U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
 
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Auteursrecht

Nieuws

Achtergrond

Links

Advocaat promoveert op gevolgen van het thuis kopiëren en Internet 'Kopieerverbod uit auteursrecht'

Door onze redacteur DICK VAN EIJK
De mogelijkheid om het maken van kopieën te verbieden moet verdwijnen uit het auteursrecht, betoogt jurist Dirk Visser in zijn proefschrift. Het auteursrecht zou zich geheel moeten concentreren op het toegankelijk maken van informatie.

AMSTERDAM, 19 MAART. Twee typen handelingen zijn vanouds relevant voor het auteursrecht: verveelvoudiging en openbaarmaking. Het auteursrecht is daarbij een verbodsrecht. Het geeft de maker van een werk - het doet er in beginsel niet toe of dat tekst is, een tekening of een film - het recht kopiëren of publiceren te verbieden of deze aan (financiële) voorwaarden te binden. De bedoeling daarvan is auteurs een middel te geven om hun werk te exploiteren.

Verveelvoudiging, het maken van kopieën, is het oudste en meest verbreide aangrijpingspunt van het auteursrecht. ,,En juist dat komt onder druk te staan in het digitale tijdperk'', constateert de advocaat Dirk Visser in het proefschrift Auteursrecht op toegang dat hij gisteren aan de Leidse Universiteit verdedigde. Verveelvoudiging was oorspronkelijk met name gedacht als drukken. ,,Dit was handelen dat centraal plaats vond, controleerbaar was en aan de openbaarmaking voorafging'', aldus Visser. ,,Daardoor was dit tot ongeveer 1950 een heel bruikbaar aangrijpingspunt voor het auteursrecht.''

De bandrecorder vormde in die tijd het eerste instrument dat op grotere schaal het decentraal - thuis - maken van kopieën (van grammofoonplaten bijvoorbeeld) mogelijk maakte. Die bandrecorder vormde de inleiding tot een nog altijd voortschrijdende proliferatie van reproduktietechnieken. De cassetterecorder, de videorecorder en het fotokopieerapparaat vormden daarin belangrijke mijlpalen. De doorbraak van de computer als consumentenprodukt maakte het kopiëren van digitale informatie kinderspel, en met Internet is het hek helemaal van de dam.

Hoewel het auteursrecht ook op het Internet onverkort geldt, ontstaat wel een praktisch probleem: al dat gekopieer is niet meer te controleren. Daarbij komt dat de kopieerhandeling veelal in de privésfeer plaatsvindt. ,,Ik vind het principieel fout'', betoogt Visser, ,,dat uitgeverijen en dergelijke het recht hebben om de thuisgebruiker te controleren, zelfs al zou dat anoniem kunnen.''

Maar controle op kopiëren door eindgebruikers is volgens hem niet alleen onmogelijk en onwenselijk; het is ook onnodig. ,,Het was altijd al zo dat degene die informatie aanbiedt aan eindgebruikers degene is die verantwoordelijk is voor de afdracht van auteursrechtvergoedingen. Dat blijft in mijn opvatting ook op het Internet het geval. Neem iemand die over het web surft en op een plek komt waar hij betaalt voor toegang. Dan is het de verantwoordelijkheid van die informatie-aanbieder om een percentage af te dragen aan de auteur. Dat is niet anders dan bij de bioscoop.''

Visser wil het auteursrecht geheel op de andere poot zetten: openbaarmaking. ,,Openbaarmaking vereist toestemming, en die is vaak aan financiële voorwaarden verbonden. Het gaat immers veelal om een kapitaalintensief produkt. Een auteur moet zijn investering kunnen terugverdienen. Daar is bescherming voor nodig. De gedachte is dus dat betaling nog steeds moet plaatsvinden, maar de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij degene die de informatie aanbiedt. Meestal is dat iemand die professioneel bezig is.''

Het thuis kopiëren voor eigen gebruik wordt daarmee gevrijwaard van auteursrechtelijke bemoeienis. Visser verwacht niet dat dit grote economische consequenties zal hebben voor rechthebbenden. Hij erkent echter dat de vrijlating van thuis kopiëren een lek introduceert: kopieën die worden gemaakt en verspreid binnen de familie- of vriendenkring. Omdat zulke kringen elkaar nu eenmaal overlappen zou uiteindelijk iedereen aan een gratis kopie kunnen komen. ,,Dat is inderdaad het zwakke punt, maar ik denk dat dit onoplosbaar is. Vanuit privacy-overwegingen willen we niet verbieden dat mensen binnen de vriendenkring iets doorgeven. Mijn stelling is: het zal zo'n vaart wel niet lopen. Hoewel er op die manier veel computerprogramma's worden gekopieerd, worden er toch ook veel verkocht.''

Een ander knelpunt zit bij het 'eigen gebruik' van instellingen. ,,Daar zit wel een probleem in de controleerbaarheid. Het gaat om de beschikbaarstelling, daar moet je dan iets voor regelen. Dat gebeurt ook al: wie een CD-ROM op een netwerk zet moet een multi-user licentie hebben; voor wetenschappelijke tijdschriften heb je vaak aparte bibliotheektarieven.''

Het karakteristieke van het beschikbaar stellen van informatie via het Internet is dat er niet alleen professionele uitgevers actief zijn, maar ook miljoenen amateurs. Dat maakt het weliswaar minder overzichtelijk, maar niet principieel anders, meent Visser. ,,Het betekent dat die amateurs zich zullen moeten houden aan dezelfde regels als professionals. Amateurs kunnen zich er niet op beroepen amateur te zijn. Het aanbieden van informatie is nu eenmaal een auteursrechtelijk relevante handeling. Je moet dat verbodsrecht ergens op van toepassing laten zijn.'' Dit betekent overigens dat mensen wel hun eigen materiaal gratis op het Internet kunnen aanbieden.

Het komt volgens Visser niet alleen door de proliferatie van kopieertechnieken of door de opkomst van het Internet dat auteursrecht - of algemener: intellectueel eigendom - juist nu in de belangstelling staat. ,,Het belang van intellectueel eigendom is de afgelopen twintig jaar sterk toegenomen, naarmate we van een goedereneconomie overgaan op een diensteneconomie. Een traditioneel probleem daarbij is dat er op dit terrein geen lobby is voor de gebruikers.

,,Toch sluit het pas in Genève tot stand gekomen verdrag van de World Intellectual Property Organization goed aan bij mijn proefschrift. Dit komt door de lobby van een nieuwe partij op dit terrein: de telecommunicatiebedrijven, die een fors belang hebben bij informatiestromen. Zij verzetten zich met hand en tand tegen de verplichting om te controleren wat er door die draadjes gaat. Hierdoor is het verdrag evenwichtiger geworden, ook voor consumenten.''

NRC Webpagina's
19 maart 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad