U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B U I T E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Regering Italië

Kritiek op Berlusconi zet Italië aan het denken


De felle kritiek in buitenlandse kranten brengt de Italiaanse kandidaat-premier Berlusconi in het nauw. Ze dwingt Italië tot een verlaat debat over belangenverstrengeling.

Door onze correspondent MARC LEIJENDEKKER

ROME, 1 MEI. Volgens Silvio Berlusconi is er een oorlog tegen hem aan de gang. Gevoerd door de belangrijkste buitenlandse kranten. De regie ligt volgens Berlusconi bij de communisten. Die proberen "van alles om de macht en hun privileges niet te hoeven opgeven" en hebben tegen hem "de Internationale van de Laster in stelling gebracht".

De kritische artikelen die toonaangevende kranten en tijdschriften de afgelopen dagen hebben gepubliceerd over Berlusconi, komen hard aan. De meeste Italiaanse kranten openen er vanmorgen mee. Berlusconi's belangrijkste rivaal, Francesco Rutelli, lijsttrekker voor de centrum- linkse regeringscoalitie, zei: "Het is duidelijk dat Italië geïsoleerd zal raken door een overwinning van rechts. Een overwinning van Berlusconi zal niet zonder gevolgen blijven voor de buitenlandse investeringen in Italië en voor onze rol in de internationale instellingen."

In eigen land is Berlusconi er tot nu toe in geslaagd kritiek op zijn belangenverstrengeling of vraagtekens bij de manier waarop zijn Fininvest-holding opereert, van tafel te vegen. Dat was allemaal linkse propaganda. Maar het Britse weekblad The Economist, dat vrijdag schreef dat winst voor Berlusconi een zwarte dag voor de democratie zou betekenen, is een lijfblad van de behoudende financiële en economische elite. Het Spaanse dagblad El Mundo, dat gisteren constateerde dat Berlusconi's zender Telecinco in Spanje " een spoor van illegaliteit en corruptie" heeft achtergelaten, is op de hand van de conservatieve premier José Aznar. En die is door Berlusconi vaak aangeduid als zijn voorbeeld en Europese beschermheer.

"We hebben [in Europa en de Verenigde Staten] nog nooit zo'n indrukwekkende stroom cijfers en feiten gezien om te bewijzen dat een politicus in een bevriend land niet verkiesbaar is", schreef La Repubblica vanmorgen. De boodschap is steeds dezelfde, of die nu in de Financial Times staat, de International Herald Tribune, of Le Monde: zijn belangenverstrengeling als mediamagnaat, ondernemer en politicus maken Berlusconi ongeschikt om premier van Italië te worden. Bovendien lopen er nog rechtszaken tegen hem op verdenking van fraude en corruptie. Dat is allemaal niet nieuw. Medestanders van Berlusconi zien er een collage van clichés in, of ze suggereren dat buitenlandse bedrijven belang hebben bij een zwak Italië. Een enkeling roept dat linkse politici The Economist hebben verteld wat het blad moet schrijven. Berlusconi zelf praat over afval en rotzooi. Maar toch komt de politieke moraliteit van Berlusconi nu bovenaan de agenda te staan. Berlusconi's boodschap in de campagne is simpel: vertrouw mij, ik heb succes gehad als zakenman, ik zal de cultuur van het zakendoen ook introduceren in het kabinet. Zijn antwoord op de kritiek op belangenverstrengeling was gisteren in stijl: "Ik verplicht mij ertoe om in de eerste honderd dagen van mijn regering een wet op te stellen en die te respecteren."

Rutelli erkende gisteren dat zo'n wet er al veel eerder had moeten komen. De kritiek "opent onze ogen voor een geval waaraan we duidelijk gewend waren geraakt". Dat heeft niet alleen te maken met de handige manier waarop Berlusconi steeds dit probleem van tafel heeft geveegd. Het is ook een manco van de centrum-linkse regeringscoalitie. Die heeft de afgelopen vijf jaar niet de moed en de wil gevonden om dit probleem bij wet aan te pakken. Zo wilde Massimo D'Alema, leider van de Linkse Democraten, de grootste coalitiepartij, Berlusconi eind jaren negentig niet te hard aanpakken omdat hij diens hulp hoopte te krijgen bij staatsrechtelijke hervormingen. Zondag constateerde Tommaso Padoa- Schioppa, vice-directeur van de Europese Bank, dat Italië vaak dwang van buiten nodig heeft gehad om veranderingen door te voeren. Dat gold bijvoorbeeld ook voor de sanering van de overheidsfinanciën, tot stand gekomen onder druk van het Verdrag van Maastricht. Nu is het opnieuw de druk vanuit het buitenland, met het spookbeeld van een premier die niet aanvaard wordt binnen Europa, die het land dwingt serieus na te denken over essentiële thema's van politieke moraliteit, zoals belangenverstrengeling en juridische onkreukbaarheid. Wie lid is van de gemeenschap van Europese democratieën, wordt getoetst aan de normen die daarbinnen gelden.

NRC Webpagina's
1 MEI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad