NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
 Overzicht
Vragen & Opmerkingen
Begrippenlijst:
A, B,
C, D,
E,
F, G,
H, I,
J,
K, L,
M, N,
O, P,
Q, R,
S, T,
U,
V, W,
X, Y,
Z
|
Monopolist
De monopolist is de enige aanbieder van een bepaald goed. De figuur toont
welke
verkoopprijs wordt vastgesteld door een monopolist die zijn totale winst
wil
maximeren. Zijn prijs-afzetlijn heeft een dalend verloop: bij hogere
prijzen
zijn de afnemers geneigd minder te kopen dan bij lage.
Stel dat zijn prijs-afzetlijn luidt p = -x + 11. In de figuur is deze
getekend.
In plaats van over de prijs per stuk kunnen we ook spreken over de
gemiddelde
opbrengst (GO); dus geldt p = GO = -x + 11. De totale opbrengst
(TO)
wordt gevonden door de opbrengst per stuk te vermenigvuldigen met het
aantal
verkochte stuks:
TO = GO.x = -x2 + 11x. In de tabel staat deze totale opbrengst (TO) in de
derde
kolom. In de vierde kolom is de marginale opbrengst afgeleid uit de
totale
opbrengst.
Totale, marginale en gemiddelde opbrengst
Aantal stuks x
|
Gemiddelde opbrengst GO
|
Totale opbrengst TO
|
Marginale opbrengst MO
|
0
|
11 |
0 |
.
|
.
|
.
|
.
|
10
|
1
|
10 |
10 |
.
|
.
|
.
|
.
|
8
|
2
|
9 |
18 |
.
|
.
|
.
|
.
|
6
|
3
|
8 |
24 |
.
|
.
|
.
|
.
|
4
|
4
|
7 |
28 |
.
|
.
|
.
|
.
|
2
|
5
|
6 |
30 |
.
|
.
|
.
|
.
|
0
|
6
|
5 |
30 |
.
|
.
|
.
|
.
|
-2
|
7
|
4 |
28 |
.
|
.
|
.
|
.
|
-4
|
8
|
3 |
24 |
.
|
.
|
.
|
.
|
-6 |
9
|
2 |
18 |
.
|
.
|
.
|
.
|
-8 |
10
|
1 |
10 |
.
|
.
|
.
|
.
|
-10 |
11
|
0 |
0 |
.
|
.
|
.
|
.
|
.
|
De stap van 2 naar 3 stuks doet de totale opbrengst stijgen van 18
naar 24;
de marginale opbrengst van de derde eenheid is dus 24 - 18 = 6. Worden 7
in
plaats van 6 stuks verkocht dan blijkt de totale opbrengst af te nemen
van 30
naar 28; de marginale opbrengst van de zevende eenheid is dus negatief en
wel -2.
Monopolie

In de figuur is de marginale opbrengstlijn getekend. Evenals de krommen
die de
productiekosten
weergeven. Om nu de verkoopprijs te vinden waarbij de
monopolist zijn totale winst maximaal maakt, zoeken we het punt waar de
marginale opbrengst en de marginale kosten aan elkaar gelijk zijn,
MO =
MK . Dit snijpunt van de MO-lijn en de MK-lijn is punt E.
Uit dit
snijpunt gaan we loodrecht omlaag naar punt H om af te kunnen lezen dat
de
monopolist OH eenheden aanbiedt. Uit punt E gaan we loodrecht omhoog naar
punt C
op de prijs-afzetlijn (de GO-lijn) om af te lezen dat de bijbehorende
verkoopprijs OD bedraagt.
Hiermee is vastgesteld dat de totale winst maximaal is. Dit wil zeggen
dat er
geen andere combinatie van de prijs en de verkochte hoeveelheid te vinden
is die
een grotere winst oplevert. Vervolgens kunnen we nagaan hoe groot die
maximale
totale monopoliewinst
is. In de figuur zien we dat in de
evenwichtssituatie het lijnstuk BC de winst per stuk aangeeft. Er worden
OH
eenheden verkocht dus de totale winst is gelijk aan het aantal verkochte
eenheden x de winst per eenheid, ofwel OH x BC, ofwel AB x BC, ofwel de
oppervlakte van de rechthoek ABCD in de figuur.
|