Vijfenvijftig miljard
ZUID-KOREA HEEFT een reddingsboei van vijfenvijftig
miljard dollar toegeworpen gekregen. Met dat bedrag, gecoördineerd
door het Internationaal Monetair Fonds (IMF), moet de economische rot in
Azië tot staan worden gebracht. Het hulppakket is in recordtempo in
elkaar gezet, het is de grootste financiële reddingsoperatie die
ooit is uitgevoerd. Het gaat dan ook, in de woorden van een hoge
IMF-functionaris, om uitzonderlijke omstandigheden.
Nooit eerder heeft het IMF op zo royale schaal zijn eigen regels voor de
maximale omvang van financiering geschonden dan met de toezegging van 21
miljard dollar voor Zuid-Korea. Bovendien: waar het IMF in andere landen
vaak maanden onderhandelt, waren het Fonds en de Zuid-Koreaanse regering
nu in twee weken akkoord. Nog een detail: de Wereldbank, die al jaren
geen projecten meer in Zuid-Korea financiert omdat het land boven de
inkomensgrens ligt die geldt om in aanmerking te komen voor leningen,
stelt tien miljard dollar beschikbaar.
DIT ALLEEN AL wijst op de ernst van de situatie. Met het bankroet van
Zuid-Korea dreigde er een 'systeemrisico'. Hieronder wordt verstaan dat
de problemen van één land zo ernstig zijn dat ze de
integriteit van het internationale financiële stelsel bedreigen. De
vrees bestond dat de Aziatische crisis, die deze zomer in Thailand begon
en zich vervolgens verspreidde naar Maleisië, Indonesië, de
Filippijnen en Zuid-Korea, ook naar andere regio's zou overslaan. In
Rusland nemen de financiële problemen op het ogenblik snel toe, in
India en Brazilië eveneens. Het IMF zelf dreigt na zijn drie
recente megareddingsoperaties krap bij kas te komen.
In het internationale bankwezen zou zich een kettingreactie kunnen
voordoen. Zuid-Korea heeft een buitenlandse schuld (120 miljard dollar)
van hanteerbare proporties, maar de helft hiervan betaat uit
kortetermijnleningen die niet meer automatisch worden verlengd: twintig
miljard moet voor de jaarwisseling worden afgelost. De Zuid-Koreaanse
deviezenvoorraad is uitgeput na de vergeefse poging de koers van de
munt, de won, te behoeden voor een devaluatie. Er waren dus dringend
deviezen nodig.
DE ZUID-KOREANEN zaten klem en dat bleek deze week, toen de nieuwe
minister van Financiën, Lim Chang-yuel, tot drie keer toe een deal
aankondigde die er nog niet bleek te zijn. Het IMF heeft zich, met
rugdekking van de belangrijkste industrielanden, niet laten
overrompelen.
De kern van het hulppakket is dat de economie zich moet hervormen. Die
hervormingen zijn onvoorspelbaar omdat over twee weken in Zuid-Korea
presidentsverkiezingen worden gehouden waarvan de uitkomst wat betreft
het economische beleid onzeker is. Maar het besef dat het 'Koreaanse
model' van een geleide markteconomie aan herziening toe is, begint na de
plotselinge vernedering van de gedwongen gang naar het IMF geleidelijk
door te dringen.
De kern van de moeilijkheden bevindt zich in de sturing door de overheid
van gerichte financiering van sleutelindustrieën. Op deze manier
zijn de chaebols, de Zuid-Koreaanse conglomeraten, groot geworden. Maar
nu blijkt dat van de 30 chaebols er waarschijnlijk 25 technisch bankroet
zijn. Het Zuid-Koreaanse bankwezen dat deze conglomeraten heeft
gefinancierd, kan naar zijn geld fluiten. Zuid-Korea heeft dus niet
zozeer te kampen met een liquiditeitsprobleem, een tijdelijk gebrek aan
deviezen, maar met een chronisch probleem van insolvabiliteit van zijn
bedrijfsleven.
MET DE FINANCIËLE steun van de internationale gemeenschap moet
Korea nu schoon schip maken. Dat betekent stopzetting van de
staatsgestuurde kredietverlening, sanering van de bancaire sector en van
de industriële conglomeraten, opening van de afgesloten markt voor
buitenlandse goederen en buitenlandse bedrijven, met name in de
financiële sector. Seoul moet met andere woorden een te lang
uitgesteld proces van marktliberalisatie doormaken. Het zal tot
drastische aanpassingen leiden, tot stagnatie, werkloosheid en
protesten. Maar het is de enige weg wil Zuid-Korea als een volwassen
economie de komende eeuw ingaan.
(NRC HANDELSBLAD / OPINIE 4 DECEMBER 1997)