Kabinetsbesluit over belastingplan
Premies WW met 1 miljard omlaag
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 10 JAN. De premies
voor de Werkloosheidswet worden per 1 januari 2001 met
één miljard gulden verlaagd. Hierdoor worden vooral de
inkomens van de middengroepen verhoogd.
Dat heeft het kabinet aan het begin van de middag besloten. Het
kabinet spreekt vandaag tijdens een ingelaste ministerraad over de
laatste wijzigingen van de Belastingherziening 2001. Ook ouderen en
mensen met lage inkomens gaan er op vooruit. Dit gebeurt door een
verhoging van de ouderenaftrek (een belastingvrije korting voor
gepensioneerden) en de arbeidskorting (een korting op de belasting voor
werkenden). Een beperkte lijfrenteaftrek van ongeveer 2.200 gulden
blijft gehandhaafd. Deze aftrek is bedoeld als pensioenaanvulling. Door
de WW-premie te verlagen kan het kabinet een inkomensverbetering voor
middeninkomens doorvoeren zonder extra geld uit te trekken voor het
nieuwe belastingstelsel. Voor de invoering daarvan is 5 miljard gulden
begroot. Een meerderheid in de Tweede Kamer had gepleit voor een
verbetering van de inkomens van de middengroepen. De premieverlaging is
mogelijk door de afgenomen werkloosheid.
Een voor de schatkist gunstig neveneffect van de lagere WW-premie is dat
werkgevers minder geld kunnen aftrekken van de belasting. Daardoor
blijft zo'n 400 miljoen gulden over, die worden ingezet voor de
verhoging van ouderenaftrek en arbeidskorting.
Het WW-fonds heeft een overschot van 3,4 miljard gulden. De afgelopen
jaren zijn de WW-premies nog verhoogd omdat de fondsen verwachtten meer
geld nodig te hebben voor het toen nog groeiend aantal werklozen.
Minister Zalm en staatssecretaris Vermeend (Financiën) komen met
hun voorstellen tegemoet aan kritiek uit de Tweede Kamer. Die vindt dat
in de herziening van het belastingstelsel te weinig wordt gedaan voor
mensen met een middeninkomen (rond de 70.000 gulden), voor ouderen en
voor mensen met een deeltijdbaan. Zowel minister Zalm als premier Kok
verzekerde eerder al dat ook de middeninkomens, die er in het
oorspronkelijke plan slechts 0,3 procent op vooruit zouden gaan, op wat
extra's konden rekenen. Door de verlaging van de WW-premies hoeven de
middeninkomens per saldo minder premie af te dragen. Over inkomen boven
de 66.000 gulden hoeft geen WW-premie meer te worden betaald. Onderdeel
van het vandaag besproken voorstel is een wijziging in de
belastingschijven. Door de hoogste belastingschijf (52 procent) eerder
te laten ingaan, wordt ruimte gemaakt om in de eerste schijf de
tarieven te verlagen. Dit heeft een gunstig inkomenseffect voor lagere
inkomensgroepen (deeltijdwerkers).
De zogenoemde arbeidskorting, een aftrek van maximaal 1.536 gulden, gaat
ook voor de laagste inkomens gelden. Daardoor kunnen straks ook mensen
met een kleine deeltijdbaan (onder de 50 procent van het wettelijk
minimumloon) profiteren van de arbeidskorting. Mensen met een
deeltijdbaan die minder dan 10.000 gulden verdienen profiteren niet van
de arbeidskorting, omdat zij geen belasting hoeven te betalen over hun
inkomen.
Volgens een ingewijde leveren de nieuwe wijzigingen 'een evenwichtiger
inkomenseffect' op. "Er is aan alle knoppen een beetje gedraaid. Vooral
de laagste inkomensgroepen hebben daar van geprofiteerd, maar iedereen
gaat er iets op vooruit."
Het behoud van de lijfrente-aftrek (kosten ongeveer 600 miljoen gulden)
wordt volledig door de verzekeraars betaald. Vermeend heeft dat
ongeveer anderhalve week geleden met het Verbond van Verzekeraars
geregeld. Het kabinet had als voorwaarde voor instandhouding van de
lijfrente-aftrek gesteld dat die budgettair neutraal moest worden
opgelost. In het oorspronkelijke belastingplan wilde Vermeend de
lijfrente-aftrek volledig afschaffen. Alleen mensen met een pensioengat
mochten nog een belastingvrije aftrek hebben ter grootte van dat gat.
Iedere Nederlander kan nu alsnog jaarlijks ongeveer 2000 gulden
belastingvrij sparen in de vorm van een aanvullend pensioen of een
lijfrente. Werknemers kunnen dit doen via een spaarloonregeling
(maximaal 1.740 gulden), niet werkenden of werkenden zonder
spaarloonregeling via de lijfrente-aftrek (2.200 gulden).
Financiën verwacht het verschil tussen spaarloon en lijfrente "nog
glad te strijken".
Vanmorgen, bij de aanvang van het kabinetsberaad, trakteerden Zalm en
Vermeend het kabinet op taart wegens het vorige week vastgestelde
begrotingsoverschot. 'Een nieuwe tijd. Het tekort kwijt', stond op de
taart te lezen.
Het kabinet praatte vandaag voorlopig voor het laatst over wijzingingen
van het nieuwe belastingstelsel. De Tweede Kamer bespreekt de
Belastingherziening 2001 en de Invoeringswet op 17 en 21 januari, in
zogenoemde wetgevende overleggen. In de laatste week van januari zal de
Tweede Kamer de herziening plenair behandelen. Het wetsvoorstel gaat
vervolgens naar de Eerste Kamer, dat in maart of april over het
voorstel zal stemmen. Intussen worden de ambtenaren van de
belastingdienst omgeschoold, zodat zij straks met het nieuwe stelsel
uit de voeten kunnen. Inmiddels wordt gewerkt aan de nieuwe
belastingdiskette, waarop naast de reguliere berekeningen ook met
één druk op de knop het pensioengat kan worden
opgevraagd. Dat is belangrijk in verband met de belastingvrije aftrek
voor de pensioenopbouw. De tweede helft van 2000 wordt gebruikt om de
belastingdienst verder om te vormen en bij te scholen. Een latere
beslissing van Eerste of Tweede Kamer over het plan zou de
belastingdienst in tijdnood brengen, waardoor de invoering van het plan
vertraging op kan lopen. Op 1 januari 2001 wordt de Belastingherziening
ingevoerd.