stukken heeft uitbesteed aan een monopolist. De uitgever,
Sdu, kan
feitelijk vragen wat hij wil; concurrentie is er niet. Welnu, voor de
cd-rom
met het rapport van de commissie-Van Traa brengt Sdu 650 gulden in
rekening.
Dat is per gram ongeveer even veel als de drugs die in het rapport zo
vaak ter
sprake komen. Verschil is alleen dat de handel van Sdu legaal is.
Au fond valt Sdu echter helemaal niet zo veel te verwijten. Ze
hebben een
monopolie, en waarom zouden ze dat niet exploiteren? De blaam ligt bij
de
organisatie die het monopolie heeft verstrekt: het parlement zelf.
Hier is een nuance op zijn plaats. Van een monopolie op de uitgave
van de
Kamerstukken is in de strikte zin van het woord geen sprake. In de
Auteurswet
is expliciet geregeld dat de Kamerstukken vrij van rechten zijn. Iedereen
mag
ze dus uitgeven. Toch mogen de uitgaen van Sdu niet zomaar onbeperkt
worden
gekopieerd, want de uitgever heeft rechten op de vormgeving. Slechts de
tekst
zelf is vrij, dus overtikken mag.
Dat is natuurlijk een heel karwei, dus daaraan begint geen mens. Het
zou
ook helemaal niet nodig zijn als iedereen toegang zou hebben tot de
elektronische versie van de tekst. Op dat punt ligt het feitelijke
monopolie
van Sdu. Niemand anders krijgt de beschikking over de elektronische
versie, dus
niemand anders kan de tekst eenvoudig zelf uitgeven, op papier, cd-rom
of via
het Internet.
Deze principieel onjuiste situatie is in Nederland heel gewoon. Ze
bestaat
niet alleen voor Kamerstukken, maar ook voor wetgeving en
jurisprudentie, en
literatuurbestanden van departementen. Ook hierbij heeft
één
uitgever, Kluwer respectievelijk Vermande, exclusief toegang tot de
elektronische versie van de teksten. Kluwer kan dan ook rustig
drieduizend
gulden rekenen voor een cd-rom met de complete Nederlandse wetgeving.
Het contract over de deze wettenschijf (de Algemene Databank Wet-
en
Regelgeving) is vorig jaar gepubliceerd door het tijdschrift
Computerrecht. In een begeleidend commentaar bekritiseert de
advocaat en
hoogleraar economisch recht D.W.F. Verkade onder mer dat is vastgelegd
dat
derden de platte teksten kunnen krijgen voor vijf tot vijftien gulden
per
duizend woorden. Let wel, het gaat hierbij om rechtenvrije teksten
waarvan het
feitelijk kopiëren nauwelijks tijd en moeite kost.
Uitgevers verdedigen zich in dit soort kwesties altijd met het
argument
dat zij waarde toevoegen aan de teksten, en daardoor hogere prijzen
mogen
vragen. Daar is niets tegenin te brengen. Ik heb er dan ook niets op
tegen dat
Sdu 650 gulden vangt voor het schijfje met Inzake opsporing. Voor
die
prijs krijgt de gebruiker immers ook een mooie interface,
kruisverwijzingen,
een zoekmachine en een doosje. Dat geldt evenzeer voor de wettenschijf
van
Kluwer, waar enorm veel redactiewerk is gaan zitten in het verzorgen van
verwijzingen. Daar mag Kluwer best aan verdienen. Mits iedereen tegen
verstrekkingskosten de beschikking kan krijgen over de kale teksten.
Hoe moet het dan wel? Het parlement en de departementen moeten er
zelf
voor zorgen dat alle openbare stukken die ze uitgeven zonder verdere
heffingen
via Internet toegankelijk zijn. Een fatsoenlijke zoekmachine en een
index horen
daarbij. Het zou vervolgens iedereen vrij staan teksten te kopiëren
naar
de eigen computer, die te voorzien van verwijzingen, commentaren en een
mooie
vormgeving, en vervolgens uit te geven. Sdu kan dan desgewenst nog
steeds 650
gulden vragen voor het schijfje met het rapport-Van Traa. Alleen kan een
concurrent een schijfje met dezelfde tekst voor een tiende van die prijs
op de
markt brengen. Misschien zijn de verwijzingen dan minder uitgebreid en
ziet het
er minder gelikt uit. Maar de consument kan kiezen. En de burger kan
altijd nog
zijn toevlucht tot het Internet nemen, en de tekst daar lezen tegen de
kosten
van de telefoontikken, of gewenste passages printen tegen de kosten van
inkt en
papier.
Het wordt hoog tijd dat de Tweede Kamer een openbaar debat wijdt aan
het
uitgeven van de eigen stukken. En hoewel het in het algemeen
bewindslieden niet
aangaat het parlement op de vingers te tikken, is in dit geval wellicht
een
schone rol weggelegd voor minister Wijers om zijn mededingingsbeleid
kracht bij
te zetten. En mocht dat allemaal niets uitalen, dan is het te hopen dat
computervaardige burgers om te beginnen de tekst uit de cd-rom Inzake
opsporing lichten en publiceren op een gepaste plek op het Internet.
Weliswaar bevat het hoesje een indrukwekkende waarschuwing - ,,Niets van
deze
uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd
gegevensbestand of op papier, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van
de uitgever.'' - maar deze dient et een flinke korrel zout te worden
genomen.
Die kan immers geen betrekking hebben op de tekst zelf, die tenslotte
rechtenvrij is; elke claim daarop van Sdu dient met kracht door burgers
én volksvertegenwoordigers te worden bestreden.