Fusies en overnames
In ondernemersland schuimt en bruist het de laatste jaren. Er gaat geen dag voorbij of er worden overnames en fusies aangekondigd, terwijl tegelijkertijd andere ondernemingen bezig zijn onderdelen af te stoten. Verleden jaar op 13 oktober lieten Reed Elsevier en Wolters Kluwer - elk op zichzelf al uit fusies ontstaan - weten dat zij zouden samengaan ('Uitgevers vormen miljardenconcern', NRCH 13 oktober 1997). De nieuwe combinatie is wereldmarktleider in wetenschappelijke en professionele informatie. Op diezelfde dag werden in Zwitserland, Groot-Brittannië, Finland, Zweden, Italië en Frankrijk mammoetfusies aangekondigd ('Europa in greep van hele reeks mammoetfusies').
In de Verenigde Staten leidt de overname van Digital door Compaq tot een reus in computerland met een omzet van 75 miljard gulden, tweede na IBM.
In de financiële wereld zien we hoe banken en verzekeraars samenklonteren.
Recent zagen we in Nederland hoe Vendex collega/concurrent KBB overnam (zie Vendex en KBB). Voordien had Vendex de dienstverleninggroep Vedior verzelfstandigd en aangekondigd ook de voedselgroep te zullen afstoten. Onlangs werd bekend dat het chemieconcern DSM en het biotechnologiebedrijf Gist-Brocades studeren op een samenwerking die kan uitmonden in een overname van Gist door DSM ('Farma-divisie DSM is logische prooi voor DSM', NRCH 21 februari 1998).
Evenals tussen mensen gaat het huwelijk ook in de ondernemingenwereld niet altijd goed. Het loopt in ongeveer de helft van de fusie- en overname-gevallen mis. Zo werd Bols Wessanen geen succes. De fusie van verpakkings- en papierfabrikanten VRG, KNP en Buhrmann Tetterode in 1993 is totaal mislukt. In 1996 stootte KNP de papierproductie af en nu gaan de verpakkingen van de hand; over blijft een van de grootste handelsconcerns in Europa onder de naam Buhrmann. ('De markt haalt z'n gelijk bij KNP BT').
De accountantskantoren KPMG en Moret Ernst & Young zien af van de voorgenomen fusie omdat de culturen binnen beide ondernemingen teveel verschillen.
De pharmareuzen Glaxo en SmithKline Beecham zien af van een op 3 februari jongstleden aangekondigde fusie ('Reuzen schuwen gooi- en smijtwerk niet', NRCH 3 februari 1998) omdat ze aan de top ruzie krijgen wie de nieuwe onderneming mag gaan leiden ('Megafusie SB en Glaxo van de baan').
Het einde van de fusiegolf is nog lang niet in zicht; het lijkt er eerder op dat Europa aan een inhaalslag is begonnen.
Motieven om te fuseren zijn er vele, zoals:
- de wereldwijde concurrentie (global competition) dwingt tot grotere eenheden;
- de invoering van de euro leidt tot grensoverschrijdende acties van Europese ondernemingen;
- ondernemingen willen groeien om hun marktpositie te versterken;
- ondernemingen willen via een overname zich in een bepaalde markt vestigen;
- aandeelhouders (en managers) willen de beurswaarde van de onderneming vergroot zien;
- via een fusie of overname kun je een concurrent uitschakelen;
- een fusie kan ook bedoeld zijn als verdediging tegen de concurrentie of tegen een overname.
In het laatste geval is dan meestal van een vijandige overname sprake: de overnemer verschaft zich tegen de wil van de ondernemingsleiding en/of een deel van de eigenaren een meerderheid van de aandelen. Er bestaan in ons land nogal wat beschermingsconstructies die ertoe dienen een vijandige overname onmogelijk te maken. Niet iedereen is daar even enthousiast over omdat een management dat zich achter die bescherming veilig weet minder waakzaam', minder 'scherp' zou zijn. Daar staat tegenover dat ons de taferelen van nietsontziende bedrijvenplunderaars bespaard blijven.
Het is niet denkbeeldig dat het samengaan van twee of meer ondernemingen leidt tot een economische machtspositie, waarbij de belangen van de afnemers geschaad kunnen worden. Er wordt dan ook altijd onderzocht of dit het geval is. In ons land gebeurt dit krachtens de Mededingingswet 1997, door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma).
(RS)
Zie ook:
'Uitgevers schatten spel van Europees Commissaris verkeerd
in: Spook van Van Miert nekt fusie' (10 maart 1998)
'Ik zie fusie-activiteit nog niet stoppen' (10 maart 1998)