Zuid-Korea en het IMF
Op 4 december jl. kwam het Internationaal Monetair Fonds (IMF) met Zuid-Korea een
reddingsoperatie van ruim 55 miljard dollar overeen. (Zie: Recordhulp van $55 miljard voor Zuid-Korea en Vijfenvijftig miljard uit NRC Handelsblad van resp. 3
en 4 december 1997.)
Besloten werd dat:
- Korea de komende drie jaar een krediet van $ 21 miljard van het IMF
krijgt;
- de Wereldbank
financiële hulp biedt ter waarde van $ 10 miljard;
- de Asian Development Bank voor $ 4 miljard deelneemt en
- een twaalftal OESO-landen,
waaronder Nederland, samen ruim $20 miljard uitlenen.
Dit is het grootste krediet dat ooit bij een dergelijke hulpactie is
verstrekt; het IMF zit inmiddels wat krap bij kas.
Tientallen jaren heeft de Koreaanse economie een groei van het BBP per
inwoner van zo'n 7% per jaar laten zien. Daardoor is de van oorsprong
arme landbouweconomie veranderd in een vooraanstaande industriële
natie met momenteel een gemiddeld jaarinkomen per inwoner van zo'n 10.000
dollar; vergelijkbaar met Portugal. Tegelijkertijd zijn de bezwaren van
gedetailleerd overheidsingrijpen op micro-niveau aan het licht getreden.
De grote conglomeraten (chaebols) konden via de overheid te gemakkelijk
aan krediet komen waarmee onverantwoorde investeringen werden
gefinancierd. Er was maar een bescheiden conjuncturele teruggang nodig om
een aantal van deze met schulden overladen chaebols failliet te laten
gaan. Banken bleven met niet afbetaalde leningen zitten en kwamen zo zelf
in grote moeilijkheden. De internationale financiële markten
verloren het vertrouwen in Korea's financieel systeem.
Het heeft heel lang geduurd voordat Zuid-Korea het hoofd in de IMF-
schoot legde. Al een aantal jaren heeft het IMF een reeks van Aziatische
landen gewaarschuwd voor een financiële crisis. Maar wat Korea
betreft moest de zaak eerst bijna vastlopen voordat men zijn trots opzij
kon zetten. Uiteindelijk brak het inzicht door dat het failliet dichtbij
is als een land zo'n 70 miljard dollar kortlopende buitenlandse schuld
heeft en niet meer over voldoende buitenlandse valuta's beschikt om die
schuld af te lossen. Gezegd wordt dat Zuid-Korea nog een dag of tien te
gaan had voordat het failliet zou zijn.
Seoel heeft een tijd lang geprobeerd het probleem over de
presidentsverkiezingen van 18 december heen te tillen.
Het IMF vraagt in dit geval om een bestedingsbeperking
die de productiegroei van 6 naar 3 procent zal brengen. Daarbij loopt de
werkloosheid op van 2,5 naar 7 procent. Verder moet Korea de
financiële sector herstructureren waarbij deze doorzichtiger,
efficienter en meer marktgericht moet worden. Een aantal insolvabele banken moet
failliet gaan of worden overgenomen door sterkere broeders. Het land moet
zijn financiële markten openstellen voor het buitenland. Al eerder
was Korea gestopt met het krampachtig steunen van zijn munt, de won, en
had het de obligatiemarkt toegankelijk gemaakt voor buitenlandse
beleggers. Ondernemingen moeten hun activiteiten minder met kortlopende
kredieten financieren en leren risico's beter in te schatten.
Niet iedereen is ervan overtuigd dat de IMF-aanpak het juiste recept
is voor Zuid-Korea. Zo schrijft Business Week dat in IMF-taal de
financiële crisis in Azië veroorzaakt is door het doen van
niet-verantwoorde investeringen omdat het vermogen te makkelijk
verkrijgbaar was. In Indonesië, Korea, Maleisië en Thailand
hebben politici en ambtenaren de overheidsbanken gebruikt om geld naar
vriendjes, familieleden en corrupte ondernemers te sluizen. (Lees: In 'Als het IMF komt helpen'. )
In een deflatoire
economische situatie, waar politieke problemen de basis vormen van
de financiële chaos, kan het traditionele IMF-recept
(bestedingsbeperking) meer kwaad dan goed doen. Het gaat in deze landen
niet om uit de hand gelopen begrotingstekorten; de regeringen in Bangkok,
Jakarta, Kuala Lumpur en Seoul voeren al een behoorlijk terughoudend
begrotingsbeleid. Evenmin is er sprake van verontrustende inflatie.
Business Week vreest dat het deflatoire klimaat door de IMF-maatregelen
wordt versterkt. Daardoor worden miljoenen gewone mensen werkloos,
terwijl het probleem wordt gevormd door een corrupte elite die de
economie inclusief het bankwezen in een ijzeren greep heeft. Het
afknijpen van de Aziatische economieën is het verkeerde medicijn.
Evenals in Indonesië moet in Zuid-Korea het corrupte politieke
systeem worden aangepakt en dat lukt niet met het traditionele
IMF-hulpprogramma.
(RS)