T I T E L : |
Capitães de Abril |
R E G I E : |
Maria de Medeiros |
M E T : |
Silvio Accorsi, Maria de Medeiros,Frédéric Pierrot, Joaquim de Almeida, Fele Martinez, Luis Miguel Cintra, Canto e Castro, Ruy de Carvalho |
In: Rialto, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam; Haags Filmhuis, Den Haag; Lux, Nijmegen; 'tHoogt, Utrecht
Bloedeloze Portugese operetterevolutie
Door HANS BEEREKAMP
Op de dag af zevenentwintig jaar
geleden maakte een bloedeloze staatsgreep van jonge officieren binnen
één etmaal een einde aan de sinds 1926 in Portugal
regerende rechtse dictatuur.
Het was een romantische, tot de verbeelding sprekende coup, die liefkozend 'de Anjerrevolutie' werd
gedoopt, omdat de bevolking bloemen in de geweren van de bevrijders
stak. Eigenlijk was de ruim twee jaar daarna voortdurende politieke
verwarring in Lissabon, toen heel links Europa er met vakantie naar
toeging, veel paradoxaler en spannender, maar dat is niet het onderwerp
van Capitães de Abril. Deze Portugees-Frans-Spaans-
Italiaanse coproductie vertelt - opmerkelijk voor een eerste speelfilm -
het verhaal van die ene roemruchte dag.
Debuterend regisseuse Maria de Medeiros (1966), die we vooral kennen als
actrice, bij voorbeeld in Pulp Fiction, slaat een uitzonderlijk
naïeve toon aan. Enerzijds past die lievige didactiek wonderwel
bij de feiten. Slecht voorbereide kapiteins, die van de koloniale
oorlogen in Afrika afwillen, rukken na het uitzenden van een verboden
verzetslied als teken met hun troepen op uit de kazernes naar het
stadscentrum, bezetten een radiostudio, en ondervinden tot hun eigen
verbazing nauwelijks tegenstand. De Medeiros ontroert in de bijna als
tableaux vivants gefilmde massascènes, en ook al zie je de clou
van verre aankomen wanneer ze een bloemenstalletje in beeld neemt, toch
schiet je een brok in de keel bij het aanreiken van de eerste anjer.
Anderzijds zijn de door de intrige heengevlochten persoonlijke
verhaaltjes knullig geschreven en wordt er overwegend houterig, zonder
overtuigingskracht geacteerd, ook door de regisseuse zelf in een
overbodige hoofdrol als kapiteinsvrouw. Bovendien zijn de dialogen
slecht Nederlands ondertiteld. Wie de naam van de opstandige Movimento
das Forças Armadas bij herhaling niet vertaalt met Beweging van
de Strijdkrachten, maar als 'de gewapende strijders' wendt de betekenis
van de geweldloze omwenteling honderdtachtig graden, vermoedelijk uit
onwetendheid.
Capitães de Abril is een ontwapenend onhandige,
schematische en apolitieke film over onder meer de erotische
uitstraling van 'goede' militairen en de ongeschiktheid van Portugezen
voor revolutie. Een echte wanklank in verhouding tot wat volgt is de
proloog in zwart-wit, met gruwelijke documentaire beelden van
Afrikaanse slachtoffers. Een musicalouverture zou wellicht adequater
zijn geweest, als opmaat van De Medeiros' bevrijdingsoperette.