot 50 procent van het wettelijk minimumloon) krijgen een
arbeidskorting die analoog aan het inkomen oploopt tot maximaal 275
gulden. Mensen met een grotere baan krijgen een arbeidskorting die
oploopt tot 1.847 gulden bij een inkomen dat gelijk is aan het wettelijk
minimumloon of meer.
De kosten die de aanpassingen van het belastingplan met zich meebrengen
worden binnen de begroting voor het oorspronkelijke plan opgelost,
waarvoor een lastenverlichting van vijf miljard gulden is voorzien.
Daartoe zijn wel enkele aanpassingen nodig, onder meer van de
belastingschijven. Het tarief van de nieuwe eerste schijf wordt met 0,35
procent-punt verlaagd, de nieuwe tweede schijf wordt met 4.500 gulden
verlengd en de nieuwe derde schijf wordt met 6.700 gulden verkort. In
het oorspronkelijke plan zouden mensen met een inkomen van 101.659
gulden het toptarief gaan betalen, in de gewijzigde plannen vangt het
toptarief aan bij 99.459 gulden.
Schulden tot ongeveer 5.500 gulden hoeven niet meer bij de fiscus
gemeld.