|
|
Gevecht over auteursrecht kan beginnen
Door PETER DE BRUIJN
ROTTERDAM, 25 SEPT. De uitspraak van de Amsterdamse rechtbank gisteren dat voor hergebruik van artikelen op cd-rom en Internet vooraf toestemming gevraagd moet worden aan de auteurs, kan verstrekkende gevolgen hebben. In de zaak die werd aangespannen door drie freelance-medewerkers van de Volkskrant - columnist J. Mulder, muziekrecensent H. Heg en filmcriticus H. Stam - tegen de Volkskrant B.V., bepaalde de rechtbank dat de krant vooraf toestemming had moeten vragen voor electronisch hergebruik van artikelen. Omdat dit niet is gebeurd, zijn de auteursrechten van de medewerkers geschonden en moet de Volkskrant de drie een nader te bepalen schadevergoeding betalen. Bestuursvoorzitter C. Smaling van de PCM Uitgevers, uitgever van onder meer de Volkskrant, overweegt tegen de uitspraak in beroep te gaan. In dat geval zal pas later duidelijk worden wat de gevolgen van de uitspraak precies zullen zijn. De rechtbank bepaalde dat uitgaven op zowel cd-rom als Internet gelden als ,,een zelfstandige vorm van verveelvoudiging en openbaarmaking.'' Smaling maakt daar bezwaar tegen. ,,CD-rom is een modern archiefje, terwijl een uitgave op Internet een heel ander medium is met andere toepassingen.'' Ook P. Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant, maakt dit onderscheid. Wat Internet betreft is Broertjes - ,,ik ben ook lid van de NVJ'' - het met de uitspraak eens, maar wat cd-roms betreft niet. Als alle freelance medewerkers die op de cd rom van de Volksrant staan, nu een schadeclaim gaan indienen, zou dat weleens kunnen oplopen tot een aanzienlijk bedrag, beaamt Broertjes. De hoofdredacties van de dagbladen moeten nu met de uitgevers gaan onderhandelen of de auteursrechten voor Internet uit het redactiebudget betaald moeten worden, of dat de uitgevers daarvoor extra geld beschikbaar zullen stellen. De prijs van cd-roms kan omhoog gaan als voor de bijdragen van free-lancers auteursrechten moeten worden betaald, maar het is ook mogelijk dat uitgevers zullen besluiten de bijdragen van freelancers van het schijfje af te halen. De Nederlandse dagblad-uitgevers, verenigd in de NDP, en de journalistenvakbond NVJ overleggen volgende week opnieuw over de auteursrechten voor publicaties op Internet. Daarbij komt zowel de positie van freelance-journalisten als die van journalisten in vaste dienst aan de orde. De onderhandelingspositie van de NVJ ten aanzien van de free-lancers (1.800 van de 8.000 leden) is door de uitspraak duidelijk versterkt. De uitspraak heeft mogelijk ook een indirecte invloed op onderhandelingen over de auteursrechten van vaste krachten. Journalisten in vaste dienst 'gedogen' nu in de meeste gevallen dat hun werk zonder een aparte vergoeding wordt gebruikt op Internet. Volgens de CAO voor dagbladjournalisten moeten ook zij apart toestemming geven voor hergebruik van hun werk in een andere vorm dan bij de krant waar ze in dienst zijn. Dat is eind jaren zeventig vastgesteld met het oog op hergebruik van stukken in boeken, zoals jaaroverzichten en bundelingen van columns. Volgens de NVJ is de bepaling ook van toepassing voor electronisch hergebruik. Smaling ziet echter in de uitspraak van de rechtbank gisteren een mogelijkheid dat die redenering niet opgaat. De rechtbank bepaalde namelijk dat er niet stilzwijgend vanuit gegaan mocht worden dat de medewerkers van hun rechten hadden afgezien toen zij in de jaren tachtig voor de Volskrant gingen werken, omdat toen de hoge vlucht die cd-rom en Internet zouden nemen niet te voorzien was. Smaling komt met dezelfde redenering tot de tegenovergestelde conclusie. Als de hoge vlucht van nieuwe media niet was te voorzien, waarom zou het auteursrecht dan automatisch bij de journalisten berusten? De bepaling over hergebruik door vaste medewerkers (artikel 16 CAO) werd eind jaren zeventig al vastgesteld. ,,Wat dit betreft, geeft de uitspraak ons een aardig steuntje in de rug.'' Smaling benadrukt dat journalisten en uitgevers een gemeenschappelijk belang hebben bij het goed regelen van de auteursrechtenkwestie. ,,Ik hoop dat iedereen zich dat goed realiseert.'' Nu worden bepaalde projecten opgeschort omdat de rechten niet zijn geregeld. Een cd-rom van NRC handelsblad ligt om die reden al twee jaar op de plank. Vorig jaar liepen CAO-onderhandelingen voor de dabladjournalistiek vast, omdat geen overeenstemming kon worden bereikt over de auteursrechten. Een voorstel van de NVJ om het recht op toestemming voor drie jaar te erkennen, zonder dat daar een finaciële vergoeding tegenover zou staan, werd door de uitgevers afgewezen. ,,Logisch'', zegt W.F. de Pragter, voorzitter van de NDP. ,,Dan geef je al rechten weg, ook al kost het niets.'' Uiteindelijk werd bepaald dat er nader overleg zou komen over de auteursrechtenkwestie, zodat de CAO-onderhandelingen toch konden worden afgerond. Hoe groot de vergoedingen voor electronisch hergebruik zullen zijn, is nog onduidelijk. Smaling probeert de prijs bij voorbaat laag te houden. ,,Ik denk niet dat de financiële consequenties voor uitgevers heel groot zullen zijn. Het is duidelijk dat op de nieuwe media nog niet veel winst gemaakt wordt. De journalisten die nu gouden bergen zien, vergissen zich.'' I. Brakman, secretaris van de journalistenvakbond NVJ, wil nog geen tarieven noemen. ,,Dat zou nadelig zijn voor de onderhandelingen'', maar ze stoort zich aan schoten voor de boeg als die van Smaling. ,,Internet en cd-rom zijn volgens ons uit de experimentele fase. Er moet nu echt een regeling komen. Dat er geen winst mee wordt gemaakt, vind ik een rare redenering. Uitgevers die een Internet-site opzetten investeren in computers, in een netwerk en mankracht. Maar het materiaal dat wordt gebruikt mag ineens niets kosten.'' De NVJ werkt aan het vaststellen van een standaardtarief voor hergebruik van stukken van freelancers.
|
NRC Webpagina's
25 september 1997
|
Bovenkant pagina |
|